Zo’n beetje meteen nadat ik op 4 september over de finish van de Tilburg Ten Miles kwam, vloog ik door naar huis om mijn spullen te pakken. De volgende ochtend zat ik met Tom in de auto naar Frankrijk.
En nu zijn we plots alweer bijna een maand verder.
Dat neemt niet weg dat ik graag nog schrijf over dit loopfestijn, dat qua prestatie mijn beste hardloopwedstrijd tot nu toe was. Als ik naar de gegraveerde finishtijd op m’n medaille kijk, kan ik me eigenlijk nauwelijks meer voorstellen dat ik dat écht heb gelopen…
Goed, jullie weten wellicht dat ik wel het een en ander aan voorbereiding had gedaan. Met oog op de halve marathon van Eindhoven (9 oktober) liep ik in augustus 100 kilometer hard en ik tikte ook weer een paar lange afstanden (15, 16 en 17 km) aan.
Toch had ik totaal niet de intentie om de Tilburg Ten Miles snel te lopen. Ik wist dat ik van het groepje waarmee ik startte (Eline, haar twee zussen en hun vader) veruit het langzaamst zou zijn. Zij gingen voor een tijd tussen de 1:25 en 1:30 uur, ik durfde héél zachtjes en voorzichtig 1:35 als doel te noemen – maar dat is al sneller dan 10 kilometer per uur.
“Ik wil gewoon een lekkere race lopen”, zei ik daarom voor de start. Liefst op gemiddeld 10 kilometer per uur (met die snelheid liep ik in maart de CPC), maar liever wat langzamer en genieten dan een toptijd en kilometers lang afzien.
Maar ja hè, je weet hoe dat gaat. Eenmaal van start komt er dan toch een Ambitieuze Suusie in mij naar boven. En dan loop je ontspannen, loop je lekker én staat er langs de hele route geweldig publiek – waaronder Elines moeder en haar vriend, die in recordtempo de stad doorfietsten om ons op meerdere plekken aan te moedigen. Woei, dan is er plots véél meer mogelijk dan je ooit had gedacht.
OP NAAR HET STARTVAK
Na een veel te korte nacht slaap (Tom vierde zaterdagavond zijn verjaardag dus ik lag om half drie in bed) bakte ik zondagochtend een stapel pannenkoeken. Door het licht brakke gevoel in mijn maag – nee geen wijn, gewoon slaaptekort – kreeg ik er geen zes weg, maar slechts drie. Niet enorm handig, maar ja. Met langere wedstrijden is het altijd zo enorm aanvoelen & afwegen hoeveel je moet eten en drinken: kort van tevoren niet te veel (want dan zit het voedsel in de weg), maar ook niet te weinig (want gevaar van hongerklop!).
Na een klein uurtje in de trein kom ik aan in Tilburg. Ik kleed me om en vind al gauw Eline en haar familie. Samen lopen we naar het startvak. Tevergeefs zoeken we naar pacers; die zijn er normaal gesproken elk jaar bij de TTM, maar dit jaar blijkbaar niet. Ik kan er ook nergens informatie over vinden, beetje gek.
En dan klinkt het startschot en gaan we al!
KM 1-4
Rustig starten, dacht ik, maar ook weer niet té rustig. De eerste kilometers is het altijd weer even zoeken naar een lekker ritme. Bovendien voel ik soms ‘ineens’ allerlei pijntjes (knie/scheen/zij/etc..), maar als je een aantal wedstrijden hebt gelopen weet je dat je daar gewoon even ‘doorheen’ moet en dat het ook weer weg gaat.
Na twee kilometer stonden daar Joep en Lia! Wow, hen zien gaf me en enórme boost van energie. Ineens realiseerde ik me: “yeah, ik loop hier, ik loop de ten miles en het gaat goed!” (Dat ik nog maar twee kilometer had gelopen wist ik natuurlijk ook wel, maar toch.)
KM 5-12
Volgens mijn app liep ik al de hele tijd onder de zes minuten per kilometer. 5’57, 5’55, 5’53… Op een gegeven moment werd het een beetje een spelletje: kan ik hier onder blijven? Dat ik nog best een eind moest, probeerde ik maar te vergeten, want tot dusver ging het best lekker.
Sommige delen van de route herkende ik van vorig jaar, toen ik de 10K liep tijdens dit evenement. Nu plakten we er natuurlijk hier en daar wat lusjes aan. Bij kilometer 10 (57:05 minuut, zei mijn app) realiseerde ik me dat ik deze 10K nu al sneller had gelopen dan vorig jaar. Wow! Nog maar zes km en een beetje te gaan.
KM 12-16,1
Okee jongens, ik kan er kort over zijn: zo rondom kilometer 12 kwam de man met de hamer. HONGER ineens, niet normaal. Dom van me ook, ik had gewoon – net als bij de halve marathon – wat Dextrootjes en gedroogd fruit moeten meenemen voor onderweg. Had ik niet gedaan, omdat ik er eigenlijk wel vanuit ging dat er posten AA-drink zouden zijn. Ai, dat was dus niet zo… er was steeds alleen water.
Ik herinner me een punt waarop ik door vrolijk versierde straten liep, waar langs de stoep overal mensen stonden om de lopers aan te moedigen. Velen hadden een klapstoeltje erbij gepakt en zaten daar zeg maar te chillen – met eten en drinken. Nou, in mijn hoofd was het op dat moment een heel realistische optie om het trosje druiven van de schaal te grissen. O, ik herinner me ook een vrouw die een KOUD FLESJE COLA stond te drinken… Wat moest ik me beheersen om niet te stoppen en te vragen of ik alsjeblieft een slokje mocht.
OK, door, Suusie. Ja, ik raakte vermoeid maar nee, stoppen wilde ik niet. Nu stoppen betekende het ‘werk’ van de afgelopen kilometers – op weg naar een droomtijd – teniet doen. Twintig minuten doorbijen Suusie, dat kun je best, vertelde ik mezelf. Ik probeerde weer in de looptrance te komen en dat lukte nog best aardig. Zeker toen ik Lia en Joep weer tegenkwam: wat een energie geeft het om fijn publiek aan de kant te hebben.
Daar was de Korte Heuvel al, waar het pad door een ‘erehaag’ van cafebezoekers liep. Tja, op dat punt kun je het eigenlijk al niet meer gaan maken om te wandelen. (En sowieso: zeer deden m’n benen toch al, stoppen zou dat alleen maar erger maken.)
Nog 300 meter, 200, nog een hoekje om, eindsprintje…. Ik perste alles wat ik had er nog uit en haalde vlak voor de finish nog wat mensen in. YES! Ik had het gedaan!
En dan jongens, o dan komt de euforie. Wie ooit een hardloopwedstrijd heeft gelopen, weet wat ik bedoel. Dan is het zo heerlijk om te weten dat je alles hebt gegeven, dat je echt je krachten hebt gemeten. Enigszins wankel liep ik door, kreeg mijn medaille en EEN APPEL EN EEN FLESJE AA-DRINK OH YES.
Jeetje, wat is zo’n stuk fruit dan lekker.
NA DE FINISH
Gelukkig vond ik na niet al te lang zoeken Eline, Lia en Ilse. Via de TTM-app konden we mijn eindtijd bekijken: 1:31:52! Dat scheelde maar zes seconden met Elines vader. De drie zussen liepen allemaal natuurlijk toptijden – iedereen was volgens mij meer-dan-tevreden met z’n prestatie en had lekker gelopen.
Nog even een groepsfoto…
…en toen was het voor mij alweer hoog tijd om terug naar Utrecht te gaan. Thuis wachtte me het karwei van inpakken-voor-de-kampeervakantie. Met pijnlijke vermoeide benen weliswaar, maar ook met mentaal een enorme boost en een mega-tevreden gevoel. Wat is de TTM toch een leuke wedstrijd – heel veel geweldig publiek, muziek, een leuke afwisselende route en fijne sfeer.
Wie zie ik volgend jaar ook aan de start?
Geef een reactie