Suushi

a little bit of everything, all rolled into one
close up photography of firewoods

Warm

Ik heb het snel koud. Dat is al zo zolang ik me kan herinneren: typisch Vata, volgens de Ayurveda.

En hoewel het ietsje helpt om bewust m’n spieren te ontspannen (schouders omlaag), meer in mijn basis te staan, aandacht te richten naar de delen die het koudst zijn (voeten!), daar warmte naartoe te sturen – ik moet nog steeds opletten dat ik me warm genoeg kleed.

Nou valt ‘jezelf warm houden’ tot op zekere hoogte te trainen. Vroeger stookten we hier thuis op 20 graden, daarna op 19 en tegenwoordig meestal op 18,5 (al draai ik ‘m soms nog naar 19, ssst). Aan die temperatuur ben ik nu gewend. Is het ergens 20 graden of nog warmer, dan zit ik al snel te zweten. Terwijl ik vroeger 20,5 zelfs prettig vond.

Een ander perspectief: het element vuur zorgt voor warmte. Het snel koud hebben betekent misschien te weinig vuur in mij. Verwarmend voedsel helpt dan (curry’s, specerijen, thee) maar er zijn ook andere manieren om je vuurtje op te stoken. Ik denk aan Margo, die tijdens een priesteressenceremonie ruim een uur in een bad vol ijskoud water stond – in de belichaming van Lady Death weliswaar – en het naar eigen zeggen écht niet koud had. Met haar vuur zit het wel goed.

Anyway, innerlijk werk is goed en belangrijk, maar soms wil je het gewoon nú warm hebben. Kun je twee dingen doen: de ruimte om je heen verwarmen, of jezelf beter kleden. Die laatste optie is meestal het energiezuinigst.

En dan volgt nu een bekentenis, sorry lieve vegan vrienden: ik ben tegenwoordig gek op wol.

Het begon ooit met dat ik op Vinted betere kleding ging kopen, als in, duurdere merken die tweedehands wél betaalbaar zijn. Ik kocht een paar wollen truien van Samsoe Samsoe en Filippa K, en oh. Dikkere stof. Beter materiaal. Wát een verschil.

En zoals dat gaat wanneer je dingen in je leven een upgrade geeft: ik wil niet meer anders. Onlangs kocht ik bij 2nd Mas in Nijmegen nog een paar fijne wollen truien en vesten, die draag ik sindsdien vrijwel alleen maar. Ook megablij met m’n wollen sokken – ik trek ze aan zodra ik thuis ben, als tweede laagje.

Zo zacht. Zo warm, zo comfortabel. Ik voel m’n lijf ontspannen met dit extra isolerende laagje om me heen.

Ik vraag me af, hè: ja, wol komt van schapen en daar kun je ethische bezwaren tegen hebben (‘de productie van schapenwol is voornamelijk een bio-industrie (…) elk jaar sterven honderdduizenden schapen door blootstelling aan koude nadat ze geschoren zijn’).

Tegelijkertijd gaan mijn mooie wollen kwaliteitstruien een stuk langer mee dan de flimsy fast fashion-items die ik eerst droeg. Dat scheelt ook (mensen)leed – en indirect dierenleed. Plus, met deze kleren kan ik de hele herfst en winter lang zo’n 1,5 graden lager stoken – dat scheelt een heleboel gas, en dus CO2-uitstoot. En ik hoef de truien minder vaak te wassen (wol is zelfreinigend).

Poe, wat is nou ‘goed’?
Conclusie, het is weer eens ingewikkeld.

PS. Dit blogje voelt nog rommelig en schrijven is een struggle vandaag. Zo is het soms, toch maar gewoon publiceren. Een zeven is ook goed genoeg. Flarden zijn oké. Morgen weer een dag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.