Twintig boeken wilde ik lezen in 2021. Ik ben nu bezig in nummer vijftien, dus dat wordt nog opschieten. Al vind ik de jaarlijkse challenge van Goodreads ergens flauw, want het aantal boeken dat je haalt hangt natuurlijk ook samen met wat je leest.
Ach, ik gebruik die challenge vooral om te blijven lezen. En dat ging best goed, zeker nadat ik in Italië een maand zonder smartphone leefde. Sindsdien heb ik vaker m’n e-reader bij me en lees ik een paar bladzijdes als ik ergens moet wachten.
Vorige week las ik in twee uurtjes Amalia uit. Prima hap-slik-weg-boekje, hop, weer eentje erbij. Maar ik las ook ‘t Hooge Nest en dat boek telt zo’n 400 pagina’s.
Maar wat waren de beste boeken van het jaar?
Twee springen eruit: Station Eleven en ’t Hooge Nest. Onvergelijkbaar zijn ze – een Engelstalige roman en een Nederlandstalig, waargebeurd oorlogsverhaal. Ik zou dan ook niet kunnen zeggen welke ik het beste vond. Lees ze maar gewoon allebei.
Sowieso ben ik onder de indruk van de kwaliteit van de werken die ik las. Er zat weinig rommel bij – gelukkig. Nou moet ik zeggen dat ik me graag door anderen laat tippen. Zo stuitte ik op Station Eleven (nooit van gehoord) in een Instagrampost van een journalist. Hij schreef er zoiets over als “beste boek dat ik in tijden las”. Nou, dat heb ik geweten. Nadat ik het uit had duwde ik het B nog net niet door z’n strot ;-) en inmiddels heeft hij het weer aan z’n ouders en zus aangeraden.
Een volledige top-10 dan:
- Station Eleven – Emily St. John Mandel. Wauw, ja gewoon wauw. Wat een verhaal en wat een schrijfstijl, het leest als een trein en doet echt iets met je. Zeker als je het leest tijdens een pandemie. Meer zeg ik niet. Zoek ook niet het plot op, het is leuker als je niet weet waar het over gaat. Ga gewoon lezen.
’t Hooge Nest – Roxane van Iperen. Eigenlijk vind ik dat elke Nederlander dit boek zou moeten lezen. En dan zeker de Nederlanders die nu roepen dat we in een soort oorlogssituatie verkeren, qua historisch besef. Maar goed, ook los daarvan is dit boek steengoed. En indrukwekkend. - David Mitchell – Utopia Avenue. Van de karakters van David Mitchell ga je gewoon een beetje houden. En na het lezen van dit boek heb je echt een beetje het gevoel dat je ook in het Engeland van de sixties hebt rondgelopen. Ik las dit boek in het Engels en zou je dat aanraden, hoewel Mitchell ook twee steengoede Nederlandse vertalers heeft (die en passant nog bij naam worden genoemd in het boek, de grapjas).
- In lichtjaren heeft niemand haast – Marjolijn van Heemstra. Ik kom die vrouw echt overal tegen dit jaar, als in, telkens weer stuit ik op interviews van haar, het lijkt wel een teken. Hoe dan ook, groot fan van hoe ze schrijft over de ruimte en het universum.
- Licht in de duisternis – Heino Falcke en Jörg Römer. Onlangs deelde ik hierover nog iets op LinkedIn. Ook enorm genoten van dit boek, ik kan zo heerlijk gefascineerd worden door de menselijke zoektocht door het heelal. Daarover lezen doet ook iets met hoe je naar jezelf kijkt.
- De boekendief – Marcus Zusak. Deze stond al jaren op m’n to read-lijstje, dit jaar had ik er eindelijk echt zin in. En man, wat een verhaal. En wat goed, origineel geschreven ook.
- Heks – Susan Smit. Dit las ik in de zomervakantie en ik was erdoor geïntrigeerd. Je moet wel zin hebben in een beetje spiritualiteit. Wat me pakte was Susans ‘nuchtere’ zoektocht in de wereld van hekserij. Juist het feit dat ze zelf zowel kritisch/sceptisch als nieuwsgierig was, maakt het herkenbaar en geloofwaardig.
- Dan ga ik nu maar eens lekker van mezelf zitten houden – Lianne Sanders. Ja, gewoon fan van Lianne. Mooi portret van de struggles van een dertiger uit de grote stad.
- De cyclus strategie – Maisie Hill. Ik schreef er in januari al over. Maisie Hill leerde me over de seizoenen van m’n lijf en van dit ‘systeem’ ben ik me nog steeds bijna dagelijks bewust.
- Jennifer Egan – Bezoek van de knokploeg. Won een Pulitzer-prijs en stond in een Volkskrant-lijstje met de 100 beste boeken van de twintigste eeuw. En ja, ik zie dat het vernuftig in elkaar zit. Dat er mooie passages in staan. Dat er een groot overstijgend thema in doorklinkt. En toch pakte het me nooit écht.
- Amalia – Claudia de Breij. Wat ik zei, je hebt het zo uit. En toch vond ik het een mooi portret van de jonge kroonprinses. Nergens heel diepgaand, maar dat verwacht je ook niet. De Breij portretteert Amalia als opgroeiend mens – wat ze natuurlijk ook is. Ik neem er wel wat stukjes uit mee.
En nu ben ik benieuwd: wat was jouw favoriete boek van 2021? Ofwel, wat moet ik komend jaar écht lezen?
Met dank aan Kleine Atlas.
Geef een reactie