Het hart van alle dingen

Ik zit ergens tegenaan te hikken.

Steeds vaker besef ik dat allerlei dingen die ik zou willen doen (maar die niet altijd lukken), op elkaar ingrijpen. Dat ze elkaar versterken.

Meer plantaardig eten maakt bijvoorbeeld dat ik minder uit eten ga, want de meeste restaurants hebben nu eenmaal karige vegan opties. Bovendien snoep en snack ik minder vaak buiten de deur, om dezelfde reden. En de dingen die ik wél onderweg koop, zijn vaak goedkoper (een banaan kost minder dan een McFlurry).

Op de havercappu’s na – je betaalt nog steeds vaak een toeslag als je geen koemelk wilt. Ik heb besloten om, bij wijze van #microrevolutie, voortaan aan de ober of barista te vragen waarom dit zo is. Niet omdat ik het ter plekke wil of kan veranderen, maar om bewustzijn te creëren.

Doordat ik minder uit eten ga, bespaar ik geld. Als ik minder geld uitgeef, hoef ik uiteindelijk ook minder uren te werken – want ik doe langer met dezelfde hoeveelheid geld.

Als ik minder hoef te werken, heb ik meer tijd om thuis aan te rommelen. Om lekker in de tuin te werken, tijd te besteden met kleine M.

Wanneer ik daar meer tijd voor heb, voel ik me ontspanner en tevredener. Waardoor ik minder de neiging heb om afleiding te zoeken in allerlei zaken. En dat is weer goedkoper. Ik bén namelijk al tevreden met wat er is.

Een vergelijkbaar loopje zie ik, als het gaat om alcohol drinken. Ik drink al ruim anderhalf jaar heel weinig (in de zwangerschap natuurlijk sowieso niets) en dat maakt dat ik steeds duidelijker voel wat een vergif alcohol eigenlijk is.

Het is natuurlijk ook gewoon kankerverwekkend.

Toch vind ik een blondbiertje in het weekend af en toe nog lekker. Maar als ik eerlijk ben, heb ik daar de helft van de keren spijt van.

Neem vorige week, toen ik besloot zaterdagavond een Chouffje open te trekken. De eerste slokjes waren genieten, maar na een half glas had ik éigenlijk al genoeg (leve een lage alcoholtolerantie!). Toch de andere helft opgedronken. Toen ik een paar uur later naar bed ging, voelde ik aan m’n droge mond en het trekkende gevoel bij m’n slapen al dat er een katertje op komst was…

En ja hoor, de volgende dag was ik brak van dat ene biertje. Niet heel erg, maar toch voldoende om zin te krijgen in tosti’s en gebakken eieren. En in koffie. Dus voor ik het weet heb ik koemelk, ei én een flink shot cafeïne achter de kiezen.

Allemaal dingen waar ik niet voor kies, als ik een keuze zou maken vanuit de verbinding met m’n lichaam en diepere zelf.

Ik kan nog veel meer van deze loopjes bedenken. Ze raken elkaar in allerlei vormen – als een domino-effect. Sommige loopjes zijn heel simpel: minder suiker eten leidt bijvoorbeeld tot minder ‘zoete’ trek, wat uiteindelijk zorgt voor beter slapen, meer energie en een overall fitter gevoel.

Waardoor ik weer minder neig naar koffie of zwarte thee, én minder naar suiker om de dag door te komen. Waardoor ik op het eind van de dag niet voor een dure bezorgpizza met koeienkaas ga, maar nog puf heb om een gezond plantaardig maaltje te koken.

Anders loopjes zijn complexer. Het eerste voorbeeld hierboven (meer plantaardig eten en het geld dat je daarmee indirect bespaart) heeft onder andere een aftakking naar biologisch en onbewerkt voedsel. De bio-winkel – en Hofweb! – heeft relatief meer plantaardig eten, dat eten is weer onbewerkt(er), waardoor je je er lekkerder van gaat voelen, wat weer motiveert om vaker plantaardig te eten.

En ja, biologisch eten is in eerste instantie duurder. Dat geld moet je ervoor (over) hebben.

Maar hoeveel bespáár je op lange termijn, als je door dat pure en biologische eten beter in je vel komt te zitten? Je geeft misschien minder geld uit aan zorgkosten. Hebt minder snel een dure tandartsbehandeling nodig (zoete meuk is funest voor je tanden).

Met daarmee opnieuw als gevolg dat je minder hoeft te werken, dus meer tijd overhoudt voor ontspannen leven.

Je hoeft de stress niet uit je schouders te laten masseren. Je boekt niet elk jaar dure vakanties en retreats, want je hebt veel minder behoefte om ‘even weg’ te gaan van het dagelijkse.

Het dagelijkse is namelijk in balans.

Wat ik een heel ingewikkelde vind, is dat het soms lijkt alsof je als individu pas UIT de rat race kunt stappen, als je er eerst een tijdje aan hebt meegedaan. Want je krijgt pas een huurhuis als je zoveel keer de maandlasten verdient. Want je kunt pas een woning kopen als je een vast contract van een goedverdienende baan hebt (en dan nog heb je een berg spaargeld én een flinke portie geluk nodig).

Want ik heb pas de tijd en ruimte om over al deze dingen na te denken – en er boeken over te lezen – nu ik in de economische situatie ben beland waarin ik niet minimaal 5 dagen per week van 7 tot 7 van huis ben (en trouwens, die boeken zijn ook niet gratis).

Want het is pas sociaal geaccepteerd om meer “vrij” te nemen of “beter voor jezelf te zorgen” of “minder te gaan werken” of überhaupt je agenda minder vol te plannen, als je eerst in een burn-out bent beland.

Toch: het zijn uiteindelijk keuzes. Keuzes die we maken als individu én als collectief. Want – wéér een andere afslag – dit hele verhaal heeft bijvoorbeeld ook alles te maken met hoe we onze openbare ruimtes inrichten.

Heel concreet merk ik dat sinds er een nieuwe speeltuin is aangelegd, in het park achter ons huis. Plotseling is dat een levendige plek waar de hele dag door kinderen zijn. Waar hun ouders een praatje maken.

Waarom liggen er in mijn straat allemaal kale grasveldjes? Zo veel mogelijkheden om daar iets anders te planten! Stel dat er moestuinen zouden zijn. Daar zouden we dan als buurt in gaan werken, waardoor we elkaar bovendien beter leren kennen. Sterker nog, dan zou ik überhaupt weten wie er allemaal aan de andere kant van de straat woont.

En waarom bestaat de Dorpsstraat van Elst voor ruim 90 procent uit stenen? Hoe zou de sfeer daar zijn wanneer alle parkeerplaatsen zouden zijn vervangen door veldbloemen, rustplekjes, speeltuinen, watertjes waar je ’s zomers kunt afkoelen?

Mensen ontspannen in de natuur, dat blijkt intussen zelfs uit wetenschappelijk onderzoek. Als die natuur veel meer om ons heen is, gaan we ons misschien wel een stukje minder gejaagd voelen. Voelen we ons meer verbonden mét die natuur, waardoor we er vanzelf beter voor zorgen.

Misschien kijken we daardoor ook wel minder op onze telefoon: zulk escapisme hebben we niet langer nodig. En bovendien, die kleurrijke bloemenzee wil je niet missen.

Ja, het is groot, dat denk ik steeds vaker.

Anders gaan denken en doen is niet een kwestie van alleen plantaardig(er) eten, kappen met je shopverslaving of minder op je telefoon kijken.

Het vraagt om een volledig nieuwe, frisse blik. Een holistische kijk, zo je wilt, op hoe we de wereld met z’n allen willen vormgeven.

En zelfs in het volle besef van al deze dingen is het kapitalisme in onze wereld vaak zo verpletterend dominant, dat het moeilijk is om er weerstand tegen te bieden.

Waarom stond ik anders vanmorgen in de HEMA weer met een truitje voor kleine M in mijn mandje? 6 euro was het maar, in de sale, hartstikke leuk.

Nét op tijd legde ik het terug. Maar serieus: hoe kan het dat ik, met al m’n sociale en culturele bagage op dit vlak, met al m’n kennis en bewustzijn over hoe de wereld werkt en hoe schadelijk de kledingindustrie is en hoe het kapitalisme ons ongelukkig maakt…. hoe kan ik dan nog steeds vallen voor zo’n stom HEMA-truitje?

Wat helpt – denk ik, hoop ik – is om elkaar verhalen te blijven vertellen. Verhalen van hoe we het wél willen. Hoe we het voor ons zien.

Zodat we er telkens weer aan herinnerd worden: o ja, dat willen we. Dáár werken we naartoe.

De ‘verhalen’ die we nu massaal zien, zijn de reclamepraatjes van grote bedrijven die het, sorry voor mijn woorden, geen ene f*ck uitmaakt of wij gelukkig en gezond zijn.

Sterker nog, die verhalen worden verteld om ons ongelukkiger en ongezonder te maken. Zodat we ontevreden blijven, want een ontevreden consument koopt meer.

En daarom schrijf ik. Hier, en voor mijn opdrachtgevers. Over m’n tuin, over treinreizen, over de Nederlandse stad in het jaar 2120, en over nog heel veel meer.

PS. Titel van deze blog is ontleend aan het gelijknamige boek van Elizabeth Gilbert.

(Beeld: Pexels/Pixabay)



Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

3 reacties op “Het hart van alle dingen”

  1. Vera

    Mooi geschreven! Zo complex en zo simpel tegelijk…
    Doet mij denken aan Paul Schenderling en zijn manier van leven van genoeg. Mooie podcast om hem eens te horen is deze: https://www.nporadio1.nl/podcasts/de-ongelooflijke-podcast/91950/145-vreugde-en-god-vinden-in-extreme-economische-tijden-met-paul-schenderling-en-stefan-paas
    en hij schreef ook een boek: https://www.postgroei.nl/boek-er-is-leven-na-de-groei/

  2. Rianne

    Ik vind je verhalen zo mooi elke keer en zo recht uit het hart. Heel fijn om te lezen en soms ook om bij na te denken en raakvlakken te ontdekken. Gewoon puur zonder opsmuk en bijbedoelingen. Heel verfrissend :)

  3. Karlijn

    Fijn om te lezen. Ik herken veel maar kan het niet zo goed verwoorden als jij doet. Ik reageer ook niet heel vaak maar lees je berichten met veel plezier. Naast dat ze me inspireren en me ook regelmatig iets leren. Dankjewel daarvoor. Fijne avond nog!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.