Hoi, daar ben ik weer! Live vanuit Elst. Dit blogje had ik vanmorgen al willen schrijven, maar toen gebeurde de werkdag en was het ineens avond – wat trouwens een goed teken is, want mijn allereerste dag als fulltime freelancer zit erop!
Maar daarover later meer.
Eerst natuurlijk: Italië! Er is meer te vertellen dan ik hier waarschijnlijk kwijt kan, maar ik wil in elk geval een poging gaan doen. Laat ik beginnen met een samenvatting. Op zondag 12 september stapten we ‘s morgens in de trein, en op vrijdag 8 oktober – ook ‘s morgens! – kwamen we weer thuis.
In bijna 4 weken tijd treinden én vaarden we zo’n 4.000 kilometer door Europa: Elst – München – Peschiera del Garda – Arco – Rome – Napels – Ischia – Amalfi – Napels – Innsbruck – Elst.
Vooruit, en af en toe zaten we ook een stukje in de bus, op de scooter of op de fiets.
We doorkruisten 4 landen en zaten in 12 treinen (in totaal zo’n 43 uur, waarvan twee nachttreinen!). Dit kaartje klopt trouwens niet helemaal, Ischia en de ferry’s staan er niet op, maar ach, het geeft een idee. ;-)

Verder: reizen per trein is fantastisch. Want super-ontspannen, geen gedoe met files en parkeren en route-stress, gewoon lekker uit het raam staren en boekjes lezen en Netflixen en dutjes doen en RollerCoaster Tycoon spelen op de iPad terwijl je met 120-300 km/u (afhankelijk van de trein) door het land zoeft.
De nachttrein is een briljante uitvinding. Je slaapt als een roosje, die trein wiegt je in slaap op zo’n manier dat je je ineens weer kunt voorstellen hoe het is om een baby’tje te zijn, en als je wakker wordt ben je plots honderden kilometers verderop. Ter illustratie: wij stapten donderdag 7 oktober ‘s morgens in Napels (1.800 km van Elst) in de trein. De volgende ochtend, vrijdag dus, waren we thuis – fris, fruitig en hartstikke uitgerust. Dat red je niet met de auto. ;-)
En dan Italië zelf. We leerden duizend dingen (waaronder een berg Italiaanse woorden en zinnen, met dank aan Duolingo, geduldige hosts en de vriendelijke meneer van de gelateria in Atrani!), aten tientallen pasta’s en pizza’s en probeerden natuurlijk elke dag ergens gelato te scoren (niet altijd gelukt, meestal wel).
Zomaar wat dingen die ik leerde:
- Tomaten in Zuid-Italië zijn écht honderd keer lekkerder dan in Nederland. Leve de zon, zeg maar.
- Noord- en Zuid-Italië zijn écht twee verschillende landen.
- Napels is intens. En gaaf. En intens. En gaaf.
- In Rome kom ik inmiddels een beetje thuis.
- De Amalfikust is duur. Maar dat is het waard, ja sorry, echt. Wat een plek.
- Je kunt prima met de trein naar Sicilië. Dat moet je alleen niet willen doen in een vakantie waarin je ook al tig andere plannen hebt, en bovendien nodig moet bijkomen van je verhuizing.
- Je wilt niet autorijden in Zuid-Italië. Zowel qua verkeer als qua eh, staat waarin de gemiddelde auto verkeert. (Nog een voordeel van treinreizen.)
- Een 770 meter hoge vulkaan op wandelen als je net flink verkouden bent geweest is wat pittiger dan gemiddeld.
- Verkouden zijn op reis is niet wat je wilt. Verkouden zijn op reis in coronatijd al helemaal niet. (Het was trouwens geen corona, maar we zaten wel even in de stress, en ook als je weet dat je niet de rest van je vakantie in een quarantainehotel hoeft door te brengen wil je niet hoestend in een restaurant zitten.)
- Italianen zijn superlief en gastvrij.
- Probeer te accepteren dat je aan het Gardameer voortdurend voor Duitser wordt aangezien – en dus ook in het Duits wordt aangesproken. Ik snap het wel hoor, en toch werd al dat “bitte” na zes dagen best irritant. Zeker als je elke dag braaf je Duolingo-lesjes doet om het horecapersoneel in hun moedertaal aan te spreken. Op een gegeven moment leerde B zichzelf het zinnetje “ik spreek geen Duits” in het Italiaans. Kan-ie overigens prima, dat Duits, maar het is gewoon veel leuker om je Italiaans te oefenen. ;-)
- Als je met de trein reist heb je veel sneller een vakantiegevoel. Juist doordat je soms even ergens moet wachten, zak je in de overgave en ontspanning. En je ziet, ruikt, hoort en beleeft ook nog eens veel meer van het land!
- De Frecciarossa (de Italiaanse hogesnelheidstrein) gaat knetterhard. Dat voelt bijna een beetje als vliegen, inclusief karretjes met drinken en poppende oortjes, maar dan met veel meer beenruimte en zonder al het gedoe dat vliegen met zich meebrengt (bagagescanners, 100ml-flesjes, zere rug van het zitten).
- Kamperen in een huurtent is relaxed.
- Soms heb ik gewoon even zon, mooi uitzicht en een zwembad nodig.
- Klettersteigen is niet mijn ding. Catamaranzeilen op het Gardameer wel!
- Als veganist heb je het vaak moeilijk in Italië, tenzij je het prima vindt om elke dag een variatie op “deeg met tomatensaus en groene salade” te eten. Maar ik besloot al snel om gewoon vier weken vegetariër te zijn, oké, pescetariër. (De dagen waarop we zelf kookten was het trouwens prima te doen om iets plantaardigs te maken. Borlottibonen! O ja, en in Rome heb je verschillende goede vegan restaurants.)
- Tot m’n eigen verbazing kon ik prima wennen aan het Italiaanse ontbijt van cornetti (croissants) met verse jam en een kopje espresso of cappuccino. Terwijl ik thuis dus echt zelden koffie drink en graag niet te zoet ontbijt.
- 1x per week je werkmail checken is helemaal niet stressvol als je van tevoren weet dat je er sowieso niets mee hoeft. Juist leuk als je ineens vanaf je strandstoel een leuke nieuwe klus binnenhaalt voor het najaar. #freelanceleven
- Vier weken zonder telefoon is een topplan. Wél fijn dat de iPad mee was – om die sporadische mail te lezen, maar vooral om reisgerelateerde dingen op te zoeken/te boeken en natuurlijk om Duolingo-lesjes te doen.
- Af en toe een tour voor toeristen doen is zo slecht nog niet, mits je een leuke gids hebt. Best relaxed zelfs om eens niet te hoeven bedenken waar je heen gaat maar gewoon een door iemand anders in elkaar gezet programma te volgen, en intussen allemaal hotspots tegen te komen.
- Tip: doe een food tour in Rome, liefst in de wijk Testaccio.
- Je hoeft niet alles (ver) van tevoren te boeken. Durf spontaan te reizen, gaat hartstikke prima (in elk geval in het laagseizoen).
- Mijn enkel/voet is echt een heeeeel stuk beter, want dagen achter elkaar 20.000 stappen lopen bleek geen enkel (haha) probleem.
- Ze kunnen in Italië ook echt hele lekkere taartjes maken.
- Proef minstens een keer in je leven citroenen van de Amalfikust.
- Er schuilt zowel een vegahippie als een reislustige Bourgondiër in mij en ze hoeven elkaar niet uit te sluiten. Ze mogen er allebei zijn.
Geef een reactie