Nog maar een week na m’n eerste halve marathon stond alweer de volgende hardloopwedstrijd op de planning. Maar Suusie, loop je niet een beetje te hard van stapel, zul je wellicht denken. Zit wat in, en ik zou ook niet naar de Stevensloop zijn gegaan wanneer ik nog pijn/vermoeidheid voelde van de CPC-loop. Maar omdat ik me maanden geleden al in had geschreven – ver voordat ik het plan opvatte om 21.1 kilometer te gaan rennen op 6 maart -, mijn Nijmeegse vriend Chaim ook de 10 kilometer ging lopen en ik best benieuwd was naar het parcours van deze nieuwe wedstrijd (dit jaar voor de tweede keer georganiseerd), besloot ik donderdagmiddag dat ik toch zou gaan.
Goed, de Stevensloop dus. Een route van 10 kilometer (in mijn geval; er is ook een 5 km en een halve marathon) aan de noordkant van Nijmegen. Langs het Kronenburgerpark, over de nieuwe Waalbrug ‘De Oversteek’ én weer terug, langs de kade en met een finish op de Grote Markt.
Even over die brug hè. Hoe intens kan de brug van een Gelderse provinciestad nu helemaal zijn, dacht ik. In december liep ik de Rotterdamse Bruggenloop (15 km), dus ik was zo van: na de Van Brienenoordbrug kan ik alles wel aan, ha.
O boy, I was wrong.
De Oversteek, dat bleek best een serieuze brug. Nu hadden we geluk dat het strálend weer was, maar het waaide ook flink. En aangezien dat ding zo’n beetje het hoogste punt in de wijde omtrek is, zonder enige beschutting of wat dan ook, ging de wind er flink los.
Daarover zometeen meer. Eerst maar eens van START.
OP WEG NAAR HET STARTVAK
Zondag, iets over twaalf. De zon scheen al lekker toen T. me met de auto bij station Nijmegen afzette. Vanaf daar was het nog maar een paar minuutjes lopen naar de start bij het Kronenburgerpark; T. ging intussen chillen bij een van zijn beste vrienden. (Dit is alweer mijn zevende hardloopwedstrijd, ik verwacht echt niet dat ‘ie steeds weer daverend enthousiast langs de kant gaat staan. ;))
Ondanks de zon was het nog best fris, en ik was dan ook blij dat ik Chaim had gevonden. Klein probleempje: hij moest starten in startvak oranje (het laatste), ik in geel. Na even dubben besloot ik dat ik toch lekker samen met hem wilde lopen. Zélfs als dat uiteindelijk een minder goede tijd zou zijn – al verwachtte ik dat totaal niet, want bij de Zevenheuvelennacht in november liep ik de 7 km in 38:23 en hij in 38:17. ;)
Goed: bagage wegbrengen, in de rij voor de dixi, mezelf warm springen in het startvak, en toen was het al zover. Door de trechter-versmalling bij de start, bedoeld om de lopers te spreiden zodat je elkaar niet voor de voeten loopt, duurde het nog even voor we ook echt gingen. Maar dan toch!
KM 1-3
Rustig beginnen, niet te snel starten, waarschuwde ik Chaim, die duidelijk meteen alle krachten wilde aanspreken. Zelf had ik daar ook wel zin in – joh, het waren nu maar 10 kilometer, vorige week liep ik meer dan het dubbele! – maar ervaring heeft me inmiddels geleerd dat je écht jezelf tegenkomt als je de eerste kilometers te hard gaat. Superzonde, want dan ben je de rest van de race zo stuk dat je totaal niet meer geniet. 10 kilometer is nog steeds 10 duizend meter, best een eind als je kapot bent.
De eerste kilometer liepen we in 5’40. Prima, dacht ik: als we het zo volhouden en op het eind nog wat weten te versnellen, zat er wel een PR in. Chaim en ik hadden afgesproken in principe samen te blijven lopen, maar het ook aan te geven als je het niet meer volhield of juist sneller wilde. Even goede vrienden. ;) Voorlopig was ik blij dat ik hém kon bijhouden.
We liepen een stukje door het Nijmeegse buitengebied, over een bedrijventerrein en toen kwamen we bij de brug. O, hallo wind!
Vanaf dit moment (km 2.5) was het bijna twee kilometer lang tegen de wind in beuken, terwijl we ook nog eens de brug beklommen. Ik zag ons gemiddelde tempo dalen, baalde daarvan, maar probeerde tegelijkertijd krachten te sparen. We moesten natuurlijk nog wel zeven kilometer.
Intussen liepen we over het zonovergoten brede brugdek. Het was gaaf om naar boven te kijken en de brug zelf te zien – het deed me denken aan lopen over de Erasmusbrug in Rotterdam, nog maar drie maanden geleden (hé wacht, echt op de dag af 3 maanden geleden zelfs!).
KM 4-7
Helemaal aan het einde van de brug – we hadden inmiddels het 4 km-bordje gepasseerd – draaiden we om. Terwijl een slagorkest speelde begonnen wij in tegenovergestelde richting de brug weer te beklimmen. Nu pas merkte ik dat we de laatste paar honderd meters al best naar beneden hadden gelopen.
Bij het 5 km-punt deelden ze water en AA-drink uit. ‘Kom, sprintje tot de 5 km-drempel’, riep ik naar Chaim. Daarna pakte ik al rennend een bekertje en gooide het zoet-plakkerige spul half in mijn gezicht.
Het stuk tussen kilometer 4,5 en 6 was het allerlekkerst. Zon in m’n gezicht, de harde wind in m’n rug, en na de helft van de brug ook nog eens een heel stuk dalen. Links voor ons lag de ‘skyline’ van Nijmegen met de Stevenskerk (waar deze loop naar is vernoemd), de andere twee bruggen, de Waalkade en zo nog wat herkenbare punten van deze stad, die ruim vijf jaar mijn thuis is geweest.
Bij kilometer 7 weer een waterpunt. Ik dronk een half bekertje, Chaim liep al door – achteraf hoorde ik dat dit het punt was waarop hij het zwaar kreeg. Ik zette de muziek in m’n oren een tandje harder bij wijze van mental support. Nog drie kilometer, dat kan ik. We liepen alweer richting stad.
KM 8-10
Acht kilometer gehad: 44 minuten, 52 seconden, zei mijn app. Woah, dat is maar 10 seconden langzamer dan de Lintloop (8 km) die ik in november liep. Als ik nu volhoud, is dat PR in zicht…
Vlak na de achtste kilometer draaiden we, na een stukje door beschutte straten te hebben gelopen, de Waalkade op. En daar was de wind weer! O nee, dacht ik even. Verderop stonden een paar start/finishbogen, maar ik wist dat nog niet het einde was. Naar het bleek was er ook nog een ‘New Balance Challenge’, die een specifiek stuk van 400 meter besloeg. Waarom? Geen idee, ik vond het op dat moment vooral irritant dat er zo’n boog stond, waardoor iets in mij dacht JA IK BEN ER BIJNA, terwijl ik nog bijna twee kilometer moest.
Achteraf lees ik dit:
“Een bijzonder spektakel vond plaats op de Voerweg. Begeleid door de beats van DJ KES gingen veel deelnemers de New Balance Challenge aan. Eric van der Meer was de snelste beklimmer van de Voerweg. Hij had slechts 1.06 min nodig om de 400 meter van de Waalkade over de Voerweg af te leggen. Helena Feenstra van de Nijmeegse studentenatletiekvereniging ’t Haasje was met 1.16 min de snelste vrouw op de New Balance Challenge.”
Daar was het 20 kilometer-bordje al, voor de halve marathonlopers die een uurtje ná ons zouden komen. ‘Zo, al 20 gehad’, grapte Chaim naast me – ik kon alleen maar mijn duim opsteken. Doorademen, doorlopen, nog even.
In de laatste kilometer gingen we weer flink stijgen. De Voerweg op, een halve bocht omhoog. Sprintje trekken was (nog) geen optie, maar eenmaal boven ging het hard. Langs de kant stonden steeds meer toeschouwers, we liepen door de winkelstraat, omlaag richting de Grote Markt. Ga maar, riep ik naar Chaim, die daarop nog een tandje bijzette en voor me uit sprintte. Ik probeerde hem zo veel mogelijk bij te houden en álles, alles te geven. Over 1 minuut mag ik op zijn. ELKE SECONDE TELT SUUS. Ik wist dat het ’t verschil kunnen zijn tussen wel en niet een persoonlijk record lopen.
YES, finish! Ik zette nog een paar stappen, knielde toen neer om uit te hijgen. Ooooh, gehaald. Verderop zag ik Chaim al. Zodra ik weer op adem was, liep ik naar hem toe. We kregen onze medaille, een flesje AA-drink en zochten toen een plekje uit om in de zon, naast de kerk bij te komen. We did it!
Ging ik niet te langzaam, vroeg Chaim aan me. En ik had hem hetzelfde willen vragen, dus al met al hebben we elkaar er denk ik best doorheen ge-haast. ;) Beiden waren we blij dat we samen hadden gelopen. Anders was hij waarschijnlijk te snel gestart en had ik de laatste kilometers toch minder doorgebikkeld.
Via sms kreeg ik mijn eindtijd door: 56:09! Dat is ruim een minuut sneller dan een half jaar geleden bij mijn eerste 10 kilometer-wedstrijd, de Tilburg Ten Miles. Ik ben superblij. Helemaal als ik bedenk dat ik nog maar een week geleden voor het eerst een halve marathon liep – en daar stiekem misschien toch nog niet helemaal van hersteld was, getuige de pijn in m’n kuit de rest van de dag. ;)
What’s next? Op 22 mei kan ik weer naar Nijmegen, voor de Marikenloop. Dat was vorig jaar mijn eerste wedstrijd, 5 kilometer. Ook nu loop ik weer die afstand, net als een paar vriendinnen. Ik wil er graag mijn PR aanscherpen, dus onder de 26:20 lopen. Daar heb ik nu nog 10 weken de tijd voor. O, en m’n eindtijd van de Stevensloop maakt me best nieuwsgierig naar wat ik zou kunnen lopen op een parcours zónder stijgen en dalen, zónder brug en zónder harde wind.
Er valt nog genoeg te ontdekken. Een schema ligt klaar, maar éérst is het zaak nu een aantal dagen goed uit te rusten en weer op krachten te komen. Bovendien had ik mezelf na de halve marathon nog een cadeautje beloofd: nieuwe hardloopschoenen!
Geef een reactie