Kijk, op zich gaat het best goed met mijn ecologische voetafdruk.
- Ik heb al ruim 2 jaar niet in een vliegtuig gezeten.
- Zo’n driekwart van m’n garderobe is inmiddels tweedehands (leve Vinted!). En B koopt principieel alleen nog duurzame kledingmerken.
- We eten thuis vrijwel alleen plantaardig. Af en toe smokkel ik met een rozijnenbroodje waar melkpoeder in zit, of iets met een beetje ei erin, maar dat is het wel.
- We gingen op zomervakantie met de trein.
- De kachel staat hier op 18 á 19 graden, ik ben gewend geraakt aan die temperatuur en anders pak ik een dekentje, kruik of warmere trui. Onze cv-ketel staat overdag op 60 graden en ’s nachts op eco-modus (lees: uit).
- B en ik zijn aan het uitzoeken hoe we ons huis beter kunnen isoleren, zodat we (nog) minder hoeven te stoken. Hopelijk kunnen we komend jaar ook zonnepanelen op het dak leggen.
- We doneren maandelijks 75 euro aan de Clean Air Task Force, een van de meest effectieve goede doelen op het gebied van klimaat.
Ik ben superblij met al deze dingen. Het is een enorme vooruitgang in relatief korte tijd: krap drie jaar geleden at ik nog biefstuk in Los Angeles.
En toch vind ik het soms moeilijk dat het – objectief gezien – nog niet genoeg is. Dat ik nog altijd een grotere voetafdruk heb dan zo’n 90% van de wereldbevolking. Dat we met z’n allen eigenlijk nog veel meer zouden moeten doen, dan ik nu doe.
Dat is geen zelfkritiek. Ik voel me meestal niet schuldig of slecht over mijn gedrag (tenzij ik benzine tank, dat voelt altijd vervelend). Ik vind het gewoon jammer dat we in een wereld leven waarin duurzame keuzes maken nog niet de standaard is. Dat je überhaupt moet nadenken – en dus tijd, geld, brainspace én motivatie moet hebben – om een beetje groen te leven.
Het is veel makkelijker om naar IKEA te gaan en je mandje vol te laden, dan om urenlang Marktplaats af te struinen. Na de verhuizing gingen we al twee weken met onze zaklamp naar de wc toen ik tegen B zei dat ik het beu was. “Sorry, maar we rijden nú naar IKEA en halen een paar 5 euro-plafonnieres. Ja, ik weet dat het kut geproduceerd wordt. Maar ik heb hier nu geen brainspace voor.”
Het is trouwens ook veel makkelijker om naar de woonboulevard te rijden met je auto, dan de bus te pakken. (En hoe ga je dat op de terugweg doen met al die spullen?)
Het is ook sneller om een vliegticket te boeken dan om te leren hoe treinreizen door Europa werkt. Waarom kun je nog steeds voor een paar tientjes door Europa vliegen? Natuurlijk gaan mensen dat dan doen – snap ik best. Maar dat het überhaupt bestaat, wat is dat voor waanzin?
Het is simpeler om gewoon te zeggen dat je vlees eet, of desnoods vegetariër bent, dan om stug vast te houden aan een veganistische leefstijl. En ja, natuurlijk vind ik cheesecake ook lekker en vind ik het leuk om een ijsje te halen en natuurlijk wil ik dan niet de hele zomer lang dezelfde twee sorbetsmaken eten die ze hier in het dorp hebben. Dus ja, dan maar roomijs, het leven moet wel leuk blijven.
Ik wil alleen zo graag dat het leven over 30 jaar óók nog leuk is.
Met dank aan Loes.
Geef een reactie