Gaatjes

Voor de gelegenheid heb ik even een foto van het ding opgezocht. Negentien was ik, toen ik mijn lippiercing liet zetten bij een shop in Nijmegen. Ik herinner me het geluid van de naald door m’n huidlagen en weet nog dat het minder zeer deed dan de traguspiercing die ik een jaar eerder in m’n rechteroor had laten zetten.

De lippiercing hield het maar een jaartje uit. Niet omdat ik m’n beu was – ik voelde me er eigenlijk wel prettig bij. Dat staafje door m’n lip was echt van mij. Het maakte me een tikje minder lief-en-schattig, het was een kleine daad van verzet tegen het gewone, een uiting van ‘ik ben niet zo mainstream als ik me verder gedraag’.

Hij moest eruit omdat-ie er anders uit zou groeien. Mijn lippiercing was een zogenaamde ‘eskimo’: niet horizontaal maar verticaal door je lip gepiercet, geen ringetje om je onderlip maar een staafje met twee bolletjes. Het risico daarvan is dat je lichaam ‘m er zelf uit gaat werken, als een splinter. Dat gebeurde dus, en ik had weinig zin om de rest van m’n leven rond te lopen met een enorm litteken op m’n lip. Nu zie je er niets meer van, behalve wanneer ik met m’n tong tegen mijn onderlip duw om de huid strak te trekken. Dan wordt een wit puntje zichtbaar.

Ach, intussen had het toch niet meer gekund. Werken in politiek Den Haag was met een piercing wat ingewikkeld geworden en ik weet ook niet of Einder er bijzonder blij mee was geweest. In elk geval had ik me wat steviger moeten bewijzen tegenover klanten, vermoed ik, sommige mensen hebben nu eenmaal flinke vooroordelen tegenover piercings. Of je nu wilt of niet: met die twee gram titanium in je lip maak je een statement.

Ik vind het nog steeds stoer dat ik die piercing heb gehad. Af en toe droom ik er nog van: gewoon weer de shop binnenlopen en opnieuw iets laten zetten. Iets kleins dan, misschien gewoon in m’n oor maar dan wel op een plek die nét anders is. Een stukje expressie.

Wat me tegenhoudt is niet zozeer de pijn tijdens het zetten, als wel het gedoe van genezen. Dagelijks ontsmetten met zeep, het fragiele staafje heen en weer bewegen over rauwe huid om te voorkomen dat-ie vastgroeit. Gedoe met douchen, gedoe met zwemmen. Zeker bij de traguspiercing – die in m’n oor – duurde het genezingsproces lang. Een jaar later voelde ik nog altijd een hard knobbeltje naast de piercing, een hoekje dat de neiging had te gaan zweren.

Maar wie weet, ooit.

Met dank aan JJ.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.