Maandag
Zoals ik vorige week al aankondigde, begon de week wat anders dan normaal. Mama was er nog een dagje en dat was erg gezellig. Het was eindelijk weer zonnig, en dus staken we de handen uit de mouwen in de tuin! We snoeiden de appelboom in de voortuin en nog een paar planten in de achtertuin.
Ook keken we samen hoe we onze verwaarloosde ligusterhaag – die er al beduidend beter uitziet dan toen we hier kwamen wonen! – dit jaar nog een stukje groener kunnen krijgen. Het lastige is dat we ‘m niet gewoon helemaal kunnen terugsnoeien. Dat wil de haag op zich wel, maar onze buren, die hun kant van de heg wél gewoon goed verzorgd hebben, natuurlijk niet. Erg fijn om zo’n heg-vraagstuk te kunnen overleggen met mijn mama, die decennia tuinier-ervaring heeft.
Onze laatste avond samen begon heel gezellig, met lekker eten. Maar toen werd het helaas minder leuk. In een vlaag van onoplettendheid had logeerpoes Cloë namelijk een paar kippenbotjes te pakken gekregen. Lees: de stukken gingen schrokkend (want zo eet zij) met bot en al naar binnen.
Snel rondje Google leerde ons dat dit géén goede zaak was. Dus wij bellen met de eigenaren, vervolgens met de dierenarts, en die zei: kom maar meteen hierheen, we gaan het er onder narcose uitvissen. Andere optie is er niet, want risico op maag- en darmperforaties en andere ellende.
Shit. Arme Cloë (en een beetje arme wij, letterlijk dan want geloof me, dit was een héél duur geintje – maar oké, het allerbelangrijkste is dat onze lieve logeerpoes hier goed uit zou komen). De hele avond zaten we in spanning te wachten op het telefoontje van de dierenarts. Pas om 22.30 uur werden we gebeld dat alles goed was gegaan.
Cloë moest een nachtje bij de dierenarts blijven en we mochten haar de volgende ochtend komen ophalen.

Dinsdag
Na een wat onrustige nacht bracht ik ‘s morgens eerst mama naar de trein, en daarna haalde ik Cloë op. De stukjes bot uit haar maag kreeg ik ook mee:

Cloë mauwde heel zielig in de auto naar huis, maar eenmaal thuis liep ze gelukkig meteen naar het voerbakje. Een goed teken, dacht ik zo.


Qua werk had ik vandaag nog vrij geroosterd omdat een vriendin ‘s middags langs zou komen, maar dat ging niet door en dus besloot ik toch alvast wat taakjes op te pakken. Scheelt de rest van de week weer!
Intussen hield ik Cloë goed in de gaten. Die was niet hélemaal zichzelf, maar gedroeg zich gelukkig redelijk normaal.
Woensdag
‘s Morgens troffen we helaas beneden een poes aan die niet of nauwelijks wilde eten. Vonden we zorgwekkend, want zoals gezegd is Cloë normaal nogal een schrokop. Ze trok zich ook steeds terug op zolder en hoewel ze zich wel liet aaien en dan ging spinnen, voelde ze zich duidelijk niet lekker. Op zich ook niet vreemd, als er uitgebreid met een camera en een tang in je slokdarm en maag is gerommeld.
Toch besloot ik vandaag thuis te werken (ik zou eigenlijk naar Einder gaan) om haar goed in de gaten te houden. Door de dag heen lukte het gelukkig om haar wat losse brokjes te voeren, al ontbrak duidelijk haar normale enthousiasme.

Vanwege de zorgen om dit pluizenbolletje had ik geen geweldige werkdag, ik kon me moeilijk concentreren. Hier en daar lukte het wel om wat te doen, en ik had een paar meetings die me afleidden. Eind van de middag was B thuis en ging ik even naar de sportschool.
Donderdag
Hoera! Cloë was er een stuk beter aan toe. Ze at weer meer en gedroeg zich normaler. Een hele opluchting… Vandaag moest ik naar Nijmegen voor verschillende afspraken en Bart was ook naar z’n werk, nu kon ik de poezen met een gerust hart alleen thuislaten.
In Nijmegen lunchte ik bij Einder, daarna had ik een koffie-afspraak met de coördinator van Radboud Magazine (nieuwtje: na ruim vijf jaar heb ik besloten te stoppen met schrijven voor het blad), en vervolgens was er bij Einder een presentatiemiddag waar ik samen met een collega-schrijver vertelde over de serie met 100 duo-interviews die we maakten voor de Universiteit Twente.
Daarna was het tijd voor een borrel! Die was ouderwets gezellig. Uiteindelijk zat ik pas om half 10 op de fiets terug naar Elst.
Vrijdag
Vandaag stond er een dagje Utrecht op het programma.

Ik had eerst een lunchdate met een zakenbuddy. We aten heerlijk bij Karibu (naast het Griftpark) en praatten tussen het werkoverleg door ook gezellig bij.

Daarna fietste ik door naar vriendin A, om bij haar op de bank gezellig thee te drinken en bij te kletsen. Tegen de avond stapte ik weer in de trein naar huis.
Zaterdag
En zo was het alweer weekend. Zaterdag hadden B en ik beiden een lege agenda. We begonnen de dag productief met een schoonmaakronde. Ik ontschimmelde de koelkast (was weer eens nodig) en poetste de keuken, hij deed een berg was, stofzuigde het hele huis en deed nog wat klusjes die al een tijdje lagen te wachten.
Toen we eenmaal klaar waren, doken we lekker naast elkaar met ons boek op de bank. ‘s Avonds bestelden we pizza, die we op zolder opaten met een paar afleveringen The Wire.

Zondag
Zondagmiddag kwamen vrienden M en A lunchen. Ik had ‘s morgens lekkere broodjes, croissants, beleg en fruitsap gehaald en de tafel gezellig gedekt. Daarna speelden we 30 Seconds en Spirit Island.
‘s Avonds had B dienst, dus ik was alleen thuis. Goed excuus om verder te lezen in m’n boek; ik was intussen een heel eind in het laatste deel van de Mistborn-trilogie. Intussen is-ie uit, wat betekent dat ik in minder dan een maand ruim 2.000 pagina’s heb verslonden. Lekker. :-)
Tijdens het lezen kwam Dama gezellig bij me liggen, en viel heel cute op mijn arm in slaap.

Geef een reactie