Ik lees nu Wild Mothering van Tami Lynn Kent, en voor wie een beetje openstaat voor de energetische kant van het moederschap is het een dikke leestip.
In de kantlijn van mijn exemplaar staan al allerlei streepjes bij stukjes waarvan alles in mij JA roept.
Deze passage bijvoorbeeld:
“Having a child invites you to slow down and be in the moment. Postpartum energy is not meant to propel you into the world but rather to sustain you through rebuilding your body and creating a milk supply. It supports the early period of little sleep and much work. Growing a baby in the first year requires a tremendous outpouring of energy.
The first year also calls for a whole new skill set and requires the transition from a place of production-oriented culture and a life built on archievement or professional development to one that is less visible, non-quantifiable, and focused on the home.
(…) Follow your children’s lead to create a new path that is both productive and soul-filled. (…) I can attest to the richness of a life that is built around the home, the center of life and family, and a more sustainable pace of living.”
Hoewel dit bij mij een proces is dat zich de afgelopen anderhalf jaar langzaam heeft voltrokken, voel ik pas sinds een maand of twee dat ik op een diepere laag bezig ben te vertragen.
Dat ik nog steeds, en steeds meer voel: in mijn eigen centrum leren zakken, van daaruit leven, is cruciaal om veerkrachtig en gezond te blijven. (Dit ‘centrum’ is zowel m’n lichaam als het huis waarin ik woon.)
Ik voel bij vlagen dat het enorm wringt met a) wat ik van mezelf gewend ben en b) wat in onze rat race-samenleving als ‘gewoon’ wordt gezien. Maar dat is oké, voor nu.
Er is tijd, vertel ik mezelf. Er is geen haast. Voel het ongemak maar gewoon. Blijf maar doorademen. We gaan vanzelf wel zien hoe dit uitpakt, naar welke nieuwe plek dit mij (en ons) brengt.
Opnieuw spookt door m’n hoofd: if you do what you did, you get what you got.
Terugkijkend op maart kan ik niet anders dan concluderen dat het een goed idee is, om dingen anders te doen. Bij vlagen zat ik aan de grond. Ik heb me verloren en verdwaald gevoeld. Wist het soms even écht niet meer.
Op die (en andere) momenten: doorademen. Gronden. Voeten op de grond, visualiseren dat er stevige wortels vanuit m’n voetzolen de aarde in groeien. Daar naartoe ademen. Levenskracht uit de aarde trekken m’n lichaam in. Shit uitademen, loslaten.
En hé. De storm waaide over.
Zo vond ik mezelf vorige week ineens aan de andere kant van de wervelwind. Ik was onderweg naar Noordwijk, waar ik een workshop storytelling zou geven aan ruim tachtig wetenschappers – waarschijnlijk m’n grootste publiek ooit. In het Engels. Klein uurtje, maar toch.
Terwijl ik over de A15 reed voelde ik de kriebels in m’n buik. Spannend – natuurlijk. Ik stelde mezelf de vraag: waar in mijn lichaam voelt het op dit moment het fijnst?
De zon op m’n wangen.
Ik voelde de sensatie, warm, zacht. Ademde ernaartoe. Toen weer naar de spanning in m’n buik. Daar voelen wat er te voelen valt: onrustige kriebels, een beetje gedraai. Terug naar de warme gloed op m’n wangen. Heen en weer. Penduleren heet dit, ik leerde het van Elisabeth en doe het nu (eindelijk) steeds vaker. Het werkt bizar goed.
Ja, het was nog steeds spannend maar ergens voelde ik ook: I got this. Ik ben er weer en volgens mij gaat dit gewoon hartstikke lukken.
Dus die workshop?
Ik ben knettertrots. Want het ging boven verwachting, al zeg ik het zelf. Ik stond er, hield m’n verhaal, zette de deelnemers aan het werk met de oefening die we voor ze hadden bedacht. Werd niet rood, kreeg geen black-out of paniekaanval. Het lukt me zelfs om enigszins rustig door te ademen, in verbinding te blijven met m’n onwrikbare zelf en af en toe een korte stilte te laten vallen. Achteraf kwamen meerdere mensen naar me toe met verdiepende vragen (ze hadden dus opgelet) en een paar dagen na de workshop kreeg ik mail van een deelnemer: ‘geniale workshop!’
Misschien wel het belangrijkste? Het was hartstikke léúk. Ik heb echt staan genieten daar voor die zaal en had het oprecht niet erg gevonden om er nog een uur aan vast te plakken. En ik zou het morgen weer doen, met plezier. (De opdrachtgever denkt daar gelukkig hetzelfde over, dus wordt hopelijk vervolgd!)
Wauw, zo kan het ook.


In de auto naar huis hielp ik m’n lijf ontladen met wat kleine ontspanningsoefeningen, eenmaal thuis nam ik daar opnieuw de tijd voor.
Ik herhaal: zo kan het ook.
En in plaats door te surfen op de enorme high en opnieuw in de valkuil te stappen van meer-meer-sneller-sneller-prestatiedrang, focuste ik me de volgende dag op m’n basis: samen met m’n dochter lekker alles van me af dansen in de woonkamer, de zon weer op m’n huid voelen tijdens een tripje naar de speeltuin. Ademen, landen, verzachten.
Ja: ‘I can attest to the richness of a life that is built around the home, the center of life and family, and a more sustainable pace of living.‘
Geef een reactie