Even weg, de diepte in

Schrijven is heerlijk, maar het is soms – zeker na een werkdag van, jawel, schrijven – ook iets waar ik me echt toe moet zetten. Op een schop-jezelf-onder-je-kont-en-doe-het-nou-eens-manier. En hoewel ik nog steeds duizend ideeen heb voor blogjes hier op Suushi, ontbreekt me even de energie om al die flarden uit te werken tot coherente stukjes.

Dat klinkt overigens misschien zwaarder dan het is, het is gewoon hoog tijd om even op vakantie te gaan. Precies wat ik ga doen. Maandagochtend vroeg rijden Tom en ik naar Frankrijk.

Maar niet voordat:

  • We uit eten zijn gegaan bij De Witte Zwaan, naar verluidt een fantastisch restaurant in De Bilt. Ik ben benieuwd – jullie horen er natuurlijk over, wellicht vanavond al op Facebook.
  • Tom 25 is geworden (morgen)
  • Ik de Tilburg Ten Miles heb gelopen (en daarvan een verslag heb getikt, misschien?)
  • De stress over wat-mee-te-nemen-als-je-gaat-kamperen is toegeslagen (nog niet, maar straks vast)
  • Ik mijn telefoon heb uitgezet en in een la gelegd.

Dat laatste is wel even een dingetje, want ik denk dat ik op dit meer smartphone/beeldschemverslaafd ben dan ooit. Zozeer, dat ik het gevoel heb dat het ten koste gaat van Essentiele Zaken: rust, ruimte om na te denken, leegte om op nieuwe creatieve ideeen te komen. Daarvoor moet je immers de stilte durven te laten zijn – best een opgave als je het mij vraagt, in een wereld van HONDERDDUIZEND DINGEN DIE NU NU NU JE AANDACHT VRAGEN.

Tijd om af te kicken dus. Loslaten, weggaan, et cetera. Om hopelijk opgeladen terug te komen. (Haha, deze zin staat er overigens wel heel raar als je onderstaand stuk tekst hebt gelezen, uh ja…)

Er gaat natuurlijk wél een schrijfboekje mee.

PS. Wat betreft dat afkicken/m’n mediagebruik anders inrichten, helpt dit stuk alvast enorm. In feite zou iedereen met een smartphone/social media-account/internet ;) het moeten lezen. Stof tot nadenken.

Fluitje van een trend / De Volkskrant (Wieteke van Zeil)

Een passage:

Als televisieseries de tijdgeest reflecteren waarin ze worden gemaakt, dan valt dit op: druk zijn is de norm geworden. Waar zijn de tijden dat Derrick met zijn kromme schouders en zijn uilenblik een kamer binnenstapte, op z’n dooie gemak rondkeek, tandenstoker uit zijn mond haalde en met twee geïnteresseerde vragen de juiste – onverwachte – verdachte tot een bekentenis bewoog?

Gaandeweg is de hoeveelheid werk die we hebben aan onze identiteit gaan kleven. Prestige is niet meer gelegen in het gemak waarmee iemand zijn dingen doet, maar in de werkdruk. Ga een gesprek aan met een gemiddelde hoogopgeleide twintiger, dertiger, of veertiger: grote kans dat in de eerste zinnen het woord ‘druk’ valt, als het al niet het beklagenswaardige ‘hectisch’ is. Dat geldt voor vrouwen én mannen. In mijn ervaring zeggen vrouwen het alleen iets directer (‘hoe gaat het?’ ‘Goed, druk druk druk, je kent het.’) en vatten mannen de vraag iets vaker op als nieuwsgierigheid naar hun recente curriculum (‘ik zit midden in project A, project B gaat als een tierelier, enorme winstresultaten, en project C staat in de steigers’). Druk = goed. Niks doen = falen – of hooguit ‘lekker opladen’ om daarna weer druk te kunnen worden.

En ook nog:

Het vergt concentratie en discipline om tot prestaties te komen die moeiteloos lijken. Maar daar wrikt het nou juist. ‘De meeste kenniswerkers zijn de hele dag als een malle aan het communiceren’, zegt de Amerikaanse expert Cal Newport in het interview dat Ianthe Sahadat in deze V met hem heeft. ‘We laten ons ritme bepalen door onze inbox, onze telefoon en vergaderafspraken. We verplaatsen informatie en noemen dat werk.’

Vooruit, nog één stukje dan wantikkonnietkiezen:

(…) Volgens de onderzoekers reden te concluderen dat het brein zich snel aanpast. Je hersens kunnen dus tot op zekere hoogte met afleiding leren omgaan, al scoorde concentratiegroep nog altijd het beste; het brein is niet gemaakt voor constant navigeren tussen onderwerpen.

Zoals Robbert Dijkgraaf, directeur van het Institute for Advanced Study in Princeton, waar diepe concentratie wordt aangemoedigd, eerder dit jaar het belang van rust voor zijn medewerkers in NRC omschreef: ‘Zie het als iets wat op de bodem van een zwembad ligt: pas als het water helemaal stil is, kun je het zien. Die stilte is noodzakelijk.’

Concentratie staat onder druk door versnelling, techniek en de totale vanzelfsprekendheid online te zijn. We staan altijd aan, onze tijd vult zich. We leven in een tijd van, om er nog maar een term bij te halen, ‘horror vacui’: angst voor de leegte.

PS. wil je meteen wat veranderen aan je gedrag, dan heeft De Correspondent een aantal goede tips om je smartphoneverslaving te verminderen.

Reacties

Eén reactie op “Even weg, de diepte in”

  1. Superinteressant. Ik heb het niet druk, soms doe ik zelfs te weinig vind ik (zoals nu: ga opruimen, stop met blogjes lezen). Daarin zit dan meteen het nadeel: hoewel ik geen smartphone heb, en extreem weinig sociale media, ben ik toch internetverslaafd. Eigenlijk écht, en ik wil ervan af. Ga dus nu je link naar De Correspondent lezen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.