Wintertripje

Moe was ik gisteren ineens, heel erg moe. En ik wilde juist zo veel: een hele bak recepten posten op EAT bijvoorbeeld, want ik maak de laatste tijd weer allemaal lekkere nieuwe plantaardige dingen. Ik had (en heb) ook nog tig ideetjes voor blogs hier, ik wil weer een weekvlog maken maar kom er niet toe.

Ik wil afspreken met vrienden en vriendinnen, samen wandelen door het bos en langs het water, er voor anderen zijn. Ik wil vaker naar musea met voorleeskindje A, door haar ogen de wereld ontdekken. Ik wil lekker weer uit eten in Utrecht, en alle dingen doen die nog op de lijst staan van dingen-om-te-doen-voordat-we-de-stad-uit-verhuizen.

En ik móest ook nog veel, gisteren. Het interview dat al twee weken op me wachtte, moest bijvoorbeeld af voor het weekend. Moest het echt? Ja, eigenlijk wel. Natuurlijk gaan er geen mensen dood als ik het niet zou doen, maar deadline is deadline. Toch?

Tot ik al twee uur naar m’n scherm aan het staren was en besefte: dit wordt ‘m echt niet vandaag.
Volgens mij moet ik gewoon eerst uitrusten.

Het was natuurlijk ook winter in mijn lichaam – dag twee van m’n cyclus. Niet gek dat ik zoveel vermoeidheid voelde (opvallend genoeg had ik relatief weinig buikkramp, in elk geval niet in de vlagen waarin ik het jaren heb gekend). En toen ik na een middagdutje wakker werd met migraine, wist ik dat het hoog tijd was om niet veel meer van mezelf te verwachten.

Toen pas, ja. ;-)

Ik ga in bed liggen, zei ik om tien voor acht tegen B.
En plots voelde ik heel sterk: ik moet even alleen zijn. Dus zette ik een kop kruidenthee, sleepte het matras de studeerkamer in, legde een dekentje over mezelf heen en sloot m’n ogen. Een hand op m’n onderbuik, de andere op m’n hart.

Voelen maar.

De podcastaflevering die ik luisterde – over (eigen)waarde – raakte me. De aflevering daarna, waarin podcastmaker Rolien Magendans een opstelling doet over klein en groot zijn en op zoek gaat naar haar onbewuste blokkades, maakte ook bij mij veel los.

Ik huilde en het voelde goed. Ik voelde dat ik rustig was, veilig. Dat de volwassen Susanne er voor kleine Suus kon zijn. Het valt moeilijk uit te leggen maar het was bijna of ik tripte, zo diep daalde ik af in mezelf.

Grappig genoeg verdween de migraine.
En ineens dacht ik: misschien hè, wilde die hoofdpijn me vooral wat vertellen. Kom nou liggen Suusie, rust maar even en doe je ogen dicht. Er valt hier binnen een hoop te beleven. Je moet er alleen wel zelf naartoe komen.

Uiteindelijk viel ik in slaap, en vanmorgen was de mist in m’n hoofd een heel stuk opgetrokken. Ja, het is nog steeds winter en ook nog steeds een goed plan om rustig aan te doen. Maar vanbinnen voel ik me weer een stukje krachtiger. Het is alsof ik weer een laagje heb afgepeld. Weer een stukje minder bang en wiebelig ben. Weer een stukje rustiger, zekerder.

Wat mooi toch, dat mijn lijf zoiets kan.

Dat ik, door toe te geven aan die winter, een deurtje in mezelf weet te openen waar ik voorheen waarschijnlijk gewoon voorbij was geracet. Juist deze tijd van de maand, herinnerde een wijze vriendin me deze week nog, is een goede periode om te observeren wat er omhoog komt.

Waar gaat je innerlijke criticus los op? Welke angsten en onzekerheden borrelen omhoog?
Welke gedachtencirkels bewandel je?

Niet dat je daar meteen iets mee moet – integendeel, waarschijnlijk wil je niets liever maar dat zou handelen uit angst zijn. Beheers je nog even, schrijf alleen op wat je observeert, formuleer milde intenties.

Kun je daar straks in de lente mooi op los.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.