Ruim een week geleden verliet ik Instagram. Alweer, ja. Want nadat ik een paar jaar terug op dit blog verkondigde hoe héérlijk het was om te leven zonder sociale media, hadden die verslavende apps zich toch sluipenderwijs weer mijn leven in genesteld.
Toegegeven, dat leverde ook veel op – zeker sinds kleine M er is. Contacten met andere jonge moeders bijvoorbeeld, net als een hele berg tip-lijstjes over babyslaap, starten met vast voedsel en schermvrije opvoeding (haha, de ironie). Het was ook heerlijk om de mensen die ik al jaren online volg, weer te kunnen lezen en stukjes uit hun leven ‘mee te maken’.
En wat dacht je van al die nachten in de kraamtijd waarop ik mezelf tijdens voedingen wakker hield met taalspelletjes als Woordle?
Tja, en dit is het dus precies: die stomme smartphone levert me zoveel op (want ja, dit hele probleem gaat natuurlijk breder dan sociale media) dat ik gaandeweg niet meer scherp zie wat het me kóst.
Bergen tijd, om te beginnen. Mijn schermtijd zat alweer máánden boven de 2 uur per dag, vaak eerder rond de 3 uur. Welke andere activiteit doe ik 3 uur per dag??! Jeetje.
Het is zo ‘normaal’ geworden dat we bijna vergeten hoe bizar dit is.
Maar een bericht van Roanne van Voorst schudde me wakker (ik schreef er al over in m’n laatste nieuwsbrief), ik ben nu dus een week Instagram-vrij en intussen weer helemaal in de ban van de vraag ‘hoe raak ik van m’n smartphoneverslaving af’.
Ik lees Is daar iemand?, een boekje van NRC-journalist Wouter van Noort met de veelzeggende ondertitel Hoe de smartphone ons leven beheerst. En met elke bladzijde die ik omsla, raak ik me er meer van bewust hoe idioot het is dat ik dat ding zo’n plek in m’n leven geef. En hoe gigantisch de impact van die apparaatjes is – op ons allemaal.
Zomaar wat citaten:
“Het is zeer de vraag of we als mensen de groei van ons sociale netwerk wel aankunnen zonder daarbij compromissen te sluiten over de kwaliteit van de contacten.”
“150. Dat getal is in de jaren tachtig ontdekt door Robin Dunbar, antropoloog en psycholoog aan Oxford University. Dat zou het maximumaantal betekenisvolle contacten zijn dat een mensenbrein aankan.”
“[Dunbar] denkt ook dat alle contacten die we via sociale media tegelijkertijd proberen te onderhouden ten koste kunnen gaan van ‘diepere connecties’ met de mensen om ons heen.”
“Mensen maken, zelfs al bij heel lichte aanraking, extra endorfine aan. (…) Als je fysieke ontmoetingen met vrienden en geliefden (waarbij bijna altijd wel iets van een aanraking komt kijken, al is het maar het schudden van een hand of het geven van een knuffel) vervangt door virtuele ontmoetingen, zit het er dus dik in dat je minder gelukshormonen aanmaakt.”
“Volgens Turkle [een andere auteur die hij aanhaalt, SG] neemt empathie tussen mensen af op het moment dat ze de hele tijd op een schermpje zitten te kijken in plaats van naar elkaar, in elkaars ogen. Net als Dunbar wijst ze erop dat mensen vooral verbindingshormonen aanmaken als ze fysiek bij elkaar zijn: elkaar in de ogen kijken en aanraken.”
“We communiceren de hele dag door, maar wanneer converseren we nog?”
“Mensen die vaak multitasken [en daaronder valt ook het tussendoor iets met de smartphone doen, SG] zijn slechter in het managen van het werkgeheugen van hun brein, ze kunnen zich blijvend slechter concentreren op taken zoals lezen en schrijven, die ook gebruikmaken van het werkgeheugen. En misschien wel de opmerkelijkste bevinding: ze waren óók nog eens slechter in het multitasken zelf.”
“Is het puur toeval dat het aantal burn-outs zo snel stijgt nu smartphones en sociale media in een paar jaar tijd ons leven hebben veroverd?”
“Als je de hele tijd wordt afgeleid door de smartphone kun je wel stellen dat je daar ongelukkiger van wordt.”
“Aan dat scrollen ligt precies dezelfde psychologie ten grondslag als bij de hendel aan een gokkast. (…) Steeds meer apps en functies van smartphones werken precies hetzelfde als gokmachines: in elk geval wat betreft de variabele beloningen [dit wordt uitgelegd in het boek, SG]. Alleen al als je je smartphone uit je zak haalt om te bekijken, waag je een gokje of je nog interessante berichten hebt gekregen.”
“Ook hij [een tech-expert uit Silicon Valley] noemt de smartphone vaak ‘de gokkast in je broekzak’.”
“Wat de algoritmes ons voorkauwen heeft (…) mogelijk een enorme invloed op ons wereldbeeld.”
“We maken onszelf ontzettend afhankelijk van bedrijven waarvan we alleen maar kunnen aannemen dat zij de macht die ze hebben om ons te manipuleren niet al te vaak zullen inzetten.”
“De conclusie van de onderzoekers: emoties van vrienden via online sociale netwerken beïnvloeden onze eigen stemming.”
Ik wil het weer anders gaan doen. Hoe precies, daar ben ik nu een plannetje voor het maken. Allereerst door in kaart te brengen wáár ik mijn smartphone nu allemaal voor gebruik – want helaas vrees ik dat de volledige overstap naar een dumbphone voor mij onrealistisch is. Deels vanwege m’n werk. Maar ook omdat de wereld nu eenmaal zó op smartphones ingericht is dat ik het mezelf anders wel ontzettend moeilijk maak.
Bovendien ben ik niet volledig ‘anti’: sommige functies van een smartphone zijn hartstikke handig, en niet verslavend.
Dat neemt niet weg dat het heel veel minder kan. In het boekje van Wouter werd de vergelijking gemaakt met je dieet: eten moet je sowieso, maar het maakt nogal uit of je de hele dag fastfood eet of er een gezonde leefstijl op probeert na te houden.
Goed, eerst dat gebruik in kaart brengen dus, en tegelijkertijd alvast minderen waar dat kan. Ik speel nu met de gedachte om er een dumbphone naast te nemen, die ik dan gebruik op momenten dat m’n smartphone thuis kan blijven.
Op YouTube bekijk ik video’s van mensen die hun ervaringen deelden met een smartphonevrij leven (deze bijvoorbeeld). De comments onder zulke filmpjes zijn bijna net zo interessant als de video’s zelf; andere digital minimalists delen er hun tips voor minder verslavende alternatieven.
Een paar eerste gedachten én ontdekkingen:
- Als ik langer van huis ga, wil ik graag telefonisch bereikbaar zijn. Voor B, voor de opvang, voor degene met wie ik heb afgesproken. Een dumbphone die alleen kan bellen (en sms’en) volstaat hiervoor.
- Onderweg vind ik het erg fijn om podcasts of muziek te luisteren, dit voelt voor mij niet destructief en verslavend. Het is ook geen schermtijd. Op Reddit las ik goede verhalen over de Mighty, een soort iPod Shuffle waarmee je zonder scherm naar Spotify kan luisteren.
- Dingen om over na te denken: Google Maps (of in elk geval: de weg kunnen vinden) is een dingetje. Net als QR-codes kunnen scannen. Of 2-factor-authentificatie. Ook mijn bankzaken (bij ASN Bank) kom ik zonder smartphone moeilijker in. Creditcard-aankopen moet ik ook bevestigen via de app.
- Op je iPhone kun je blijkbaar ‘Ouderlijk toezicht’ instellen. Je kunt dan een limiet stellen aan schermtijd of apps (waarmee je vervolgens NIET kunt cheaten!) en je kunt het bijvoorbeeld onmogelijk maken om nieuwe apps te downloaden. Je geeft iemand anders dan het wachtwoord en zo voorkom je dat je in een onbewaakt moment tóch weer op Insta raakt.
- Voor nu heb ik mijn telefoonscherm weer op zwart-wit gezet (met een sneltoets zodat-ie makkelijk even op kleur kan wanneer ik een foto maak). En ik heb alle niet-noodzakelijke apps verwijderd.
- Voornemen: regelmatig dat ding gewoon een paar uurtjes uit zetten.
- En dan niet in plaats daarvan de hele avond op m’n laptop zitten, haha!
Tot zover nu – wordt vervolgd.
(Beeld: Pexels/Darya Sannikova)
Geef een reactie