Op zestien vierkante meter wonen dwingt je om keuzes te maken. Elk ding dat je bezit is immers de hele tijd IN YOUR FACE aanwezig, je bergruimte is beperkt en als je iets laat slingeren ligt het direct in de weg. Sinds augustus heb ik dan ook al een aanzienlijke hoeveelheid spullen naar de kringloop/container/milieustraat gebracht.
Interessant bij-effect: ik snap ineens waarom mensen die meer rust in hun leven willen, spullen wegdoen. Het gebeurt namelijk vanzelf: al je dingen wegdoet, creeer je letterlijk ruimte. Het voelt lichter, zorgelozer, om niet zo veel meuk te hebben. Bovendien is het een geweldige oefening in loslaten. De Aardkinderen-serie bijvoorbeeld, die al sinds m’n tienerjaren een aanzienlijk deel van m’n boekenkast in beslag nam, besloot ik nu dan toch eindelijk naar de kringloop te brengen. Natuurlijk met wat pijn in m’n hart – o, ik weet nog hoe ik de boeken kreeg met Pakjesavond, hoe ik ze verslond – maar weet je, hoe vaak ga ik die dingen nou nog lezen? Waarschijnlijk nooit en anders misschien nog 1 keer in mijn leven, maar ja, dan kan ik die boeken ook heus weer ergens op de kop tikken.
Ik merk ook dat ik veel kritischer ben op dingen die ik koop: of het nu voedsel (mijn voorraadkast is 1 plankje), kleding (ook die kast is niet eindeloos groot) of random prullaria (die leuke kaars/rituals geurstokjes/fotolijst staat SOWIESO meteen in de weg) is. En jee, wat is het leven dan ineens – op een bepaalde manier – eenvoudig.
Vorig jaar rond deze tijd zat ik juist in een stroom waarin ik alleen maar meer, beter, mooier wilde. Nieuwe kleding, nieuwe schoenen, nieuwe boeken, lekkere verzorgingsproducten, ik kocht het voor mezelf – en ja, genoot ervan. Maar ik kocht zo veel dat ik nu nog steeds een grote voorraad heb. In mijn kast staan nog drie onaangebroken shampooflessen en nog STEEDS moet ik mezelf ervan weerhouden de zoveelste Etos-aanbieding van die ene lekkere conditioner aan te schaffen. Het is bizar om te merken hoe subtiel en venijnig het koopmonster in mij te werk gaat, hoe ik me (geholpen door aanbiedingen en lovende Facebookposts) steeds weer laat verleiden om Van Alles Te Kopen.
Nu ben ik de laatste om te beweren dat je niet moet genieten van het leven. Ik ben nog elke dag dankbaar om mijn winterlaarzen, die m’n voetjes warm houden op deze gure dagen. Ik geniet van de twee paar g-starjeans die ik vorig jaar kocht en die inderdaad veel langer mooi blijven dan de goedkopere broeken die ik eerder vooral had. Na een werkdag trek ik het liefst meteen sloffen aan – maar wat het dus vooral is: ik ben me veel bewuster van deze dingen en – hoe kazig het ook mag klinken – ik waardeer ze veel meer.
Nu denk ik niet dat je perse op zestien vierkante meter moet wonen om te waarderen wat je hebt. Om te stoppen met steeds maar meer willen. (Ik denk trouwens ook niet dat ik nu vrij van verlangens ben, hoor, afgelopen week was ik namelijk nog naarstig op zoek naar een mooie camera voor in Maleisië.) Dus ik hoop dat ik mezelf over een paar jaar, als ik misschien weer groter woon, kan herinneren aan deze mindset. Je gaat vanzelf de ruimte innemen die je hebt, met je spullen. Des te belangrijker om daar kritischer naar die blijven kijken. Want voor je het weet, ben je vooral aan het werk om een huis te onderhouden (en in je vrije tijd ook nog schoon te houden!) om al die spullen in te bewaren.
Je omgeving simpeler houden, helpt je om jezelf scherp te krijgen. Helderder in je hoofd te zijn. En laat dat nu precies zijn, waar ik op dit moment mee bezig ben.
Geef een reactie