Allemaal flarden hangen er in mijn hoofd, in m’n concepten-map, op briefjes tussen de werkspullen en in de notitie-app van mijn telefoon. Puzzelstukjes die nog niet helemaal samenkomen. Ik zou graag schrijven over het geheel, over hoe alles glashelder en kneitervaag tegelijk is deze week, over het zoeken en vinden, maar het lukt nog even niet. Of vooral: het is er nog de tijd niet voor.
Dan maar wat flarden.
(Wat ben ik toch blij met dit blog, de plek waar ik gewoon die puzzelstukjes kan dumpen, waar m’n schrijven niet gepolijst hoeft. Natuurlijk moet het wel een béétje representatief (alles wat je doet straalt af op de rest), maar het voelt ook goed dat het hier zeventig-procent-af en niet-uitgedokterd mag zijn. Júist, misschien wel.)
Ik ben dus veel bezig met plantaardig eten, veganisme zo je wilt, al vind ik die term nog altijd extremer klinken dan-ie voelt in de praktijk. Sinds ik terug ben uit Frankrijk is zo’n 95 procent van wat ik eet plantaardig. Dat klinkt als een hele prestatie, maar eigenlijk gaat het vrijwel vanzelf – dus waarom zou ik nog anders doen?
Zou het dan zo zijn dat vorige zomer de zomer was waarin ik afkickte van sociale media, en dit jaar het moment waarop ik dierlijke producten de deur uit doe?
Dat is natuurlijk te vroeg om te zeggen, maar in beide gevallen voel ik dat ik eindelijk doe wat ik diep vanbinnen wil. Dat ik leef naar mijn waarden.
Verder denk ik veel na over het klimaat. Hoewel, ‘nadenken’ klinkt als piekeren en dat is het eigenlijk niet. Het is meer dat ik me erin verdiep en daar met mensen over praat – ik heb het geluk dat ook E met het thema bezig is, waardoor we ons er beiden minder alleen in voelen, en heb nog altijd veel steun aan de blogjes van Loes.
O ja, en ik luisterde de laatste aflevering van de Klimaattherapie-podcast. Echt een aanrader jongens, en als je érgens wilt beginnen maar geen zin hebt om uren tijd te investeren, luister dan tenminste aflevering 3 (over de psychologie van klimaatverandering) en 4 (met antropoloog Roanne van Voorst).
Twee keer een half uurtje, gewoon te vinden in je Podcast-app. Doe het.
Omdat nádenken over het klimaat natuurlijk niet genoeg is, ben ik vanaf deze maand bezig in kaart te brengen wat voor spullen ik eigenlijk koop, nu ik besef hoe vervuilend onze collectieve gewoonte van consumentisme is. Alleen hier bewust mee bezig te zijn, zonder mezelf restricties op te leggen, maakt al dat ik veel minder snel wat nieuws koop.
Ter illustratie, deze maand kocht ik (los van eten en drinken):
– Een nieuwe Eastpak-rugzak – ik had alleen nog maar een leren schoudertas en miste al maanden de optie om ook een rugtas te gebruiken.
– FysioTape – nodig voor mijn geblesseerde voet.
– Twee nieuwe deodorantsticks – Rexona, dus geen duurzaam spul, maar alle biologisch afbreekbare deo’s die ik tot nu toe probeerde geven me klots-oksels. Iemand een tip?
– Het bordspel Detective – een cadeau voor het afstuderen van B, ik wist dat hij dit spel graag wilde, hopelijk gaan we hier veel uren plezier aan beleven
– Mondkapjes – tja, ik moet regelmatig in de trein…
En over consuminderen gesproken:
- Ik heb besloten om boeken voortaan te lenen bij de bieb, zoveel als kan, in plaats van ze uit gemak meteen op Bol te bestellen. Sowieso: áls ik boeken bestel doe ik dat tegenwoordig op Bazarow, want Bol is een asociaal kutbedrijf.
- Als mensen jarig zijn, gaf ik sowieso al liever een ervaring (samen uit eten, dagje sauna) dan spullen. En als het ‘spullen’ zijn, dan bijvoorbeeld een fles olijfolie of een mooie bos bloemen. Maar ja, soms weet ik niet wat ik moet geven en dan koop ik toch wat randoms. Dat wil ik proberen niet meer te doen. Tenminste: als iemand concreet om iets vráágt (‘dat bordspel lijkt me supervet!’) dan geef ik dat natuurlijk graag – want dan weet ik ook dat zo’n ding echt blij wordt ontvangen en goed gebruikt wordt. Maar anders kan ik beter iets niet-materieels bedenken. Of wat lekkers bakken.
- Veel (professionele) vloggers leven natuurlijk van producten aanprijzen. Dit is voor mij een belangrijke extra reden om geen professionele vlogger te willen worden. Ik wil mensen niet aanmoedigen tot koopgedrag. Aan de andere kant: plantaardige producten onder de aandacht brengen, laten zien hoe makkelijk en lekker vegan eten is, vind ik wél een goed idee.
Ik ben dus begonnen met yoga en dat is superfijn. Na een paar proeflessen sloot ik een abonnement af waarmee ik twee keer per week kan gaan. De studio waar ik naartoe ga, is nog geen tien minuutjes fietsen en ze hebben er een ruim aanbod – van intensieve poweryoga en pilates tot rustige yin-yoga. Tot nu toe volg ik vooral hatha- en ashtanga-yoga.
Iemand gaf deze week voor het eerst weer eens echt kritiek op iets wat ik had geschreven. Dat was een verademing, én het was superconfronterend. Ik kan echt in twee minuten gaan van ‘PLEASE laat me weten hoe dit beter kan, ik wil alles leren!!!!’ naar ‘mijn god wat een prutswerk maak ik en alles is kut en waarom heb ik ooit durven denken dat ik kan schrijven’.
Uh, ja. Dat wordt nog wat met die schrijfcursus dit najaar. ;-)
Geef een reactie