Gewoon van die tussendoorblogjes. Die mis ik een beetje. Ja. Van die hé-hoi-dit-is-mijn-leven-nu-verhaaltjes. Of gewoon even 300 woorden met wat gedachten. Misschien heb ik een pietsiebeetje last van prestatiedruk, hier op Suushi. Want ja, als je met schrijven je geld verdient, wil je wel laten zien dat je wat kunt.
Terwijl Des het zo raak zei in haar (superlieve!) comment onlangs: je bent er al, Suus. Je bent er allang.
Misschien moet ik dat weer een beetje leren. Leven alsof ik er al ben, in plaats van alsof ik nog heel hard moet werken voor ik uberhaupt ergens kom. Dat laatste is namelijk helemaal niet waar, als ik naar feiten kijk, maar ja, m’n innerlijke criticus is nogal sterk de laatste tijd.
Anyways. Vandaag gebeurden er twee dingen die me weer even de werkelijkheid in trokken. Ten eerste: ik kreeg bericht van een oud-collega bij de krant. Er was post voor me gekomen op de redactie, zei ze. Een brief van het CITO, om me te laten weten dat een artikel van mij is gebruikt in de groep 8-eindtoets van vorige maand. Hoe gaaf! Hebben dus al die basisschoolkinderen zich over mijn tekst gebogen en er opdrachten mee gemaakt. Die opdrachten zaten ook bij de brief en er stonden zinnen in als “waarom zegt de schrijver hier het woord ‘zelfs’?”en ja, toen dacht ik: die schrijver, dat was ik. Dat ben ik.
Ten tweede: op LinkedIn kreeg ik een berichtje van de hoofdredacteur van een landelijke krant, die me een aanbod deed voor een baan. Supervette baan, zelfs. Ja, als ik het niet al zo geweldig naar mijn zin had bij Einder, had ik het wel geweten. Dat heb ik hem dus ook verteld. Prachtige kans, maar ik ben al waar ik op dit moment wezen moet.
Ik ben er al.
Ik hoef niets te doen om.
Ja.
Als ik dat nu eens zelf echt leer geloven.
Geef een reactie