Sinds ik werk als zelfstandig tekstschrijver, ben ik me er extra van bewust dat hoe alles wat ik online laat zien, kan afstralen op m’n werk. Ik heb al eens meegemaakt dat een nieuwe opdrachtgever op Suushi belandde, de term ‘ADHD’ zag voorbijkomen en bijna afhaakte. (Gelukkig deed deze persoon dat trouwens niet, maar toch, je wilt in zo’n eerste contact niet met 1-0 achterstaan.)
Toch wil ik vandaag iets vertellen over mijn ADHD. Omdat jullie ernaar vroegen, en omdat ik geloof in openheid over dit soort onderwerpen. Alleen zo kunnen we stigma’s doorbreken. Juist door erover te vertellen, kan ik laten zien dat ‘ADHD’ niet betekent dat je incapabel bent en weinig voor elkaar krijgt in het leven. En dat het beeld dat veel mensen van ADHD hebben, niet klopt.
Vaak denken mensen bij ADHD aan stuiterende jongetjes. Ikzelf tot halverwege vorig jaar ook. Pas sinds m’n eigen diagnose en de zoektocht die volgde, ben ik me gaan realiseren dat ADHD zich bij vrouwen vaak heel anders uit.
Druk in je hoofd
Het ‘hyperactieve’ van ADHD zit als vrouw vaak grotendeels in je hoofd. Dus: eindeloos veel en snel denken (en praten), altijd ‘aan’ staan, duizend dingen tegelijk en door elkaar doen, gauw overweldigd zijn. Niet kunnen prioriteren, moeite hebben om tijd in te schatten en daardoor consequent in de stress zitten of vaak te laat komen, vergeetachtig zijn en daardoor bijvoorbeeld niet voldoen aan de sociale verwachtingen van anderen. Als kind nooit je kamer opgeruimd kunnen houden, regelmatig dubbele afspraken maken.
Zeker als je intelligent bent, merkt de buitenwereld vaak weinig van dit alles. Dat is ook de reden dat ADHD bij vrouwen nog ‘onder-gediagnostiseerd’ is: het valt lang niet altijd op.
Standje turbo
In de loop van je leven ontwikkel je onbewust allerlei coping-strategieën om jezelf enigszins uit de problemen te houden. In mijn geval: ja, ik praat op standje turbo, maar doordat ik ALLES opschrijf in m’n agenda en dagelijks met gedetailleerde to do-lijstjes werk, mis ik geen deadlines. Mailtjes beantwoord ik bij voorkeur METEEN nadat ik ze lees. Mensen vinden me dan ‘lekker snel’, maar als ik het niet doe is de kans groot dat ik het vergeet.
Waar ik dan last van heb? Duizend kleine dingen, en een paar grotere. Deze vind ik bijvoorbeeld erg accuraat*:
Ook deze kan ik allemaal afvinken:
Cirkeltje rond
Maar goed, hoe het dus gaat? Sinds ik m’n diagnose heb, zijn er een aantal terugkerende fases te onderscheiden:
- Ik slik een tijdje braaf m’n medicatie en dat gaat best prima. Ik heb meer rust in m’n hoofd, krijg op werkdagen ontzettend veel gedaan. Het huishouden kost me minder moeite. Doordat ik minder gedachten heb over wat-anderen-misschien-denken, voel ik me minder onzeker in sociaal contact. En hoewel ik nooit een langzame prater zal worden, kan ik naar mijn eigen idee nét wat beter articuleren zonder over m’n woorden te struikelen.
- Ik denk stiekem dat die hele diagnose een vergissing is, dat ik toch geen ADHD heb.
- Ik stop met medicatie omdat ik me er gejaagd van ga voelen, slechter slaap, te veel gewicht verlies (dexamfetamine onderdrukt je eetlust), of het gevoel heb dat ik er juist sneller van ga praten en mínder overzicht in m’n hoofd krijg. Of ik heb gewoon zin om ook weer eens 2 glazen wijn te drinken (die komen met dex 3x zo hard aan).
- Het gaat een tijdje prima. Niet gek, ik heb immers ook 29 jaar prima gefunctioneerd zonder pillen.
- Ik ontdek hoe druk mijn hoofd eigenlijk is zonder medicatie. Hoeveel ik me aantrek van alle gedachten en sensaties van anderen. Ineens zie ik mezelf allerlei ADHD-gedrag vertonen – hoe ik bijvoorbeeld continu halverwege van de ene naar de andere taak spring. Dit is confronterend. Was ik echt altijd zo?!
- Na een tijdje besluit ik maar weer eens te kijken wat medicatie voor me kan doen.
Continu met je medicatie stoppen – of je pillen vergeten – schijnt trouwens ook een ADHD-dingetje te zijn, maar dat terzijde. ;-)
ADHD is ook een talent
Maar weet je, naast al deze dingen zie ik steeds meer in dat dit stuiterende, hyperactieve brein me ook heel veel positiefs brengt. Ik kan razendsnel denken en werken – ik durf te beweren dat ik soms in één dag voor elkaar krijg waar anderen twee of drie dagen voor nodig hebben.
Mijn brein is mega-creatief, verzint steeds weer nieuwe invalshoeken voor de projecten die ik doe en legt verbanden die anderen niet leggen. Ik kan groepen mensen meekrijgen in m’n enthousiasme. Als ik ergens interesse in heb, kan ik héél snel nieuwe dingen leren. Wanneer ik me rot voel, voelt dat intens maar het duurt nooit echt lang – er is altijd wel weer iets nieuws om blij van te worden.
Zeg nou zelf, da’s toch gaaf?
Dus ja, soms word ik compleet gestoord van dat drukke hoofd van mij. (En eerlijk is eerlijk, de mensen om me heen ook, als ik weer eens overal troep laat slingeren of wekenlang vergeet terug te appen.)
En tegelijkertijd maakt precies dat hoofd dat ik in staat ben om te doen wat ik doe.
Dus nee, ik geloof niet dat ik het anders zou willen. :-)
Geef een reactie