Ik zou natuurlijk gewoon elke dag hier even wat kunnen schrijven. Een halfuurtje maar, geen gepolijst stukje maar gewoon wat flarden. Ik bedoel: gedachten genoeg, dat is het probleem niet. Bijna elke dag sta ik onder de douche en bedenk eerste regels van stukjes.
Vervolgens is daar de dag, en de volgende, en die daarna. Boem, weer een week voorbij. En plots zijn er nog maar drie dagen in dienst bij Einder. Ja, want jemig, daar had ik nog nauwelijks over verteld. Oké: ik ga dus voor mezelf beginnen!
Huh wacht. Maar Suus, je vond het toch altijd zo fijn bij Einder?
Klopt. Vind ik nog steeds.
Maar: na bijna 5 jaar merkte ik dat er toch wat begon te knagen.
Vorige zomer eigenlijk al. Na een paar maanden thuiswerken besefte ik dat Einder weliswaar nog steeds het leukste bureau van Nederland is, maar dat ik in mijn dagelijkse werk wat anders wilde. Vernieuwing. Verdere verdieping in het schrijversvak. Weer op andere plekken komen. Uitgedaagd worden, me weer eens echt moeten bewijzen. Daarvan groeien.
Dus na een aantal goede gesprekken met m’n leidinggevenden hakte ik dit jaar de knoop door. Sinds april werk ik al een dag per week minder bij Einder – drie in plaats van vier – en ben ik bezig m’n tekstbusiness op te bouwen. Ik begon als eindredacteur van VLOT, een magazine over waterwonen, maakte verhalen voor de Wageningen Universiteit, werkte samen met twee andere content- en communicatiebureaus en bleef natuurlijk schrijven voor Radboud Magazine.
Ook volgde ik een tweedaagse eindredactietraining, schreef me in bij beroepsvereniging Tekstnet, sloot me aan bij een intervisiegroep voor schrijvers. Ik opende een zakelijke bankrekening, zette m’n boekhouding op in MoneyMonk. Dronk koffie met andere freelancers om ervaringen uit te wisselen. En schreef een ondernemingsplan: wat wil ik precies gaan doen, voor wie ben ik er?
Hoewel het soms best een puzzel was om dat alles goed te managen, die 24-uur-Einder-plus-twee-dagen-freelance, merkte ik meteen het verschil. Ja. Dit wil ik. Ik word uit m’n comfortzone geschopt en hoewel dat heus niet altijd léuk is, weet ik diep vanbinnen dat dit het juiste pad is.
Ja, ik word meer, veel meer geconfronteerd met m’n angsten. Ben ik wel echt zo goed als ik denk? Is er genoeg werk voor me? Kan ik dat wel, in m’n uppie alles draaiende houden? Durf ik de wereld in zonder de back-up van het warme Eindernest? Wat als het allemaal misgaat?
Maar weet je, pas als je je je monsters aankijkt kun je ze leren temmen.
En als ik die angst-bril even afzet en een paar stappen achteruit doe, weet ik dat ik er gewoon hartstikke goed voor sta. Al jaren lever ik kwaliteit – dat weet ik omdat opdrachtgevers binnen én buiten Einder dat tegen me zeggen, omdat ze tevreden zijn en graag opnieuw met me werken na een klus. Ik heb een knetterdik portfolio vol landelijk gepubliceerde verhalen. Kan een prima uurtarief vragen. En of er wel genoeg werk is? De rest van het jaar zit ik eigenlijk al vol…
Van Einder neem ik trouwens eind deze week niet écht afscheid. Ook vanaf oktober blijven we samenwerken – natuurlijk in een wat andere vorm, maar misschien ook weer niet zó anders. Mijn mailadres susanne@einder blijft gewoon bestaan en ik verwacht gemiddeld een dag per week te besteden aan Einder-projecten. Ook is me al meerdere malen op het hart gedrukt dat ik erg welkom ben om te komen werken op het kantoor aan de Sint Annastraat, zoals wel meer freelancers doen. Nu ik in Elst woon, gaat dat alleen maar makkelijker – ik kan zelfs op de fiets!
Dus ja, zo gaat het.
Ik keek al maanden uit naar deze week, de laatste in-dienst-week, en nu het zover is heb ik de neiging heel hard op de rem te trappen. Stop! Maar ik moet nog zoveel dingen!
Ik laat het maar gewoon allemaal gebeuren. Diep ademhalen, loslaten en gewoon doen wat je moet doen. Dan zien we daarna wel weer verder. Dan gaan we daarna gewoon weer verder.
En weet je: eigenlijk heb ik er gewoon hartstikke veel vertrouwen in.
Geef een reactie