Dus ik ging logeren bij A. Een ouderwetse sleepover, mooi begin van de kerstvakantie. Eigenlijk zouden we naar een hotel om het tienjarig jubileum van onze vriendschap te vieren, maar ja, lockdown. En eigenlijk was het ook niet zo erg om gewoon lekker thuis te zijn.
We hadden geen plan. Ik nam m’n boek, laptop en chillkleding mee en verder zouden we wel zien.
En toen waren we ineens aan het opruimen. Ik weet niet eens meer hoe het begon, maar in no-time hadden we alles uit de kast getrokken en waren we aan het sorteren geslagen.
Ineens was ik, ‘rommelige, chaotische en ongeorganiseerde Suusie‘, degene die de leiding nam in een groot opruimproject. Ik hoorde mezelf dingen tegen haar zeggen waarvan ik zelf dacht: hé, waar komt dit ineens vandaan? Je moet opruimcoach worden, lachte A terwijl we ons samen door de berg kleding op haar bed heen werkten.
Twaalf uur later waren we klaar, op de keuken na – die pakten we er de volgende dag nog even bij. We hadden er plezier in (muziekje erbij, zo nu en dan iets tegenkomen waar een herinnering aan kleeft) en belangrijker: terwijl we bezig waren, zag ik een grote last van A’s schouders vallen.
‘Ik voel me tien kilo lichter’, zei ze toen we de laatste vuilniszakken wegbrachten.
Dat gevoel ken ik maar al te goed. Geïnspireerd door anderen in m’n omgeving die bezig zijn met minimalisme, ben ik zelf ook bezig mijn bezittingen beter in te delen én in aantal terug te brengen. Wat heb je nou echt nodig? En wat is onnodige ballast?
Dat ik op dit moment therapie heb die (deels) draait om beter leren organiseren, helpt vast ook mee ;-)
Nou overweeg ik niet direct een carrièreswitch, maar een paar tips delen kan nooit kwaad. Opruimen in de kerstvakantie, fris het nieuwe jaar in – ik heb er ineens superveel zin in.
Jij na dit verhaal hopelijk ook.
Ken het verschil tussen clutter in motion en clutter in stasis.
How to ADHD heeft een heel goed filmpje voor mensen die geneigd zijn een chaos te maken van hun omgeving. In die video leggen twee experts het verschil uit tussen ‘clutter in motion’ en ‘clutter in stasis’ – ofwel: rommel die beweegt en rommel die stil ligt.
Die uitleg begint met een zinnetje dat goed is om in je oren te knopen: some level of clutter is inevitable. Met andere woorden, een bepaalde hoeveelheid troep is onvermijdelijk. Je lééft, en daarbij ontstaat nou eenmaal rommel. Je theemok op tafel, de schriftjes waarin je werkt, de opengeslagen krant, je oordopjes op het aanrecht.
Dat is geen probleem, zolang die rommel hoort bij je dagelijkse activiteiten. Maar! Er komt een punt dat de troep niet meer in beweging is. Je gaat er als het ware omheen werken. Je hebt een nieuwe theemok gepakt. De krant ligt nu al een week op tafel. De half-afgemaakte puzzel verdwijnt onder een laagje stof. Dan wordt het clutter in stasis.
Leren herkennen welke troep in beweging is en welke ongemerkt bij je meubilair is gaan horen, is de eerste stap naar verandering. Je weet nu wélke troep je moet aanpakken.
Eerst eruit, en dan erin.
Oké, dus je hebt die kast gevonden die uitpuilt/vol troep ligt/ongeorganiseerd is. Je kunt natuurlijk de boel een beetje verschuiven en ordenen, of er doorheen kijken om te zien of je iets weg kunt doen. Maar het werkt beter om met een schone lei te beginnen – door een nieuw systeem te creëren, dat past bij jouw huidige leefstijl en gewoontes.
Dus ruim de betreffende kast, lade, bak of plank éérst volledig leeg. Ja, helemaal. Leg de inhoud op de grond en laat één voor één alle voorwerpen door je handen gaan. Voegt dit voorwerp echt wat toe aan jouw leven? Gebruik je het en/of heb je er plezier van? Zo ja: gaat het terug in deze kast, of kun je er een betere plek voor bedenken?
Vraag jezelf af: brengt dit voorwerp plezier in mijn leven?
Met andere woorden: wat voegt het toe? Ja, classic Marie Kondo natuurlijk. Maar ook als je het niet ziet zitten om al je sokken op Japanse wijze te vouwen, raad ik je aan om de lessen van deze opruimgoeroe ter harte te nemen. De recente Netflixserie heb ik niet gezien, maar haar boek Opgeruimd! (2015) heeft me al héél wat kilo’s nutteloze zooi de deur uit laten doen.
Dus vraag je af: does it spark joy? Word je blij van dit bezit?
En als het om kleding gaat: welk cijfer geef je dit item? Als dat lager is dan een zeven, zou ik sterk overwegen het weg te doen. Je voelt je echt niet lekker in een trui die een zesje krijgt. Bovendien trek je waarschijnlijk toch altijd die andere trui aan die wél een acht krijgt.
Leg (alleen) spullen die je vaak gebruikt vooraan in de kast.
Gek genoeg zijn we vaak geneigd ons huis te sorteren op wat in theorie logisch is (alle spelletjes in de spelletjeskast) in plaats van op wat werkt in de praktijk (bordspellen die je vaak speelt binnen handbereik, de rest elders in huis).
Zeker als je woonoppervlak beperkt is, loont het om na te denken over hoe vaak je bepaalde spullen op dit moment gebruikt. Dan zet je misschien niet meer álle kruidenpotjes op de meest bereikbare plank in je keukenkastje, omdat daar nu eenmaal de kruidenpotjes staan. Het is prima om de vijf specerijen die je veel gebruikt dichtbij neer te zetten, en de rest een plank hoger – of zelfs verder weg in de vooraadkast.
Ik heb bijvoorbeeld één kleine boekenkast in de woonkamer, waar ik nu alleen mijn kookboeken heb staan en de boeken die ik binnenkort wil gaan lezen. De rest staat boven in de studeerkamer.
Zorg dat je je omringt met dingen die je daadwerkelijk gebruikt.
En spullen die je vaker wil gebruiken. Je yogamat in het zicht zetten kan een fysieke reminder zijn om een paar oefeningen te doen.
Bewaar je spullen in transparante bakken.
Verhuisdozen, plastic tassen, metalen blikken… we bewaren onze spullen in allerlei opbergers. Ik heb ontdekt dat ik dingen die ik niet vaak gebruik, het beste in doorzichtige bakken kan bewaren. Zo zie ik van de buitenkant precies wat erin zit. Scheelt veel zoeken/overhoop halen én ik word regelmatig herinnerd aan welke spullen ik heb.
Sinds ik de verhuisdozen en boodschappentassen in mijn berging heb vervangen door transparante bakken, blijft het daar een stuk beter georganiseerd. Van wintersportspullen en seizoenskleding tot m’n dagboekarchieven en schrijfportfolio; ik kan alles meteen uit elkaar houden.
Ook in mijn kantoorkast heb ik sinds kort (kleinere) bakken voor bijvoorbeeld creatieve spullen en ansichtkaarten. Administratie-papieren, enveloppen en dergelijke bewaar ik per categorie in deze brievenbakjes.
IKEA heeft handige, stapelbare opbergbakken. Je vindt ze ook volop op Marktplaats; zoek op ‘Samla’.
Gebruik labels.
Zo’n systeem met opbergers en brievenbakjes klinkt hartstikke fancy, maar uit ervaring weet ik dat ik binnen de kortste keren ben vergeten hóe ik het systeem precies had bedacht. In welk bakje moesten ook alweer de zakelijke bonnetjes?
Tja, en als ik dan haast heb/geen zin heb om op te ruimen/dromerig ben (99% van de tijd) stop ik het bonnetje random in een van de bakjes.
Binnen de kortste keren is het natuurlijk weer een zooi.
Enter één van m’n topaankopen van dit jaar: de labelprinter. Gewoon door de systemen in huis te voorzien van een simpel stickertje, blijk ik ineens wél in staat dingen netjes weg te bergen.
Het grootste succesverhaal is misschien wel de kruidenbakjes in de keuken. Die stonden altijd kriskras door elkaar, het was standaard een puinhoop. Nu is het kastje al twee maanden geordend.
Te veel zooi? Doe het samen.
Oké, ik snap dat je je een beetje bezwaard voelt om iemand om hulp te vragen met het opruimen van jóuw rommel. Aan de andere kant: er is vast iemand in je omgeving die dat een leuke en gezellige uitdaging vindt. Ik vond het serieus véél makkelijker om A’s spullen te sorteren dan om mijn eigen kasten uit te mesten. Aan andermans spullen kleeft geen emotionele waarde, en het is eigenlijk best een eer om zo dicht bij iemand te staan dat je ál zijn/haar spullen mag aanraken.
Een tweede paar handen en ogen helpt je om het kaf van het koren te scheiden. Zo’n assisterende broer, zus, ouder of vriend(in) roept je tot de orde als je de neiging hebt te verzanden in details (wow, ik wist niet dat ik dit fotoboek nog had!). En het is ook nog eens veel gezelliger om samen de klus te klaren.
Kleding: laat iemand die fysiek een beetje op je lijkt jouw twijfel-items passen.
Vind je het moeilijk om te beoordelen of een kledingstuk nog leuk of mooi is? Het helpt letterlijk om afstand te nemen en het item bij een ander te zien. Ineens blijkt dat glitterjurkje niet lekker edgy maar nogal eh…over de top.
Andersom kan ook: dat je ineens die jurk bij een ander ziet en je realiseert wat een gaaf ding het eigenlijk is. Maar eerlijk is eerlijk, als je bij voorbaat al twijfelde ga je waarschijnlijk nooit écht enthousiast worden. ;-)
Bij kleding waarover je twijfelt: vraag je af wanneer je het gaat dragen.
En vooral: áls die gelegenheid zich voordoet, ga je dan dít dragen? Of is er altijd stiekem een leuker jurkje voor die bruiloft?
Een kledingstuk die het in de praktijk altijd aflegt tegen nóg mooiere items in je kast, is in feite overbodig.
Richt je kledingkast in per seizoen.
Leg niet al je kleding van het hele jaar in je kast. Die kast wordt al snel vol en onoverzichtelijk, terwijl je in feite maar een kwart tot de helft van de inhoud kunt dragen in dat seizoen.
Wissel dus per seizoen je kleding om, en bewaar de rest in de berging (in van die handige opbergbakken ;-)). Bijkomend voordeel: je hebt elke drie maanden een opgefriste garderobe met ‘nieuwe’ stukken waar je weer helemaal blij mee bent.
Project 333 is een fijne methode om je kast te de-clutteren, maar ook als je geen minimalistische kledingkast wilt is een seizoenswissel een goed idee.
Doe alle ‘nutteloze’ spullen waarvan je nog geen afstand kunt nemen samen in één doos.
Berg die doos op en ga verder met je leven. Alle spullen die je na een jaar niet uit de doos hebt gehaald, heb je blijkbaar in jouw leven niet nodig.
Maar wat nou als ik ooit… Ja, misschien komt er een dag dat je wél weer je brood gaat roosteren, tóch die halve marathon gaat rennen waarvoor je draagbare drinkflesjes nodig hebt, of nu éindelijk die stapel Jamie Oliver-kookboeken gaat gebruiken.
Waarschijnlijk niet, en zo ja, dat zie je dan wel weer. Er zijn meer dan genoeg spullen in de wereld. Tegen die tijd vind je vast iets vergelijkbaars waar je mee uit de voeten kunt.
Tot slot: leer je innerlijke hamster kennen.
Welke soort spullen in je huis heb jij de neiging om te hamsteren? Anders gezegd, waarvan denk jij dat je er nooit te veel kunt hebben? Denk aan voedsel, kleding, ondergoed, schoenen, make-up, boeken, tijdschriften, planten, handdoeken, kerstspullen, kampeergerei, wintersport-accessoires of nog wat anders.
In de opruimsessie met A kwamen we erachter dat zij een grenzeloze hoeveelheid kleding in haar kast heeft. En dat het voor haar onwennig voelt om ineens géén overvolle planken te hebben. Wat als er ineens te weinig is?
Ik op mijn beurt heb dat met voedsel, besefte ik. Mijn voorraadkast is vaak overvol en ik vind het geen probleem om acht blikken gepelde tomaten op voorraad te hebben, altijd handig. Hoewel… ja, zeker handig, maar als ik eerlijk ben nemen al die tomaten natuurlijk wel ruimte in. En echt praktisch is het niet, telkens weer Tetris spelen in die voorraadkast. Wil ik dat echt? Mwah.
Verdiepende vraag: waar vindt jouw hamsterneiging z’n oorsprong? Of misschien wel: bij wie?
De moeder van A koopt elke week nieuwe kleding, haar kasten puilen uit. Mijn eigen moeder heeft een grote voorraadkast, voedselkelder en twee vrieskisten op zolder. Logisch dat A en ik ook respectievelijk kleding en voedsel hamsteren. Het zijn patronen die we onbewust aan elkaar doorgeven, die als het ware in je DNA gaan zitten.
Gelukkig kun je ze ook doorbreken.
Samen destilleerden A en ik twee volle vuilniszaken aan kleding uit haar kast. Hup, klaar voor de kringloop – dat iemand anders er nog maar veel plezier van mag hebben.
Zelf maakte ik toen ik thuiskwam meteen de koelkast schoon. Er woonde iets in de groentela dat daar niet thuishoorde… En ik maakte een lijst met voedingsmiddelen die ik komende tijd wil gaan opmaken. Voordat ik boodschappen doe, kijk ik eerst op die lijst en verzin daar passende maaltijden bij. Het potje gele currypasta bijvoorbeeld, de vegaworstjes die binnenkort over datum gaan. En natuurlijk die blikken met tomaten.
Komende dagen wil ik ook m’n andere kasten afspeuren; hoewel ik nu dénk dat alles al redelijk georganiseerd is, verwacht ik nog zeker een paar kratten met overbodige spullen te kunnen wegdoen.
Kan die hamster lekker aan z’n winterslaap beginnen.
Geef een reactie