Vandaag was de tweede bijeenkomst van de Facilitator-training die ik volg. Of eigenlijk de derde, vorige week hadden we een online sessie. En tussen die eerste live-dag in december en vandaag heb ik ook nog twee keer een Zoom-sessie van een uur gedaan met m’n ‘spiegelgroepje’ – twee andere deelnemers – om in te checken bij elkaar, de opdrachten in het werkboek door te nemen en elkaar verder te brengen in ons proces.
Kortom, er is al een hoop gebeurd. Ook in mij gebeurt op dit moment veel. Te veel, denk ik soms. Maar je krijgt wat je aankunt, dat geloof ik óók, en op meta-niveau voel ik dat deze storm me naar een nieuwe plek kan brengen. Soms heb je een crisis nodig om glashelder te zien wat er nodig is.
Ik kan blijven doen wat ik altijd deed. Of ik kan een andere afslag nemen. I can choose to show up for myself.
In zo’n training – en zeker een verdiepende training zoals Margo ze geeft – neem je altijd jezelf mee. Met alles wat er nu is, was dat niet makkelijk. Halverwege de middag zat er nauwelijks nog een druppel mascara op m’n wimpers. Vlak voor de pauze overwoog ik sterk om naar huis te gaan. Dit is te veel nu, ik kan het niet aan.
Is dat zelfzorg, vroeg ik me af, of is het vluchten?
In de pauze liep een andere deelneemster meteen naar me toe. Ze hield me even vast, zei een paar rake dingen. Daarna kwamen de twee vrouwen uit m’n spiegelgroepje checken of het ging. Ik vind dat op zo’n moment heel dubbel, ik voel me al zo kwetsbaar en het allerlaatste dat ik dan wil is ruimte innemen, ik wil alleen maar verdwijnen (yep, oud patroon). Tegelijkertijd is het fijn – helend – dat iemand zegt: hé, hallo, ik zie je.
‘Ik vind het zo moeilijk om ruimte in te nemen in de groep, in deze staat, met mijn shit’, zei ik even later tegen Margo. Lieverd, zei ze, het is niet ruimte innemen in de groep, jij bént de groep.
Oh.
’s Middags leerden we hoe we kunnen afdalen naar ons onwrikbare zelf. Hoe we contact kunnen maken met dat stukje stevigheid, onveranderlijkheid in ons, van waaruit we gewoon kunnen waarnemen, waar de dingen die gebeuren geen invloed op ons hebben. Het oog van de storm.
Daarna oefenden we in tweetallen om in dat onwrikbare zelf te blijven staan als er weerstand komt. Dat wil zeggen: de opdracht was om ermee in contact te blijven, terwijl de andere persoon de allerlelijkste en gemeenste dingen tegen je zei (lees: terwijl ze jouw eigen innerlijke saboteur spiegelde). Wonderlijk om te voelen wat er toen gebeurde.
Ik bleef staan. Ja, het kostte me al m’n focus en kracht, maar ik bleef staan. Ik heb gevoeld dat het kan. Zelfs nu. Juist ook nu.
Lang verhaal kort: in de trein naar huis zat ik er een stukje beter bij dan op de heenreis. Nu ben ik thuis, moe en klaar. Tijd voor een kop thee, wat yoga, misschien een bodyscan.
Niet vluchten, maar verbinden is de weg.
Geef een reactie