‘Mijn tuin wordt een wilde tuin.’ Dat schreef ik twee jaar geleden.
En kijk nu eens!
Ik ben geweldig onder de indruk van de veerkracht van de natuur. Wauw, acht seizoenen terug was dit een soort woestijn (kijk de foto’s maar eens terug).
Nu zoemt en gonst en ritselt het. Het is er groen, alle tinten groen, en nog tientallen andere kleuren – het is maar net welke bloemen er bloeien. We hebben volop merels, mussen, tortels en nog meer vogels waarvan ik de naam niet ken. Als ik een kuil graaf, kom ik altijd wel een paar wormen tegen.
Deze week plukte ik de eerste aardbei, ook de framboos begint vruchten af te werpen en tegen de schutting hangen druiventrossen te rijpen in de zon.
Ik zag zelfs al een keer een egeltje, en afgelopen maand twéé keer een hele dikke pad!
En dit alles in een heel gewone jarentachtigwoonwijk, waar de gemiddelde tuin een HGH-profiel heeft (heg-grind-hortensia, ofwel armoe troef als het gaat om biodiversiteit).
Mijn tuin is een wilde tuin. En ik hou ervan.
O, als ik er rondloop zie ik altijd nog 1001 dingen die beter kunnen, die ik anders zou willen. Er staat altijd wel ‘onkruid’ (al is dat een relatief begrip, weet ik inmiddels – veel inheemse planten die door Nederlanders worden gezien als onkruid zijn in feite hartstikke nuttig voor insecten en ander leven).
Genoeg hoekjes die nog groener kunnen. Delen van de schutting zijn nog altijd zichtbaar. Zeker in de winter vind ik de tuin nog echt te kaal. Ik wil een wadi.
Maar dat komt allemaal nog. Hé, we komen van ver. En als ik kijk wat er in twee jaar tijd al is gegroeid, kan niet anders dan trots zijn op die prachtige moeder aarde. En oké, stiekem ook een beetje op ons, B en mezelf, die dit groene paradijs wat duwtjes in de goede richting gaven.
Soms denk ik: zou het leven in de stad – wonend in hoge torens, onze voeten ver van de grond – onze verbinding met de natuur verzwakken, zouden we ont-aarden, waardoor we minder goed voor haar gaan zorgen?
Immers, wat je niet kent kun je ook niet koesteren.
Gelukkig is het nooit te laat. Ook ik was een stadsmens. En nog steeds een beetje. Want ja, wat is twee jaar ervaring nou? Nog altijd voelt het bij vlagen onwennig, dat tuinieren. Regelmatig doe ik maar wat. Dus ja, er gaan ook dingen mis.
Van het eerste Sprinklr-pakket dat ik bestelde, ging minstens de helft van de plantjes dood doordat ik ze in de eerste weken niet genoeg water gaf. Tja, jonge planten hebben nog geen diepe wortels waarmee ze water van ver onder de grond kunnen halen.
In het eerste jaar dat onze bomen (de beuk en de amber) er stonden, vergaten we ook om ze regelmatig extra water te geven, en dat terwijl het in mei en juni nauwelijks regende. Gevolg: ze lieten bijna al hun blad vallen en de beuk was de rest van het jaar dor en bruin.
Datzelfde jaar was ik vrolijk grasstengels aan het wieden, tot ik besefte dat dat ‘gras’ die mooie gele lelieplant was die ik daar een jaar eerder zelf had neergezet (nee mama, het was niet mijn geboortelelie ;-)).
Maar ook de lelie herstelde zich gelukkig en bloeit deze zomer prachtige gele bloemen.
Vorige maand nog, verplantte ik een roos toen het veel te warm en droog was. Ik groef de wortel ook niet diep genoeg uit, waardoor ik een soort geknakte stengel terug in de grond moest stoppen, op hoop van zegen. Ze liet al haar blad vallen, er bleef een kale stengel over en ik voelde me zo’n sukkel.
En warempel: ook daar zitten intussen nieuwe blaadjes aan!
Opnieuw: die veerkracht.
Of misschien wel: groene genade. De natuur is vergevingsgezind, schrijft tuinman Jan Graafland. Voor mijn verjaardag kreeg ik zijn boek cadeau en het is een feest om te lezen. Jan was ook iemand die tot na zijn dertigste een kantoorbaan had in de stad – tot hij besloot het roer om te gooien. Nu beheert hij al ruim twintig jaar de tuin van Weleda.
Een wandelende encyclopedie vol wijsheid, als ik het zo lees. En stukjes van die wijsheid staan dus nu op papier.
Al deze dingen stemmen me hoopvol. Ja, het natuurgeweld is gróót, de aarde is ver uit balans. Maar er zijn veel mensen die haar ondersteunen. En ze is sterk, oersterk.
Vergis je niet.
Geef een reactie