Soms kan iemands mening echt voelen als een klap in mijn gezicht.
Ik moest in elk geval een beetje slikken toen Sylvia Witteman een dag nadat ik mijn vorige ‘Dit las ik in augustus’-blogje, met daarin een kleine lofzang op Haar naam was Sarah, op Twitter verkondigde dat dit boek ‘gruwelijke, kotsverwekkende kitsch was’.
En toen waren allerlei andere mensen (waaronder Ionica Smeets) het ook nog met haar eens. Zevenentwintig hartjes – and counting.
Uh, ja.
Het zijn mensen die ik hoog acht, die ik zie als expert/gaaf/intelligent/inspirerend. Mijn eerste reactie is dan dus om me te schamen voor mijn eerdere mening. En die bij te stellen. Meteen denk ik terug aan de passages die ik las in het boek: hmm, misschien waren ze inderdaad niet zo goed. Wellicht wás het allemaal wat cliché. Mogelijk had het veel beter kunnen worden opgeschreven – of nog liever, helemaal niet.
Ik probeer me voor te stellen hoe ik het ook ánders, kritischer, had kunnen lezen.
Tegelijkertijd wringt er iets in me. Want in alle oprechtheid: ik raakte wél meegesleept door het verhaal (net als overigens miljoenen mensen over de hele wereld), ik las het in een ruk uit en legde het met een diepe zucht weg. Ik piekerde er nog dagen over. En ik vind het fijn om soms zonder vooringenomen/kritische blik een verhaal te lezen. Er gewoon in op te gaan.
Vervolgens probeer ik dus die mening van Sylvia – toch iemand tegen wie ik opkijk en die in mijn ogen wel verstand heeft van schrijven/boeken/literatuur – voor mezelf te relativeren.
“Trek het je niet aan.” “De ander heeft ook maar een mening.” “Kwestie van smaak.”
Maar ja, dan lees ik door op Twitter en dan zijn er mensen die zeggen dat “sommige dingen nu eenmaal slecht zíjn“.
Is dat zo? Mogelijk – ik bedoel, ik moet zelf soms ook lachen om slecht geschreven teksten en ik gruwel ook bij te kazige blogposts af en toe (al zijn er op hun beurt vast ook weer mensen die gruwelen bij míjn stukjes tekst hier).
Maar waarom mag je ‘slechte’ dingen eigenlijk niet ‘goed’/fijn/lekker/inspirerend/indrukwekkend vinden? In de wereld van hoogopgeleiden wordt vaak nogal gelachen om boeken als Eat Pray Love, maar weet je, dát boek heeft voor mij zo rond m’n 19e daadwerkelijk invloed gehad op de manier waarop ik naar dingen keek. Sommige boeken die ik voor Nederlands moest lezen, zeiden me weinig.
Ik denk nog steeds: voor elk boek een levensfase, voor elk mens een verhaal. En nee, soms past het misschien niet, dan is er geen match, kunnen jij en het boek elkaar zelfs misschien niet uitstaan. Maar geeft dat? Mag iemand anders er daarom dan niet wél van genieten? (En is je beeld van de ander negatiever als je weet dat die zoiets ‘lagers’ waardeert? Waarom eigenlijk?)
Als iemand lekker Goede Tijden, Slechte Tijden wil kijken, nou en?
Als iemand fan is van Utopia, nou en?
Als iemand geniet van de ‘commerciele fictie’ van Dan Brown/Tatiana de Rosnay/Elizabeth Gilbert/Kluun/Saskia Noort, nou en? (En waarom zouden deze mensen níet alles wat ze in zich hebben geven, waarom kan er volgens de publieke opinie geen liefde zitten in iets waar geld mee is verdiend?)
En ja, ik las ook De Cirkel en aan dat verhaal denk ik twee jaar later nog stééds af en toe terug – zelfs al was het misschien niet fantastischprachtigmooi geschreven.
Getuigt dat alles van slechte smaak? En zegt dat dan iets over mij? Je kunt toch tegelijkertijd óók allerlei ‘high culture’ dingen mooi vinden? Waarom moet het een het ander uitsluiten? (En hoeveel mensen hebben Piketty/Hobbes/Luyendijk/Buwalda ongelezen in de kast staan – omdat ze zich graag afmeten aan die smaak maar intussen lekker snelle detectives lezen?)
Ik kan me wel voorstellen dat je, als je eenmaal héél veel boeken hebt gelezen – waaronder ook de meer ingewikkelde werken – je anders gaat kijken naar ‘simpele’ chicklits. Dat het je misschien niet meer bevredigt, dat het niet voldoet. Zoals een fles 3-euro-huiswijn niet meer voldoet als je goede chablis hebt leren waarderen. Maar betekent dat dat zulke boeken meteen ‘onwaardig’ zijn, bespuugd moeten worden?
Dankzij Haar naam was Sarah lazen duizenden, zo niet miljoenen mensen over de Tweede Wereldoorlog. Veel van die mensen hadden anders wellicht amper een beeld gehad van de oorlog. Al deze mensen stonden stil bij de gruwelijkheden, lieten ze op hen inwerken. Dankzij Eat Pray Love kozen vrouwen over de hele wereld hun eigen weg. En dankzij Goede Tijden, Slechte Tijden kunnen veel Nederlanders na een lange werkdag even lekker relaxen op de bank.
Natuurlijk is het geweldig dat er pareltjes van literaire werken bestaan. Dat er mensen zijn die zo mooi kunnen schrijven, dat het met recht Kunst mag heten. Ik geniet daarvan en met mij vele anderen. Laat er nog véél meer moois worden geschreven.
Maar ook verhalen die niet perfect verwoord zijn, kunnen mensen bewegen. Ook rafelige werken kunnen raken. Elk verhaal kan voor iemand op de wereld iets toevoegen. Al die dingen hebben ook een rol. O, misschien klink ik nu vreselijk pacifistisch, maar jongens, laten we alsjeblieft eens stoppen met doen alsof de ene mening belangrijker/groter/ontwikkelder is dan de andere.
Misschien is het net als met wijnproeven. Wijn kan góed zijn, of minder goed, en daar kun je over schrijven, daar valt een hoop in te leren en te herkennen (en net als met lezen is de sleutel: veel oefenen!). Maar snobisme maakt de wereld niet mooier.
En veel mensen zullen een toegankelijk Gall&Gall-wijntje van 10 euro veel lekkerder vinden dan een >100 euro-fles van een beroemd wijnhuis.
Dus jeej, leve huiswijn, en leve mooie chablis, wat fijn dat het allemaal naast elkaar mag bestaan.
Geef een reactie