Bruis

Vandaag sprak ik op straat zomaar een 81-jarige vrouw.

Of nou, niet helemaal ‘zomaar’ – ik was voor een schrijfklus op pad in Den Bosch. Samen met een van onze fotografen struinde ik door een woonwijk, op zoek naar mensen die even met ons wilden kletsen.

Voor het magazine van een woningcorporatie moesten we een serie voxpopjes maken rondom de vraag ‘hoe ziet jouw zomer eruit?’ (Voxpop komt van vox populi, ofwel de stem van het volk – het is een term uit de journalistiek waarmee straatinterviews worden bedoeld waarin ‘gewone mensen’ om hun mening worden gevraagd.)

Goed, we waren dus op zoek naar deelnemers.

Nog niet zo simpel, want het was maandagochtend en het regende en ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik kán me voorstellen dat je dan niet zoveel zin hebt in een praatje met een onbekende. Laat staan dat je ook nog op de foto wilt. (Sowieso is foto’s maken in de regen een crime, maar dat terzijde – gelukkig was het regelmatig even soort-van droog.)

Toen spraken we H aan. Met een volle boodschappentas kwam ze uit het winkelcentrum gelopen. En vooruit, natuurlijk wilde ze meedoen. Ik stelde mijn vraag, we kletsten even, en omdat de fotograaf z’n toestemmingsverklaringen in de auto had laten liggen kletsten we nog wat langer.

Eerst over die zomer (‘gewoon thuis, ik heb een balkon op het noorden en eentje op het zuiden, wat een heerlijkheid’), maar al gauw over andere dingen. Ze was graag op zichzelf, zei ze. Vijftig jaar verpleegkundige geweest, ‘dus nu heb ik wel genoeg geluisterd naar anderen’. Als iemand een verhaal begint, zei ze, kan ze bijna meteen de rest al invullen.

Terwijl ze dat zei klonk ze – verrassend genoeg – allerminst vermoeid. Haar blik was helder en geïnteresseerd. Elke dag wandelt ze een stuk, en elke morgen om zes uur staat ze op voor Nederland in beweging. ‘Ja, je moet wel bezig blijven, dat is heel belangrijk om scherp te blijven.’

81, hè. De heldin.

Maar wat me vooral bijbleef, was hoe ze vertelde over haar kinderen en kleinkinderen. Als die over de vloer komen, vertelde ze, dan is alles bespreekbaar. ‘Wij spreken alles uit.’ Geen gekonkel, geen geheimen. Alles mag er gewoon zijn. ‘Dat is fantastisch, dat is het aller-waardevolste. Ik hoor zoveel mensen die mot hebben met hun kinderen. Of die klagen dat ze niet op bezoek komen. Zo zonde en niet nodig.’

Begrijp me niet verkeerd: ze vertelde niet alleen, ze vroeg ook naar mijn verhalen. Maar eigenlijk maakte het niet zoveel uit wat we elkaar zeiden. Beide ervoeren we vooral de ontmoeting.

Je hebt, terwijl ze me aankeek met een Perkamentus-achtige blik, twee soorten mensen: bruistabletten en zuigtabletten. Die laatste groep herken je meteen: je voelt je energie leeglopen als je met hen bent. Het kóst je veel.

Blijf weg bij die zuigers. Zonde van je leven. Laat ze maar lekker klagen, jij hoeft niet altijd degene te zijn die geeft en geeft en geeft. Wees dan maar lekker op jezelf.

Ik vond het bijna jammer toen na een kleine tien minuten de fotograaf weer voor onze neus stond, en de rest van de dag bleef haar heldere gezicht me bij. De huid vol rimpels, geen plooitje meer strak – en wat een uitstraling had ze.

Duidelijk: bruis.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

Eén reactie op “Bruis”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.