Tja, dat is het dus wel met dat ondernemen hè. Je kunt het proberen af te bakenen, maar je gaat geheid tóch meer werken dan je van plan was. Tenminste, als je zoveel van je vak houdt als ik.
Op vrijdag zou ik vrij zijn. Ik nam het me zó heilig voor. En nog steeds probeer ik het, maar de werkelijkheid is dat ik op vrijdag tóch maar dat kennismakingsgesprek plan. Nog wat mailtjes beantwoord. Een factuur opmaak en verstuur. Correcties doorvoer, zodat een verhaal nog voor het weekend naar de vormgever kan.
Als freelancer ben je nu eenmaal echt helemaal zelf verantwoordelijk. Reageer ik niet op tijd op mails, of bel ik op vrijdagen niet terug, dan laat ik m’n klanten in kou staan. Ik vind het bij mijn uurtarief passen om bereikbaar te zijn – binnen de grenzen van het redelijke, natuurlijk. Daarnaast loop ik ook kans om mezelf te benadelen als ik te lang de boel de boel laat. Zou ik te laat reageren op een mogelijke nieuwe klus, dan gaat er leuk werk aan m’n neus voorbij.
En zeker in deze beginperiode, waarin ik veel nieuwe contacten opdoe – eerste indrukken achterlaat – vind ik het belangrijk om snel en accuraat te communiceren.
Het is nog zoeken. Hoeveel werk plan je in een week, zodat het niet te weinig of te veel wordt? Freelance schrijfwerk laat zich vaak moeilijk exact plannen. Een opdrachtgever heeft wat meer tijd nodig. Dat ene project wordt tóch pas volgende maand. Heb ik dan niets anders achter de hand, dan valt er ineens een gat in m’n week – is al twee keer gebeurd. Gelukkig kwam er in beide gevallen in no-time wat nieuws, maar toch, dat nieuwe moet je dan wel weer regelen.
Andersom gebeurt trouwens ook: alles moet ineens nu. Zeker tegen het eind van het jaar heeft iederéén in communicatieland het druk. De projecten moeten af, de potjes op, de plannen gemaakt. Toen ik nog in loondienst werkte, was het deze periode ook vaak aanpoten. In januari kwam er meer ruimte. Maar nu ik freelance, moet ik oppassen dat het sprintje geen marathon wordt.
Toch heb ik daar wel vertrouwen in. Maximaal twintig declarabele uren per week inplannen, is de regel die ik aanhoud. Want er loopt altijd wel iets uit. Er komt onverwacht werk bij. Je bent tijd kwijt aan offertes maken, netwerkgesprekken voeren, kleine vragen van klanten beantwoorden, LinkedIn bijhouden. Aan ontwikkel-dingen: intervisie met andere schrijvers, workshops en trainingen. En vergeet de tegenslagen niet – je computer doet raar en je besteedt een uur aan uitzoeken waarom, je hebt stroop in je hoofd waardoor je je moeilijker kunt concentreren, of het is gewoon zo’n dag waarop de woorden even niet willen.
Wat dus helpt om in balans te blijven: voldoende buffertijd inplannen. Weten dat je de neiging hebt om optimistisch te plannen, dus altijd je eigen tijdsinschatting keer anderhalf doen. En in de weekenden ook ECHT even uitloggen. Niet toch stiekem je werkmail checken (oeps, guilty). Het hoofd leegmaken.
Zodat je maandag weer scherp en fris kunt beginnen.
Met dank aan Kleine Atlas.
Geef een reactie