Mijn dochter van 15 maanden plast regelmatig op het potje. Als ik mensen dat vertel, kijken ze meestal erg verbaasd.
Nee, ze is niet zindelijk. Maar ze weet wél waar het potje voor is (‘pffff’, zoals zij dan zegt). Even op het potje zitten is de afgelopen maanden deel van onze dagelijkse routine geworden. Vaak betekent dat gewoon gezellig een boekje lezen of wat spelen. Soms komt er een plasje. Zo nu en dan zelfs een poepje. ‘Goed zo’, zeggen we dan: ‘Daar is het potje voor’.
We maken er geen heisa van (waardoor ze het onbewust misschien spannend gaat vinden). Willen vooral uitstralen: ja, dit is de bedoeling. En het is heel gewoon.
In de zwangerschap las ik al eens over babyzindelijkheidscommunicatie. En hoewel het er in de babytijd nauwelijks van kwam om daar echt mee te oefenen, kocht ik wel alvast een potje. Zodra ze kon zitten – rond 8 à 9 maanden – zette ik haar daar weleens op en vertelde waar het voor was.
Ze was bijna 1 jaar toen ze ineens zelf naar dat potje begon te wijzen. ‘Wil je erop?’ Grote grijns.
Dus zo begon het: op het potje wanneer ze een schone luier krijgt. Eerst af en toe. En langzaam bouwden we het verder uit. Intussen was ik ook de methode De Pot Op tegengekomen, en had ik wat meer gelezen over hoe we in de westerse wereld onze kinderen steeds later pas zindelijk laten worden.
Korte samenvatting: Nederlandse kinderen zijn tegenwoordig gemiddeld rond 3 jaar zindelijk. In de jaren ’40 was dit al rond 1 jaar (!). De wegwerpluierindustrie heeft daar een grote rol in gespeeld.
Niet alleen omdat de wergwerpluiers tegenwoordig zo ‘goed’ zijn dat baby’s en peuters niet meer voelen dat ze geplast of gepoept hebben. Ook doordat men de opvatting verspreidde dat ‘je moet wachten tot het kind er klaar voor is’ (wat dus een doelbewust verspreid frame is geweest om meer luiers te verkopen: in dit artikel lees je er meer over).
Anyway, al die luiers zijn natuurlijk een ramp voor het milieu. En ja, wasbaar maakt veel verschil, maar je moet nog steeds wassen (= heet water, wasmiddel).
Iets waar ik ook nooit zo bij stil had gestaan: dat we onze kinderen eerst leren om in een luier te plassen – niet te voelen hoe hun lichaam werkt – en dat twee jaar later weer afleren, vaak met veel moeite.
Ik las het boek Je baby op het potje van Laurie Broucke (niet meer nieuw verkrijgbaar, ik vond ‘m op Marktplaats). Vond tips en ervaringen van ouders wier baby vóór het eerste levensjaar al droog is, ook ’s nachts. Luisterde een Ouders Van Nu-podcast met zindelijkheidsexpert Debby Mendelssohn, die zelf al haar 6 (!) kinderen met 1,5 jaar uit de luiers had. Ook zij is er heel nuchter over: dit kan gewoon. In grote delen van de wereld zijn kinderen zelfs rond 12 maanden zindelijk.
Je moet het alleen wel dóén.
En ja, het is een proces van lange adem. Ik heb echt niet de illusie dat mijn dochter volgende week – of zelfs volgende maand – volledig zindelijk is.
Wel merk ik hoe ze leert. De laatste tijd laten we haar ’s morgens, tussen het opstaan en de ochtenddut, bijna altijd zonder luier rondlopen. Ze weet waar poepjes en plasjes dan naartoe moeten (‘pffff’, zegt ze en wijst vrolijk naar het potje). In de praktijk belanden die plasjes nog in haar broek/op de grond, maar ze heeft duidelijk door dat ze aan het plassen is (‘pam! pam!’, roept ze dan en wijst naar de grond). En ach, een schone broek heb je zo aan.
Als ik zelf naar de wc ga, loopt ze vaak mee. Ik vertel dan in detail wat ik ga doen (een tip van De Pot Op) en intussen snapt ze dat ook goed.
Het is, kortom, iets waar we mee oefenen. We zijn ermee bezig. En ja, natuurlijk kost dit tijd en moeite. Maar het is een tof experiment. Ik leer m’n dochter ook op een hele nieuwe manier kennen, krijg steeds meer gevoel voor de subtiele signalen die ze afgeeft.
Het potje hoort inmiddels gewoon bij de opvoeding. Eigenlijk net als tandenpoetsen, je handen wassen na het eten en al die andere kleine dingen.
Geef een reactie