Zitten

Ik zat er al zo lang tegenaan te hikken om weer te gaan zitten. Mediteren. Eigenlijk is het bizar om dat te bedenken, ik bedoel: hoe moeilijk is het nou?

Gewoon, zitten.

Nou, blijkbaar erg ingewikkeld. En dat terwijl ik al weken overal om me heen signalen krijg dat meditatie een goed idee is. Fysio M, of all people, begon erover – dat iets als mediteren zou kunnen helpen in de weg naar het herstel van m’n blessure. Vorige week nog vroeg een collega me om tips voor fijne meditatie-apps.

Oké, laat ik ook weer niet te hard voor mezelf zijn: volgens mij ben ik best aan het werk om in contact met mezelf te blijven. Vrijwel elke dag wandel ik. Met een podcast op m’n oren, maar niettemin: buiten, in m’n eentje, loop ik rustig en kijk ik om me heen. Ik doe nog steeds gemiddeld twee keer per week een yogales en voel hoe helend dat telkens weer is. Zeker yin yoga zou je ook een vorm van meditatie kunnen noemen. To reconnect.

En toch is het anders hè, om echt te gaan zitten. Gewoon op een kussen, stilzitten en je richten op je ademhaling (of de geluiden om je heen, of de gewaarwordingen in je lijf, of een mantra in je hoofd). Observeren. Gedachten laten voorbijdrijven zonder erin mee te gaan.

Vanmorgen was ik zover. Tijdens m’n ochtend-ommetje luisterde ik een podcast waarin zenmonnik Paul Loomans te gast is – eerder deze week pakte ik een van zijn boeken uit de kast, over emoties als medicijn – en hoe hij het verwoordde, klonk het zó logisch, zo waardevol om elke dag te doen.

“De aanwijzing tijdens meditatie is: ga niet mee in je gedachten. Houd ze ook niet tegen; laat die gedachtenstroom maar de gedachtenstroom zijn – en observeer het. Elke kracht die je gebruikt in meditatie, is een tegenaanwijzing. Keer gewoon terug naar de houding. En dan hebben de gedachten langzaamaan minder vat op je. Je laat jezelf los. Je laat je gedachtes los, je illusies en je komt eigenlijk terug tot de essentie, tot de kern. Dat proces ontstaat alléén maar, als je er niets van wil – als je niet iets wilt bereiken met je meditatie. Als je het ergens voor wil gebruiken of inzetten, begrens je het. De essentie is: gaan zitten en er niets van willen. Niets doen. Dat lijkt een grapje, maar het is eigenlijk een heel diep grapje. Het is niet mogelijk om de essentie te benoemen. Als je dat probeert, begrens je ‘m opnieuw.”

Ik kwam thuis, legde een kussen midden in de woonkamer, precies op de plek waar de ochtendzon op de vloer viel – en ging zitten.

Vijf minuten. Zitten, observeren. Diep in mij voelde ik dankbaarheid. Alsof je een glas water aan je lippen zet en dan pas merkt hoeveel dorst je al die tijd had.
En voor ik het wist, klonk de gong.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.