Ramen open, najaarswind – zacht als lentebries. Zon, zon, zo’n zonovergoten oktoberdag waarop gedachten uit hun voegen barsten, ineens alles kan, en dit huis zo thuis voelt, dat ik nooit meer iets anders zou willen.
Wow, ja. Wat een fietstochtje van een kwartier door de Utrechtse binnenstad met een mens kan doen. Vanmorgen werd ik alleen wakker in B’s bed (hij heeft weekenddienst en moest er al om zes uur uit) en besloot de ochtend te beginnen met tien minuten mediteren. Dat bleek een goed idee, ik merkte erdoor hoe onrustig mijn hoofd was.
Na een ontbijt van croissantjes fietste ik naar huis, door die prachtige stad. Ik ben meerdere keren afgestapt om een foto te maken. Ik bedoel, kijk nou!
Soms denk ik: het is tijd om naar Nijmegen te verhuizen. Die tweeënhalf uur per (werk)dag reizen kost zo veel tijd en energie, en hoe heerlijk zou het zijn om gewoon op de fiets naar Einder te kunnen. En Nijmegen is óók een fijne stad, ik woonde er vijf jaar met veel plezier. Maar god, wat ben ik van Utrecht gaan houden. Hier weggaan, nu? Ik moet er niet aan denken. Nee, nog niet.
Geef een reactie