Conditie

Schrijven is een spier die je moet trainen, las ik net in een interview op het blog Schrijfvis. Ik lees Schrijfvis sowieso graag en ben stiekem een beetje jaloers op hoe hij zo’n succesvol blog heeft weten op te bouwen (maar dat is weer een ander verhaal – hier lees je daar meer over). En ja, denk ik, die uitspraak is waar. Schrijven is oefenen. Terugkijkend op mijn studententijd, waren de uren die ik thuis aan m’n bureau SOG-gend en bloggend besteedde misschien wel net zo nuttig als de tijd die ik me door wetenschappelijke papers worstelde.

Ik denk het vaker, de laatste tijd: ik moet – nee, ik wil – meer schrijven. O, natuurlijk ben ik nog altijd schrijver van beroep, en je zou dus zeggen dat ik weinig te klagen heb, maar nu ik naast schrijfwerk bij Einder ook steeds meer andere dingen doe, heb ik soms het idee dat ik niet alles uit mijn schrijfvaardigheid haal. Dat die vaardigheid daardoor verslapt. Of tenminste: de routine verdwijnt.

Begrijp me niet verkeerd, ik ben juist heel blij dat ik m’n werkdagen nu ook besteed met plannen maken, concepten bedenken, op pad naar klanten, korte films begeleiden, presentaties en workshops geven en meer van die dingen. Ik leer veel.

Bovendien, van de tijd dat ik bij de krant werkte en dagelijks schrijfdeadlines had, weet ik ook nog dat ik die schrijfkracht soms uit m’n tenen moest halen. (Al moet ik mezelf daar soms wel aan herinneren – juist dit soort dagelijkse worstelingen vergeet je nu eenmaal vaak.) Dus ja, het is fijn dat als ik nu een schrijfklus heb, ik echt kan denken: ha, yes, lekker een stuk tikken.

Tegelijkertijd merkte ik, toen ik twee weken terug in alle haast een groot stuk voor Radboud Magazine op papier moest zetten, dat dat óók uit m’n tenen moest komen. Alsof je een halve marathon rent, terwijl je al twee maanden niet hebt hardgelopen; het kán nog best, en het lukt ook, maar het kost meer energie dan wanneer je gewoon getraind bent.

En weet je: nu zou ik Grootste Veranderplannen kunnen maken. Elke avond in de trein een stukje schrijven. Dagelijks 300 woorden tikken, maakt niet uit waarover. Oké, vooruit, twéé keer per week een blog posten op Suushi. Hoe dan ook: eisenlijstjes, zoals ik ze zo vaak maakte. Die discipline zou me ongetwijfeld ver brengen. Ik zie het bij andere online schrijvers – van Schrijfvis en Henk van Straten tot Annemerel: dagelijks tikken = investeren. Verplicht jezelf te schrijven, en bam, tel uit je langetermijnwinst.

Punt is, en dit gaat misschien enorm lui klinken, ik heb helemaal geen zin om mezelf weer tot allerlei zaken te verplichten. Ik doe al genoeg. Ik moet al genoeg. En vooral: ik heb jarenlang al genoeg ge-moet van mezelf. Dit jaar ben ik juist bezig om te leren leven vanuit een tegenbeweging; niet met repressie, maar met zachtheid naar mezelf. Ik geloof dat dat uiteindelijk minstens zo veel oplevert. (Ter info, dat is geen sneer naar de supergedisciplineerde mensen van deze wereld!) Al is het eerlijk gezegd ook doodeng, want niet meetbaar, maar ik kan – nee, wil! -niet meer terug.

Ik ben aan het leren erop te vertrouwen dat ik wel groei. Dat ik ongemerkt al veel meer doe en leer dan ik nu zie. En ja, natuurlijk kan ik mezelf wat duwtjes in de goede richting geven. Záchte duwtjes. Dit stukje schrijven bijvoorbeeld, ’s avonds in de trein, omdat ergens iets kriebelde dát te doen en niet weer het uurtje-naar-huis scrollend of Sims’end te besteden. Of: weer vaker notities maken van dagelijkse dingen. Gewoon, in mijn telefoon, of in het dagboek op mijn nachtkastje. Een intentie uitspreken: ik wil weer meer schrijven.

Maar geen strenge regels meer. Strenge regels heb ik voorlopig genoeg gehad. Ik wil mooie regels, woordenregels, schrijfregels. Bovenal: schrijfzin. Wanneer dat me maar uitkomt en als ik er ruimte voor heb. Zoals dit blogje: gewoon maar wat woorden tikken en erop vertrouwen dat er wel een punt komt – of niet, ook goed, tekenaars moeten af en toe ook gewoon wat zinloos schetsen, toch?

Dus misschien gooi ik met deze vrije mindset een hoop weg. Maar misschien, heel misschien brengt het me uiteindelijk ook wat nieuws. En dan is het tóch weer net als met hardlopen: zolang ik maar een beetje m’n basisconditie houd, loop ik heus wel weer een keer die halve marathon.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.