Erbij

Om maar eens wat nieuws te vertellen: als kind ben ik gepest.

Niet jarenlang heel erg, ben ik geneigd er meteen bij te zeggen. Ik bedoel: soms lees ik verhalen van kinderen die door anderen werden geslagen (of erger), die nooit ergens bij hoorden, die jarenlang nul vrienden hadden, wier jeugd is verwoest.

Ik had wel vriendinnetjes. Ik werd nooit fysiek aangeraakt. Al met al heb ik een prima set jeugdherinneringen.
Maar doet dat er eigenlijk toe?

Steeds meer kom ik erachter dat ik van dat pesten, dat er niet bij horen, impliciet nog altijd last heb. Dat het me wel degelijk heeft gevormd.

Op de basisschool was ik in mijn beleving vaak degene die er nét buiten viel. Omdat ik halverwege groep 3 verhuisde (vanwege de scheiding van m’n ouders), en alle andere kinderen elkaar al langer kenden – twee jaar missen is best lang als je zes jaar oud bent. Omdat ik vrijwel het enige meisje was dat de lessen met een klas hoger volgde, en na groep 8 naar het vwo ging (‘stuud!’). Misschien ook omdat ik niet de duurste hipste merkkleding droeg, of nogal een sterk beeld in mijn hoofd kon hebben van hoe iets moest (dat vertellen althans m’n schoolrapporten).

Maar misschien gewoon omdat kinderen soms nodeloos gemeen zijn tegen andere kinderen, zeker als die een beetje gevoelig zijn of niet zo’n grote bek hebben.

En nu ik dit schrijf, denk ik ineens: goh, waarom gedroegen die kinderen zich toen zo? Misschien hadden ze dat ook maar ergens geleerd, thuis van hun ouders bijvoorbeeld. Misschien was het hun manier om zich staande te houden. En met dat besef komt een sprankje vergeving.

Weet je, pesten is niet alleen uitgescholden worden. Het is ook een vuile blik. ‘Moet ik met jóu samen?’ Maar vaker nog subtieler – merken dat er om je heen wordt gewerkt. De andere meisjes die plots verdwenen zijn in de tijd dat je even naar de wc ging. Achteraf horen dat er een verjaardagsfeestje was. Gefluister op de gang dat plots ophoudt als je langsloopt. Gedraai met de ogen, onderlinge steelse blikken of gebaren als jij wat probeert te vertellen in de kring. ‘Hoezo, ik dóe toch niks?’ En natuurlijk, klassieker, steevast als laatste gekozen worden bij gym.

Ach, ik probeer me de situaties voor de geest te halen maar ze willen nauwelijks terug mijn bewustzijn in. Namen, die zitten nog wel in mijn hoofd: Monique, Walter, Nikki, Jeroen. Natuurlijk zitten ook de herinneringen wel ergens. Dat wist ik al, maar ik kan ze nooit zo goed vinden. Tot deze week een oud gevoel naar boven borrelde.

Ik zat met een vriendin te praten, ze vroeg ergens naar en ineens zei ik het: ik denk dat dit komt doordat ik als kind ben gepest.

Het gekke was, ik kreeg de woorden bijna niet over m’n lippen. De klanken werden vergezeld door een golf van schaamte, gauw opgevolgd door hartepijn. Eerlijk: ik vond (en vind) het moeilijk om toe te geven dat ik er niet altijd bij hoorde, omdat ik bang ben dat mensen die ik nú liefheb zullen denken dat ik eigenlijk niet cool ben. Zie daar de diepe zelfafwijzing.

Misschien, besefte ik, moet ik hier eens wat vaker over gaan praten.

Probleem is dat zulke littekens je als volwassene vooral in de weg zitten. Doordat ik er toen niet bij hoorde, is mijn standaard-aanname in groepen nog steeds ‘niet geaccepteerd worden’. Onbewust concludeer ik dat mensen me vanzelfsprekend niet tof vinden. Dat ik mijn plekje moet verdienen.

En dus wil ik héél graag dat anderen aan me laten merken dat ik oké ben. Ga ik daar heel hard voor werken. Lekker expliciete bevestiging – wat fijn dat je er bent, dankjewel, hopelijk tot snel – daar ga ik heerlijk op.

In mijn geval gebeurt dat het meest op momenten waarop ik alleen ben met mensen die ik niet of nauwelijks ken, of waarbij ik het gevoel heb op m’n hoede te moeten zijn omdat ik weet hoe scherp of gevat ze uit de hoek kunnen komen (lees: bij mensen die grappen maken ten koste van anderen). Situaties waarin ik me niet veilig voel.

Gelukkig kun je als volwassene vaak kiezen in welke groep je je begeeft. Als kind heb je het maar te doen met je klas, je zwemlesgroep, je voetbalteam. Volwassenen droppen je bij die andere kinderen, succes ermee.

Nu kan ik wél ergens weg, of juist naartoe gaan. Kan ik me aansluiten bij de mensen die voelen als mijn tribe – ik geloof dat ik dat gevoel voor het eerst werkelijk had toen ik op m’n 18e lid werd van Karpe Noktem, de alternatieve studentenvereniging in Nijmegen. En hoewel ik interactie nog steeds enorm ingewikkeld kan vinden, omschrijven anderen mij vaak als ‘sociaal’ en voel ik me verbonden met de mensen om me heen.

Het is, kortom, allemaal best goed gekomen met mij.

Maar ik zal mijn kind nooit ofte nimmer Monique of Jeroen noemen.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

16 reacties op “Erbij”

  1. Alouette

    Ik weet nog zo goed die ene vakantie in Spanje, toen we beide nog op de basisschool zaten. Ik, als extrovert, vond het zó spannend om op jou en je broertje af te stappen. Want wat als dat meisje en die jongen mij niet cool vinden.. Na twee dagen de kat uit de boom kijken was mijn moeder het zat en heeft mij geloof ik gewoon tussen jullie in neergezet. Dit is de enige keer dat mijn moeder zich bemoeid heeft met vakantievrienden, daarom weet ik dit nog zo goed.

    1. Ha, wat enorm leuk om te lezen – weet je dat ik echt totaal niet meer weet hoe dat eerste contact verliep. Blijkbaar vond ik die actie van je moeder in elk geval wel prima ;-)

  2. Ik herken je verhaal waar het mijn dochters betreft die het allebei niet heel gemakkelijk hadden. Kinderen kunnen zo hard zijn voor elkaar. Verdrietig is dat.

    1. Poe dat lijkt me ontzettend lastig, zien dat je kind verdriet heeft of zich niet op z’n plek voelt… Verdrietig, inderdaad. Hebben je dochters inmiddels wel hun plekje gevonden? Liefs!

  3. Hanneke+Vervoort

    Poeh, ik krijg er ook hartepijn van! Wel heel goed en knap dat je erover schrijft! Wat kunnen kinderen ontzettend hard zijn. En wat zou ik er graag bij zijn geweest want ik had ze echt een paar klappen verkocht – niet met onze suus ja! En gewoon helemaal niet doen! Ik ben op de middelbare school ook even gepest maar kan het gevoel zo weer voelen.

  4. E

    Oh Suus <3 wat mooi dat je dit deelt. Ik las laast in een boek van Brene Brown dat schaamte kracht over je verliest als je het gevoel, het gebeurde uitspreekt.

    Ik weet ook mijn namen nog. Mike, Dirk, een paar meisjesnamen die te uniek zijn om ze hier op te durven schrijven uit, nog steeds, angst. De gemiste verjaarsfeestjes. Dat ik een jaar jonger was (ik werd gepest in mijn nieuwe klas na een jaar over te hebben geslagen). De vinger bijna nooit op de zere plek van het subtiele pestgedrag kunnen leggen, behalve misschien het als laatste gekozen worden voor gym. En ook het nog steeds bang zijn, in elke nieuwe groep merk ik dat eventjes. Me willen bewijzen, mezelf anders willen neerzetten dan dat ik ben om maar niet kwetsbaar te lijken. Niet door de mand willen vallen als 'undesireable'. En het nog steeds, fysiek, voelen – het mezelf klein willen maken, geen ruimte durven innemen. En ook dat ik me daar nu bewust van ben, en dan kan kiezen om wel ruimte in te nemen. En om mezelf te blijven.

    Suus, bedankt voor dit schrijven. En wat straalt er zelf-acceptatie en liefde uit dit bericht. En bedankt voor het delen.

  5. Ik werd in de basisschool ook gepest omwille van mijn rode haren. Ik had wel vriendinnetjes maar vooral de jongens kwamen met domme rijmpjes. Wat je zegt over nu nog steeds het gevoel te hebben je plaats te moeten verdienen is iets dat ik heel erg herken. Ik heb ook niet het gevoel dat ik heel zwaar ben gepest, maar het heeft toch wel iets nagelaten.

    1. Hé, wel ‘fijn’ zeg om te lezen dat ik niet de enige ben. Dat juist inderdaad die subtiele dingen toch zo veel impact kunnen hebben. Natuurlijk super rottig dat jij vroeger gepest bent… merk je dat nu nog veel in je dagelijks leven? (bijvoorbeeld met wat je zegt over ‘plek verdienen’)

  6. Patricia

    Oooh dat ‘nog steeds niet willen toegeven’ herken ik ook heel erg. Ooit vertelde een kennis dat ze maar niet begreep waarom haar zoon met ‘dat ene jongetje’ bevriend was. Ze vond het een raar kind dat nooit eens zijn zaken op orde had, nooit wat zei, zijn verjaardag niet vierde en op schoolreisje geen slaapzak mee had. Opeens schoot het door me heen … “Wacht eens even; Ik Had Dat Jongetje Kunnen Zijn!”
    Ik heb andere kinderen altijd op afstand proberen te houden omdat ik me schaamde voor mijn thuissituatie (alcohol, enge ziekte). Ik werd dus niet gepest, maar had mezelf in een soort vrijwillig isolement gebracht, met hooguit 1 of 2 vriendinnetjes die iets dichterbij mochten komen. Want ik wist dondersgoed dat er kinderen om minder redenen gepest werden.
    Ik heb niet tegen mijn kennis gezegd dat dat kind er misschien niks aan kon doen. Want ik ben wel de laatste die een ander zou durven terechtwijzen. Ze moeten me immers aardig blijven vinden.

    1. Poe, ja die uitwerking kan het natuurlijk ook hebben..wel heftig, zeg. Hoe is het op dit moment voor je, merk je de mechanismen nog steeds op of worden ze wat minder?

      1. Patricia

        Dat is het geweldige van ouder worden; You don’t give a shit anymore :)
        Zoiets groeit natuurlijk langzaam (althans bij mij), maar geloof me; iemand die zelfvertrouwen uitstraalt is aantrekkelijker dan iemand die altijd lief en aardig gevonden wil worden. Die laatste is vooral lekker makkelijk om op feestjes bij aan te schuiven, maar is niet (altijd) iemand om rekening mee te houden. Op een of andere manier voelt het alsof ik nu een ‘eerlijker’ leven leid.
        En dat is minder vermoeiend, plus ze lopen niet meer over je heen ;) Ik wil wedden dat je hier zelf ook voorbeelden van in je omgeving kent.

  7. Wat mooi om dit hier te mogen lezen. Dankjewel dat je hier wél over schrijft. En wat zeg je het weer allemaal mooi.

    Hoop dat je met het schrijven van dit stukje weer wat losser van die vroegere mechanismen kunt komen.

  8. Stephanie

    Wat fijn om te lezen dat ik hier niet de enige in ben. En daarom reageer ik, omdat het voor jou waarschijnlijk ook fijn is om te lezen dat anderen dit ook zo ervaren. Dat ik het eigenlijk nooit vertel uit angst dat ze me dan anders gaan zien, dat ik door de mand val en ze erachter komen dat ik helemaal geen leuk persoon ben. Terwijl ik echt wel weet dat ik dat wél ben, blijft die angst helaas.

    1. Dat is zeker fijn, en helpt me echt verder – zowel om het gevoel te erkennen als om het te relativeren, en dat laatste dan in de zin van: het is oké dat je het zo voelt, dit is een logisch gevolg en je hoeft er nu niet meer naar te handelen. Ik wens jou ook veel mildheid naar jezelf toe!

  9. Wat bijzonder dat je dit zo durft te delen. Het komt binnen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.