Groeipijn

‘Vijftien’, drukte een vriend me ooit op het hart. We waren krap een jaar afgestudeerd en verzuchtten hoe lastig het is, dat bomvolle sociale leven uit je studententijd in stand houden als je een baan hebt. ‘Kies vijftien mensen uit die je wilt blijven zien. Van de rest zul je moeten accepteren dat het contact verwatert.’
 
Dat getal had ‘ie ergens opgepikt bij iemand die er verstand van scheen te hebben. En hoewel vijftien klonk als véél, overschreed ik de grens ruim toen ik daadwerkelijk probeerde een lijstje te maken. Naast m’n vrienden-door-het-hele-land had ik in Nijmegen een flinke kern bekenden opgebouwd. Sommige collega’s en bloglezers waren vrienden geworden. En telde familie eigenlijk ook mee?
 
Inmiddels moet ik toegeven dat het inderdaad niet eenvoudig is, al die contacten onderhouden. Na je studie werk je niet altijd meer in de stad waar je woont. Avonds heb je minder energie over en sowieso: hoe langer ik werk, hoe meer ik eraan hecht dat ik na een drukke dag niet meer gezellig hoef te doen. En al houd ik van lange zomeravonden, éigenlijk functioneer ik het best als ik om tien uur in bed lig.
 
Onlangs vertelde één van m’n beste vriendinnen zonder blikken of blozen dat ze doordeweeks vrijwel niets meer afspreekt. ‘Ik vind het niet fijn om na een lange werkdag nog sociaal te zijn. Vrijdag, dat kan wel. Maar ook in het weekend houd ik altijd minstens een dag leeg.’
 
Ik was een beetje jaloers. Want al groei ik daar ook naartoe, dat gaat gepaard met de nodige (groei)pijn. Ik ben namelijk gezegend met een grote kring lieve, mooie mensen om me heen waar ik waarde aan hecht. Tegelijkertijd word ik steeds blijer van tijd alleen. Van ruimte om aan te rommelen. In cafeetjes zitten met een stuk taart en mijn schrijfboekje (oké, laptop).
 
Bovendien, hoe méér mensen je wilt blijven spreken, hoe vaker al die contacten bestaan uit ‘bijpraten’ – niets mis mee, maar ook fijn als er vrienden zijn bij wie je weet wat wekelijks speelt.
 
Omdat ik in m’n enthousiasme nog niet altijd goed ben in grenzen bewaken (‘Jij kunt alleen op woensdag? Eigenlijk mijn Suusavond, maar ach, voor deze keer…’), heb ik mezelf een quotum gesteld van twee doordeweekse afspraken per week. En net als die vriendin streef ik naar minstens een weekenddag die echt vrij is. Tijd moet je immers máken – ook tijd voor jezelf.
 
Hoe dat gaat? Best goed, concludeer ik na een blik in m’n agenda.
Maar die vijftien mensen, daar zit ik nog steeds overheen.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.