Ruimte innemen moet ik leren. Maar op één punt wil ik het juist áfleren: ruimte innemen op aarde. Want ik mag het dan ingewikkeld vinden om plek te bezetten, de ongemakkelijke waarheid is dat ik wereldwijd een enorme ecologische voetafdruk heb.
Ik, westerse vrouw met een huis vol spullen.
Ik, Europeaan die in haar leven meer dan zeventig keer in een vliegtuig stapte.
Ik, persoon met kleding uit de hele wereld om haar lijf.
Ik, bezitter van een iPhone, MacBook Pro, vlogcamera, 50 inch-televisie, Magimix en nog veel meer apparaten.
Tja, dat al die dingen ‘niet echt goed voor de wereld’ zijn, weten we allemaal wel. Maar hoe erg is het nou precies? Hoeveel aardbollen zijn er nodig als iedereen zou leven zoals ik? Dat is natuurlijk een ingewikkelde som, en helemaal zeker weten zul je het nooit. Maar gelukkig bestaat er tegenwoordig een hele handige én makkelijke tool om in elk geval een redelijke indicatie van je ecologische voetafdruk te berekenen.
Loes, m’n favoriete eco-blogger, liet laatst al eens helder zien hoe haar voetafdruk eruitziet. Ik raakte er meteen door geïnspireerd – zelfs al heeft Loes qua aardbezetting niets om zich voor te schamen (0,7 aarde, wauw!) en ziet mijn plaatje er waarschijnlijk een stuk minder rooskleurig uit.
Hier en hier lees je (in twee delen) Loes’ berekening van haar voetafdruk. Wat ik aan haar verhaal zo inspirerend vind: dat ze in alles uitstraalt dat leven met een kleine voetafdruk helemaal niet vervelend, saai, vreugdeloos of beperkend is. Integendeel – dat je door duurzamer te leven juist veel meer geluk en verbinding kunt gaan ervaren.
Toch zou je verwachten dat ik het niet zó slecht doe. Al bijna een jaar vlieg ik in principe niet meer en ik ben gestopt met vlees eten (en grotendeels ook met zuivel). Maar maak ik daarmee een significant verschil? Waar zitten mijn grote ‘kostenposten’, qua milieubelasting? En positiever geformuleerd: wat kan ik nog meer doen om planeetvriendelijker te leven?
Sterker nog: wat kan ik nú, vanaf vandaag doen?
Want ja, hoe verlammend het klimaatprobleem soms ook kan lijken, hoeveel makkelijker het ook is om weg te kijken (dat is geen kritiek, het is menselijk!), het goede nieuws is dat je wél wat kunt doen.
Heel veel zelfs, durf ik inmiddels te beweren.
Oké, daar gaan we!
De tool die ik gebruik, heet Mijn Verborgen Impact. Net als het (bijna) gelijknamige boek baseert deze calculator zich op toonaangevend wetenschappelijk onderzoek.
De kern van het verhaal? Een groot deel van de milieu-impact die we in het westen hebben, is niet voor onze ogen zichtbaar. Ze is ‘verborgen’ – in de spullen die we kopen, het voedsel dat we eten, de kleding die we dragen, de reiskilometers die we maken. Lees meer over het boek ‘De verborgen impact’.
Je berekent jouw impact op basis van tien categorieën: eten en drinken, vlees en vis, zuivel en eieren, kleding, spullen, wonen, badkamer, auto, vliegen en openbaar vervoer.
Eten en drinken
Laten we eens kijken wat ik zoal eet en drink:
De calorieën zijn een gokje – ik tel ze niet, maar ik ben best een grote eter. Ik sport regelmatig (= meer brandstof nodig) en ik houd van taartjes. :-) Dus laten we zeggen dat die 2300 een gemiddelde is; als ik uit eten ga is het waarschijnlijk meer, op een gemiddelde doordeweekse dag wat minder.
Ik drink veel, zoals je ziet. Vooral water en thee – er gaan hier dagelijks een paar doppers en minstens één pot groene thee doorheen. Zo nu en dan drink ik een glas vers vruchtensap, Bionade of ginger beer. Qua wijn zit ik de laatste tijd op één tot twee glazen per week (voordeeltje van m’n medicatie; die combineert niet lekker met alcohol).
Vlees en vis
Yes, mwuhaha! Dit voelt goed. Nope. Geen vlees meer voor mij. Al bijna een jaar nu en dit keer wil ik niet meer terug.
Zuivel en eieren
Oké, eerlijk is eerlijk, ik ga hier best lekker op.
Dat kaas zoveel milieu-impact heeft, realiseerde ik me lange tijd nauwelijks. Ik dacht ik dat stoppen met (rund)vlees eten al meer dan genoeg deed. Maar helaas… Logisch ook, als je erover nadenkt: melkkoeien hebben evengoed bergen voedsel (vaak soja) en liters water nodig, en produceren bovendien veel schadelijke uitlaatgassen.
Toen ik deze tool eerder dit jaar invulde, zat ik nog op een paar bakjes zuivel en een paar eieren per week, en zéker meer dan 1 portie kaas. Die ene portie staat daar nu omdat ik zo nu en dan vegetarische uitapjes maak. Bijvoorbeeld wat mozzarella op de pizza of, zoals vorige week, pasta met taleggio in een restaurant.
Voor nu vind ik dat prima. Ik zie dit als een periode van transitie en daar neem ik precies de tijd voor die ik nodig heb. Tot m’n eigen lichte verbazing mis ik kaas niet of nauwelijks, en daar ben ik superblij om!
En voor de duidelijkheid: ik ben niet op een punt waarop ik van anderen in mijn omgeving verwacht dat ze plantaardig voor me koken als ik te gast ben. Ik weet ook niet of ik daar ooit beland.
Kleding
Hoeveel kleding koop ik eigenlijk? Vrij weinig, ben ik geneigd te denken. Ik kan gerust een aantal maanden niets nieuws kopen. En dankzij Project 333 maak ik slim gebruik van de kledingstukken die ik (soms al jaren) heb.
Hoewel, afgelopen zomer kocht ik tóch een kort broekje, een shirtje en slippers. En vorige week vulde ik m’n herfstgarderobe aan met een aantal shirts. Allemaal doordachte aankopen die ik lang had uitgesteld, maar dat kan het klimaat natuurlijk weinig schelen. En o ja, ik haalde ook nieuwe panty’s en sokken…
Ai, daar ga ik.
Al met al schat ik dat ik per seizoen gemiddeld 5 kledingstukken aanschaf. Dan reken ik wel álles mee; ook de thermoshirts voor op wintersport, de bikini waarin ik m’n baantjes zwem en de sloffen die mijn voeten warm houden in de winter.
Inmiddels ben ik wel benieuwd waar ik op uitkom als ik daadwerkelijk al m’n kledingaankopen een tijdje ga bijhouden. Hmm, ik voel een nieuw projectje aankomen. ;-)
Als je meer wilt weten over waarom de kledingindustrie zo’n probleem is, raad ik je de NPO-serie Genaaid van harte aan. Daarin gaan zes jonge, hippe modeontwerpers op reis naar Myanmar om te zien hoe kleding wordt gemaakt. Sterker nog, ze moeten zelf ook aan de slag… Confronterend natuurlijk, maar het programma is niet ‘zwaar’ of deprimerend – de kleurrijke deelnemers maken het juist erg vermakelijke tv. Ik vond het mooi om te zien hoe ze vrijwel allemaal begonnen met een houding van ‘boeiend, ik houd gewoon van shoppen’, maar door hun ervaringen in sweatshops en fabrieken worden wakkergeschud en uiteindelijk een heel nieuwe missie ontwikkelen.
Spullen
Shit… nu wordt het toch een flinke tik confronterender.
Ik zie mezelf niet als iemand die enorm veel spullen koopt. Natuurlijk, ik haal wel eens wat nieuws, maar ik ben echt geen shopaholic. Dácht ik.
Want als ik naga wat ik het afgelopen jaar uitgaf aan spullen, is dat meer dan ik denk. Ik heb even geteld wat ik in de afgelopen maand kocht: een kleine 200 euro aan materieel spul. Wat dan? Nou, een bordspel bijvoorbeeld, nieuwe deodorant en wenkbrauwpotloden, een boek dat ik niet bij de bieb kon vinden, een Eastpak-rugzak omdat de oude kapot was. Kortom, geen gekke dingen.
Maar ja, zo is er áltijd wat natuurlijk. Dus stel dat die 200 euro gemiddeld is, dan zit ik op 2.400 euro per jaar. (Maar het is vast minder!, wil ik er nu heel graag achteraan typen…nope.)
Inrichting
Daar komt bij dat ik afgelopen jaar ben verhuisd naar een nieuwe woning en bijna een complete inboedel heb aangeschaft. Een eettafel, salontafels, kasten voor de woonkamer, vloerkleden, een bankje voor de studeeerkamer… En waar ik bij eerdere verhuizingen ook veel op Marktplaats vond, kochten we ditmaal vrijwel alles op de woonboulevard.
Nu kun je zeggen dat dit eenmalige uitgaven zijn (ik ben heus niet van plan elk jaar van interieur te wisselen ;-)), maar goed, het zijn wél spullen die ik kocht. Spullen met impact.
Gadgets
En ja, dan die gadgets… ‘nieuwe snufjes’, becommentarieert de tool als ik mijn geschatte bedragen invul. En: ‘leuk, apparaten’. Nou geldt ook hier dat ik mezelf helemaal niet zie als een gadgetvrouw. Ik heb jarenlang met tweedehands telefoons gedaan (van mensen uit mijn omgeving – overigens vooral om financiële redenen, #armestudent) en de iPhone 7 die ik tweënhalf jaar terug kocht, ervaar ik nog altijd als nieuw.
Maar ja, ik kocht wél een fietscomputer voor als ik op pad ga met Ruby het Racemonster. Een nieuwe externe harde schijf, zodat ik makkelijker video’s kan maken. M’n Magimix. O ja, en shit, Ruby zelf natuurlijk… die maakt de jaarlijkse uitgaven bijna twee keer zo hoog. Al doe je natuurlijk niet elk jaar zo’n uitgave (integendeel, ik denk dat ik nog nooit iets duurders heb gekocht dan m’n racefiets).
Oké, lang verhaal kort: de bedragen die ik hier invul, zijn schattingen. Ruwe schattingen, vrees ik. Maar ze doen wel hun werk: ik besef dat ik veel meer in huis haal (letterlijk, haha) dan ik dacht.
Wonen
Voor de categorie ‘Wonen’ heb ik m’n GWL-rekeningen erbij gepakt: per jaar verbruiken we iets meer dan 2200 kWh energie en zo’n 500 kuub gas. Maar is dat veel of weinig?
Op zich verwacht ik dat we het redelijk doen. Lichten branden in ons huis nooit onnodig, we hebben volgens mij geen slurpende apparaten die urenlang aan staan.
Hoewel… de tv en versterker staan wel altijd op standby. We draaien gemiddeld om de dag de vaatwasser. En ik werk al ruim een half jaar voornamelijk thuis – da’s dagelijks een laptop die stroom vreet. (Then again, die stroom zou ik op kantoor ook nodig hebben gehad.)
De woning zelf dan: we hebben dubbel glas, maar wonen wel in een gebouw uit de jaren veertig. Het energielabel ken ik niet, dus laat ik het voor de zekerheid op D zetten.
Qua woon-impact schijn je een hoop te kunnen doen door je huis beter te isoleren. Dat zou ik graag doen, maar we hebben op dit moment een huurwoning. Zo zou ik ook graag zonnepanelen op het dak leggen – maar ja, zelfde reden. Goed argument wel om misschien eens een huis te kopen. ;-)
Volgens Greenchoice, die onze energie levert, is ons verbruik overigens wél lager dan het gemiddelde van ‘vergelijkbare huishoudens’ (2906 kWh per jaar). Al zegt dat wellicht meer over hoe matig ‘gemiddelde’ huishoudens het doen, dan over hoe goed wij bezig zijn. ;-)
Badkamer
Naast ‘Wonen’ is ‘Badkamer’ een aparte categorie. Hier kan ik (een beetje) opgelucht ademhalen, want ik probeer nooit langer dan vijf minuten te douchen – en liefst korter.
Vooruit, als ik gesport heb en als het +30 graden is geweest spring ik er ’s avonds ook nog even onder.
En eerlijk: als ik totaal verkleumd ben of me niet lekker voel, wil ik nog wel eens ‘de tijd vergeten’ onder de douche…
Deze zomer had ik trouwens een ambitieus plan om voortaan lauw te douchen. Het grootste deel van de douche-impact zit ‘m namelijk niet in het water, maar in het verwarmen daarvan (bijna altijd met gas). En ik las dat Loes altijd kóud doucht, de heldin.
Maar uh, zo’n bikkel ben ik voorlopig nog niet.
Misschien om te beginnen maar weer eens aan de slag met de Wim Hof-methode?
Auto
Naar mijn werk ga ik natuurlijk altijd met de trein. Maar als ik met B in het weekend vrienden bezoek die elders in het land wonen, pakken we toch vaak de auto. En ook als ik voor m’n werk naar klanten moet, pak ik de laatste tijd vaker de auto dan de trein – al heeft dat ook een beetje met de coronacrisis te maken.
Oké, maar hoeveel rijd ik dan? Stel dat ik per maand 250 kilometer aan privéritjes maak (soms zal het meer zijn, soms minder) en we gaan één keer per jaar met de auto op vakantie naar een Europees vakantieland. Dan kom ik op een dikke 5.000 kilometer per jaar.
Hmm, volgens de tool zit ik daarmee toch op de hoeveelheid van ‘de gemiddelde Nederlander’.
Omdat B en ik een auto delen, zet ik m’n bezit op een halve auto.
Vliegen
Poe, dat auto-hoofdstuk deed me toch wat ongemakkelijk voelen. Gelukkig zien mijn cijfers er wat vliegen betreft rooskleuriger uit!
Ja, natuurlijk heb ik in m’n leven meer dan genoeg in een vliegtuig gezeten. Misschien zou ik die cijfers moeten meenemen – maar ik geef mezelf in dit geval het voordeel van de twijfel. Het gaat immers om de impact die ik nú maak, met de leefstijl die ik op dit moment heb.
Het heeft geen zin om me schuldig te gaan voelen over hoe ik me in het verleden heb gedragen.
Maar goed, ja, nul vliegkilometers dus. Jippie!
Openbaar vervoer
I like trains. En daar ben ik blij om, want reizen met het ov heeft een stuk minder klimaatimpact dan autorijden.
Nou trein ik wel meer dan de meeste Nederlanders. Sinds de coronacrisis ben ik gemiddeld twee keer per week bij Einder. Die retourtjes Utrecht-Nijmegen zijn samen zo’n 320 kilometer per week (lees: wel de hélft minder dan voor de coronacrisis!). Dan reken ik andere treinreizen niet mee, maar goed, dat zijn er hooguit een paar per maand. Laat ik voor het gemak 30 kilometer per week extra rekenen.
De bus neem ik een stuk minder vaak en de metro en tram alleen als ik in een grote stad als Amsterdam of Stockholm ben.
En dan nu de optelsom: hoe erg is de schade?
Nou eh, tja.
Wat zal ik zeggen. Daar is-ie dan he: an inconvenient truth. Bijna drie aardes zijn er nodig als iedereen zo zou leven als ik.
….
Oké, het is íetsje minder dan de gemiddelde Nederlander, maar toch.
Daar sta ik dan, met mijn goede gedrag.
Nou wist ik al wel dat spullen mega-vervuilend zijn – vooral doordat ik het boek De verborgen impact heb gelezen en de tool toen ook al eens invulde. Maar dat dat (voor m’n gevoel toch niet zo uitzonderlijke) koopgedrag van mij zó’n grote impact heeft, had ik niet verwacht.
Jemig zeg.
Maar oké, als ik klaar ben met ‘lamgeslagen zijn’, zie ik ook dat de dingen die ik wél doe, wel degelijk invloed hebben. Stapel je de balkjes van vlees, zuivel en vliegen bij elkaar op, dan heb je een behoorlijke toren. Dat is allemaal klimaatbelasting die ik níet maak!
Neemt niet weg dat ik wel wat te doen heb. Het goede nieuws is dat deze uitslag me een hele duidelijke richting geeft wát dan precies.
Daarover morgen meer!
Wil je ook jouw ecologische voetafdruk berekenen? Ga naar mijnverborgenimpact.nl en doe zelf de test. En hé, als je ‘m dan toch invult, ben ik stiekem wel benieuwd… hoeveel aarde(s) scoor jij?
Geef een reactie