Donderdagmiddag, ik zit aan mijn bureau bij Einder. Buiten is het zonniger en warmer dan de afgelopen twee weken, maar ondanks de helderheid mist het in mijn hoofd.
Dit zijn de momenten waarop ik me graag snel en veel laat afleiden. Ik surfte al vaker dan me lief is naar LinkedIn.com (het enige sociale medium dat ik nog heb, in principe bedoeld voor mijn werk) – uiteindelijk heb ik maar gewoon uitgelogd, in het kader van zelfbescherming.
Ik pakte m’n smartphone vaker – met ‘vaker’ bedoel ik eens in de anderhalf uur, wat nog steeds radicaal minder is dan voorheen, maar toch, ik wil het eigenlijk niet en ik kan het niet laten. Uiteindelijk zette ik het dingetje maar uit.
Ik ben moe, realiseer ik me.
Het was ook een drukke week. Drie dagen was ik bij klanten en hoewel dat allemaal leuk en goed was, was het ook wat veel. Ik verzette figuurlijke bergen, liet grote hoeveelheden informatie in en uit mijn hoofd stromen. En hoewel ik dat natuurlijk al jaren doe, merk ik deze week weer een nieuwe functie van afgeleid-zijn door social/whatsapp/smartphone: in al die drukte en veelheid geeft het me adempauze.
Althans, dat lijkt het te doen. Pardoxaal genoeg maakt smartphonestaren (of struinen over blogs, nieuwswebsites of wat dan ook) me juist méér overprikkeld, dus eigenlijk is scrollen het laatste wat ik moet doen als ik gaar ben.
Ik zal dus tijdens de werkdag andere momentjes van pauze en onderbreking moeten vinden. Even naar de keuken lopen, thee zetten en voor me uitstaren terwijl de waterkoker z’n werk doet. Een rondje buiten lopen. Gewoon even voor me uit staren (al vind ik dat enorm lastig, want ik doe niets nuttigs, knaag-knaag). Mindful zijn, mijn adem, lijf en voeten voelen. Hoe doen jullie dat? Ik kreeg van meerdere lezers reacties dat ze ook bezig zijn geweest met afkicken, benieuwd naar jullie ervaringen ermee!
Deze week lees ik op aanraden van een bloglezeres het boek Je hebt de tijd van Paul Loomans. Paul is zenmonnik en heeft een praktische handleiding geschreven voor wat hij Tijdsurfen noemt, het tegenovergestelde van time-management. Niet de tijd willen controleren en vastgrijpen, maar meedeinen op de golven ervan. Met als doel stressvrij werken en leven. Superinteressant, te meer doordat dit boekje (dat overigens ook prachtig is vormgegeven) niet heel abstract/theoretisch spiritueel is, maar juist allerlei directe aanknopingspunten biedt voor je dagelijks leven.
Want ja, natuurlijk kun je naar India gaan en dagenlang zitten mediteren op een berg. Dan word je vast rustiger. Maar het is een stuk uitdagender om hier en nu, in het drukke westerse leven van alledag, die rust te vinden. Grappig genoeg las ik donderdag in de trein naar huis precies het antwoord op mijn vragen hierboven: wat doe je als je merkt dat je concentratie op is – en hoe voorkom je dat dat te snel gebeurt?
Paul introduceert het concept van ‘witjes’; korte pauzemomenten voor je brein, waarin je geest zich kan ontspannen. Dat betekent niet dat je letterlijk niets hoeft te doen – volgens Paul is het voor mensen met een kantoorbaan ideaal om bijvoorbeeld even thee te zetten, een klein afwasje te doen, een blokje om te lopen of wat anders fysieks te doen. Het gaat erom dat je iets doet waarbij je niet bewust hoeft na te denken.
Ik geloof dat ik die witjes komende week maar eens in mijn werkdag ga introduceren.
Geef een reactie