Mag ik even juichen??!
Had je me twee jaar geleden bovenstaande runs laten zien, dan was ik niet onder de indruk geweest van mezelf. Stukjes van 7 tot 9 kilometer, koekie eitje toch? En met een tempo onder de 11 kilometer per uur nog wel.
Nou, vandaag denk ik daar anders over.
Ik loop weer hard! Maar echt! Het is zo fijn!
En dan staat in dit screenshot nog niet eens de duurloop van een uur (met alleen elke 8 minuten een minuutje wandelen) die ik twee weken terug op zondag deed, 9,8 kilometer, dat is praktisch een 10K.
(En nee, die 200 meter rende ik er níet nog even achteraan, schema = heilig, dat heb ik afgelopen maanden wel geleerd – die 10K-grens ga ik heus ergens komende weken over!)
Deze week ruimde ik spullen op en flikkerde subiet al m’n oude hardloopmedailles in de prullenbak. Of nou ja, bijna allemaal – alleen de halve marathons (Stockholm, Eindhoven, CPC) kregen een plekje in de nieuwe archiefdoos.
Dat was seizoen 1 van mijn hardloopcarriere. Mooi, fijn, blij mee, maar ook voorbij. Nu is het seizoen 2, post-peesontsteking. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. En daarvoor is het cruciaal dat ik mijn oude statistieken, looptijden, PR’s uit mijn hoofd zet. Zodat ik helemaal tevreden kan zijn met de records van nu.
Met weer een half uur hardlopen zonder wandelpauzes.
Of zelfs drie kwartier.
Met eindelijk weer hardlopen aan de overkant van het water.
Met een kilometer rennen onder de 5’00.
Met straks de 10K aantikken – en hopelijk over een paar maanden zelfs weer de 15?
Was ik blijven hangen in de herinnering aan wat ik kon vóór die blessure 1,5 jaar terug roet in het eten gooide, dan zou ik nu nog steeds gefrustreerd en gedemotiveerd zijn. Zo kwel je jezelf met je eigen verwachtingen – en het zorgt er bovendien voor dat ik veel te snel weer was gaan opbouwen. Een vijf kilometer, dat kan ik toch makkelijk?!
Ja, dat kan ik qua conditie inderdaad. Maar mijn voet kon dat niet, moest dat héél langzaam weer leren, engelengeduld en zo.
En dus ben ik nu al sinds mei 2019 aan het opbouwen naar de stukjes hierboven. Met hulp van coach Laetitia leer ik mezelf een andere looptechniek aan (minder op m’n tenen, meer naar de buitenkant van mijn voet, rustige passen), en dat betekent nog steeds elk rondje volle focus om niet terug te vallen in oude gewoontes. Wat wil je ook, als je 28 jaar op een bepaalde manier je voet hebt neergezet?
Goed, ik ben blij dus. En ja, ook na die 8,8 kilometer van vanmorgen voel ik nu mijn enkel weer wat zeuren. Maar inmiddels kan ik de verschillende soorten gevoeligheid precies onderscheiden – ik weet exact wat voelt als “op de grens” en wat als “shit, eroverheen”. Dat maakt ook dat me minder druk maak als het een klein beetje zeurt – paar dagen rust, gaat wel weer over – en tegelijk wél m’n run afbreek of ga wandelen als ik voel dat de pijn er echt in schiet.
Balanceren is het. En tegelijkertijd is herstel nu m’n grootste motivatie om op een koude, donkere donderdagavond tóch de deur uit te gaan. Immers: elk rondje dat ik niet loop, betekent dat ik een stap terug moet in m’n schema (te lange rust is ook niet goed, kwestie van use it or lose it blijkbaar bij pezen) en dat het dus langer duurt voor ik op m’n oude niveau ben.
Wacht, oude niveau?
Nee op naar nieuwe hoogten!
Wie weet er nog een leuk 10K-wedstrijdje ergens dit voorjaar?
Geef een reactie