Als het gaat om de slaap van mijn baby, kom ik toch telkens weer uit op één wijze les: go with the flow.
De eerste drie maanden van haar leven sliep kleine M als een roosje. Hoewel dat alweer een versimpelde weergave van de werkelijkheid is, want zoals alle baby’s had ze de eerste 6-8 weken een omgekeerd dag-en-nachtritme. Dus ook wij zijn toen nachten urenlang wakker geweest terwijl we rondjes liepen door de woonkamer (in het begin deed vooral B dit want ik moest herstellen van de bevalling en mocht nog niet teveel lopen). Ik herinner me ook nachten waarin ik knikkebollend de zoveelste voeding zat te geven, blokken van maximaal 2 uur slaap achtereen waren normaal.
Maar over het algemeen hadden we zéér weinig te klagen. Toen ze 8 weken oud was brachten we kleine M voor het eerst ’s avonds naar bed en een paar weken later kon ze al zelf in slaap vallen (als in: wij legden haar na de avondvoeding wakker in bed en gingen dan naar beneden, ze sliep binnen 10 minuten zonder een kik te geven).
En toen werd ze 14 weken oud en veranderde het plotseling. Daarover schreef ik al. Na een aantal weken werd het weer beter, bijna net zo plotseling. Eind januari gingen we een weekendje weg en daar, in dat vreemde huisje en in de reiswieg waar ze normaal nauwelijks in slaapt, maakte ze ineens 3 nachten op rij een blok van ongeveer 20 uur tot 5 uur ’s morgens.
Natuurlijk gingen we denken: waar komt dit door?? Welke variabele die hier ánders is, kunnen we thuis ook toepassen? We legden haar thuis een paar nachten in de reiswieg, dat ging inderdaad vrij goed maar zulke lange blokken als dat weekendje werden het niet meer.
Ook prima, want we hadden op zich best een flow met 1-3 nachtvoedingen en daartussen relatieve rust. Ik kon de nachten doorgaans prima in mijn eentje handelen. Meestal sliep ze wel vanaf de helft van de nacht tegen mij aan in bed, maar zolang ik dan al een goed blok had geslapen, was ik daar oké mee.
En toen werden we ziek.
Gelukkig was de kleine M de laatste die koorts kreeg (thank god voor die ene nacht waarin ik zelf hoge koorts had, zij alleen om 3 uur wakker werd voor voeding en ik haar daarna wakker teruglegde in bed en ze ZELFSTANDIG INSLIEP), maar toen ook zij ziek werd en d’r hoofdje vol snot zat, begon het drama.
Vaak wakker. Huilen. Weer wakker. Eindelijk in slaap, halfuurtje later hoestte ze zichzelf wakker. Weer huilen, strekken, duwen. Niet meer in haar eigen bedje te krijgen – zelfs na úren op de arm slapen kon je haar niet wegleggen zonder dat ze meteen wakker werd en in paniek raakte.
En zo sliep ik nacht na nacht met een baby tegen me aan, de hele nacht. Dat was toch wel vermoeiend, zeg.
Ik kan op zulke momenten eindeloos piekeren over wat het probleem is (al was dat in dit geval vrij duidelijk), hoe we het kunnen oplossen en wat de juiste aanpak is. Maar wat me eigenlijk het beste helpt, is meebewegen. Accepteren dat het nu even prut is – en dat dat stom en soms zwaar is. Liever matig slapen met kleine M tegen me aan, dan helemaal niet slapen omdat de baby huilt (you cosleep or you don’t sleep, aldus een wijze vrouw). Vertrouwen op onze aanpak – nabijheid en geborgenheid bieden, ook in de nacht – en verder proberen geduldig te blijven.
Natuurlijk waren er afgelopen weken momenten waarop ik dacht: moet ik haar niet toch in bed laten huilen? Ze valt heus een keer in slaap. Maar ik kán het gewoon niet, mijn hart breekt als ik dat kleine meisje zo overstuur zie krijsen in haar bedje. Ze roept mij en ik geef niet thuis, dat voelt verkeerd.
Misschien is dit over 3 maanden trouwens alweer helemaal anders. Want zo gaat het met baby’s: alles verandert de hele tijd. Waarschijnlijk voel ik op een dag dat kleine M eraan toe is om te leren zelf in haar bed te slapen, dat ik haar ook een aai over d’r bol kan geven terwijl ze huilt, dat mijn aanwezigheid genoeg is. Maar vandaag is dat nog niet zo. Vandaag til ik haar dan toch maar weer eruit, voel hoe haar onrustige lijfje in mijn armen instant ontspant en wieg haar makkelijk in slaap – eventueel met een slokje troostboobie erbij.
Niet alleen voor háár sanity trouwens, net zo goed voor de mijne. Meestal heb ik gewoon niet de puf om uren in de weer te zijn. Op deze manier slaapt zij het meest, en ik dus ook.
Verder nog dit: dit hele gebeuren is zo grillig en all-over-the-place dat deze blogpost, zo genuanceerd als ik ‘m probeer te schrijven, totaal de lading niet dekt. Dit is goed om te beseffen – reminder dat ervaringsverhalen van ouders altijd maar een deel van de werkelijkheid dekken.
Zo was er deze week óók ineens een avond waarin mijn baby vredig in haar eigen bedje in slaap viel, terwijl ik ernaast zat met een hand op haar hoofdje (een prachtig moment en een enorme mentale opsteker – zie je wel, híér werken we naartoe!).
En zo oefenen we met dutjes overdag in de kinderwagen, dan huilt ze soms wel 5-10 minuten terwijl ik rondjes door de kamer loop en tegen haar zing, tot ze in slaap valt.
Het is elke dag, elk moment gewoon weer anders. Twee weken terug duurden haar dutjes vaak maximaal 3 kwartier behalve als ze in de draagzak sliep, ineens zijn ze een stuk langer en slaapt ze soms uren in de kinderwagen (en op andere momenten weer niet).
Terwijl ik dit schrijf, ligt er al ruim 2,5 uur een slapend babymeisje tegen mij aan. Maar hoe de middagdut straks gaat, zou ik totaal niet kunnen voorspellen, laat staan of we vanavond toekomen aan het verhaaltje-voor-het-slapengaan – voorlezen aan een krijsende baby voelt toch een beetje raar.
We gaan het wel zien. En intussen heb ik mégazin om weer eens ’s avonds met B uit eten te kunnen, snak ik naar een goeie cocktail of een glas wijn (maar alcohol drinken is te onhandig in de huidige situatie), en hoop ik binnenkort weer de avond voor mezelf te hebben in plaats van na het eten samen met m’n kind naar bed te gaan.
Maar dat komt heus weer.
Vandaar dus: go with the flow.
Geef een reactie