Ik had een droom vannacht. Samen met een vriendin was ik, en we kregen een hevige discussie. Ik zag haar in allerlei oude valkuilen trappen, terug een doodlopend pad op gaan.
Waar het precies over ging maakt niet uit – het komt erop neer dat haar gedrag destructief was.
En op een gegeven moment zei ik helder en duidelijk tegen haar: waarom ben je dit nou weer aan het doen? Het brengt je niet verder.
Toen schrok ik wakker van de wekker.
Die laatste woorden galmden na in mijn hoofd. Het brengt je niet verder. Al snel besefte ik dat het misschien geen woorden richting mijn vriendin waren, maar een wijze boodschap die vanuit mijn onderbewuste doorsijpelde naar mezelf.
‘Het brengt je niet verder’. Eigenlijk is het een mooi criterium om te bepalen of een bepaalde actie, keuze of richting een goed idee is. Misschien meer vragend geformuleerd: brengt dit je verder?
Met wel de kanttekening dat je ‘verder’ natuurlijk op veel manieren kunt interpreteren – en ik bedoel nu uitdrukkelijk niet de gedisciplineerde, eisende betekenis ervan (‘hup je moet verder, groeien jij, een betere versie van jezelf worden’), maar verder in de zin van: verrijkt het je als mens?
Zo kunnen een uitbundige avond waarin tóch die tweede fles wijn opengaat en je tot diep in de nacht goede gesprekken voert, een spontane actie op de dansvloer of een baaldag waarin je eindeloos moet huilen en niet meer weet wat je met jezelf aanmoet, evengoed verrijkend zijn als je gewoonte om boeken te lezen of dagelijks te mediteren.
Verder is geen oordeel, maar een uitnodiging, met in de vraag een klank verscholen: wat zegt je hart, waar wil je graag naartoe?
Gisteren las ik in Psychologie Magazine een interessant stuk over hoe belangrijk we zelfdiscipline in deze wereld vinden, hoe hoog we het achten – maar dat het in tegenstelling tot wat we schijnen te denken niet zaligmakend is.
In het hoofdredactioneel commentaar schreef Sterre van Leer er het volgende over:
In een wereld waarin iedereen concurreert om de plekken met het beste uitzicht doen we er alles aan om uitgeslapen, fit en instagrammable aan de start te verschijnen. We eten netjes onze groenten, we mijden suiker, we lopen hard om het hoofd leeg te maken. Minder vlees, meer mediteren. Niet vreemdgaan, wel vroeg naar bed (…)
Zelfbeheersing is de nieuwe taal van de elite. Begrijpelijk. Maar ook reuze saai. Bloedeloos. (…)
Want zelfdiscipline is bepaald niet zo zaligmakend. Sterker nog, te veel zelfdiscipline is net zo ongezond als te weinig. Het snijdt je af van je intuitie en vervlakt je gevoelsleven. (…)
Daarom een pleidooi voor losser leven. Voor meer plezier en minder moeten. Voor de scharrelsigaret, de baaldag en de hangmat op dinsdagochtend. Zeker in een periode dat onze zelfbeheersing toch al behoorlijk op de proef wordt gesteld, lijken me dat heel zinnige ‘ventielzeden’ – uitspattingen van periodieke onmatigheid die het makkelijker maken om daarna weer netjes in te voegen.
Ja, dacht ik toen ik dat las. Ja ja ja. En precies daarom werkt het niet – in elk geval niet voor mij – om strikte leefregels op te leggen. Je doet jezelf, en de veelzijdigheid van het leven, er enorm mee tekort.
Het grappige is dat ik tegelijkertijd merk dat het wél kan werken om een intentie uit te spreken die uit je hart komt. Zie zo’n intentie als de weg die je voor jezelf uittekent: dáár wil ik heen. Dat is mooi, en nuttig – het geeft richting en helpt je om te leren leven in lijn met je waarden.
Maar het laat onverlet dat je veel meer van de route ziet als je zo nu en dan een zijpaadje kiest. Denk maar aan de langste handelsroute in Catan, of de race om de meeste treintjes in Ticket to Ride: verder is geen rechte lijn.
Wie zijpaadjes neemt, komt uiteindelijk veel vérder.
Lees je Suushi graag? Doe een kleine bijdrage aan de jaarlijkse kosten van dit blog: https://tikkie.me/pay/51o8871j499eoap6gpi9 Mijn dank is groot!
Geef een reactie