Bruggen bouwen

Ik had het niet verwacht, maar ik blijk dus verdomd veel te leren van die ADHD-therapie.

Kijk, toen ze me bij ADHDcentraal een traject van twaalf sessies cognitieve gedragstherapie aanboden, was mijn eerste reactie: prima. Altijd goed en nuttig om dingen over jezelf te leren.

Maar ik zal eerlijk zijn, toen het zo’n beetje van start ging, dacht ik vooral: ik moet het nog maar zien. Om te beginnen is deze therapie heel strak geregeld. Twaalf sessies krijg je, niet meer en niet minder. Daarbinnen is een min of meer vast programma met onderdelen waar je samen met je therapeute doorheen loopt. Plannen en organiseren, structuur aanbrengen, prioriteiten stellen, aandachtsspanne vergroten, werken aan je eigenwaarde en zelfvertrouwen.

Kortom, zo’n beetje het standaardlijstje waar veel ADHD’ers moeite mee hebben of tegenaan lopen.

Natuurlijk stel je persoonlijke doelen op. En uiteraard is het geen lopendebandwerk – integendeel, ik heb een heel fijne therapeute, ook al heb ik haar alleen nog maar via Google Meet gezien (waardoor de sessies soms voor m’n gevoel wat weg hebben van een werkoverleg, maar dat terzijde).

Maar ik kan niet ontkennen dat ik dacht: dat zelfvertrouwen lijkt me wel nuttig, maar plannen en organiseren? Serieus jongens, daar werk ik al mijn hele leven aan. Ik heb een uitgebreid agendasysteem, zowel werk als privé, en werk elke dag met een to do-lijstje. Wil het qua focus echt niet lukken, dan is er nog de good old pomodoro-techniek. “Organiseren doe ik dagelijks in m’n werk”, riep ik zelfverzekerd hardop, “en dat gaat hartstikke goed!”

Misschien dacht een klein hoekje van mij zelfs wel: joh, ik ben een high-functioning ADHD’er, ik heb al genoeg coping-mechanismen ontwikkeld. Ik heb toch zonder problemen nominaal een masterdiploma gehaald en sindsdien een goede baan? Jullie kunnen mij weinig meer leren…

Eh, maar wacht.
Is dat wel zo?

Ja, natuurlijk krijg ik mijn werk doorgaans af. Deadlines mis ik niet en uit mijn omgeving hoor ik zelden ontevreden geluiden over mijn aanpak, integendeel.

Maar feit is óók dat ik altijd in een soort cirkels rondloop. Vroeg of laat beland ik altijd weer op een punt waarop ik te ver ben gegaan, te veel heb gepland, te vaak ‘ja’ heb gezegd. Omdat het me blijkbaar niet lukte goed af te bakenen. Omdat ik van tevoren niet goed kon inschatten hoeveel werk iets was. En omdat ik me veel te veantwoordelijk ga voelen voor alles, alle werk naar me toe trek, waardoor andere mensen (uiteraard) achterover gaan leunen en ikzelf vervolgens met bergen werk zit.

En dan loop ik dus vast.

Op de middelbare school en in m’n studententijd leidde dat ‘vastlopen’ er een aantal keer toe dat ik noodgedwongen m’n hele agenda moest leegvegen. Of eigenlijk, dat anderen (lees: mijn moeder) dat voor me deden, omdat ik er zelf simpelweg niet meer toe in staat was. Omdat ik het allemaal gewoon niet meer overzag.

Complete kortsluiting, ERROR in mijn hoofd.

Nou worden die cirkels steeds groter, gelukkig, en zijn ze meestal ook niet meer volledig rond. Ik crash dus minder – zie eerder de signalen van ‘mezelf voorbijrennen en niet meer kunnen prioriteren’ – en de crashes die toch komen, zijn meestal minder hevig. Maar hóe ik ook mijn best doe, het blijft een dingetje.

En dat organiseren hè. Ik wist natuurlijk allang dat ik stelselmatig dingen kwijt ben, en dat er vroeg of laat altijd weer stapeltjes met spullen groeien in mijn huis. Voor mijn administratie heb ik nooit écht een goed sluitend en functionerend systeem gehad. M’n belastingaangifte doe ik keurig hoor, en belangrijke bonnetjes bewaar ik ook wel. Ergens. Meestal. Hoop ik…

Als ik eerlijk ben, kom het er vaak op neer dat ik eens in de twee jaar in een soort vlaag van opruimwoede álle administratiepapieren uit de verschillende kastjes, lades en mappen van mijn huis trek. (Oké, meestal liggen ze ergens in één kast. Als een vage ongedefinieerde stapel. Of twee. Denk ik.)

Dan heb ik drie, vier uur later inderdaad alles weer keurig bijgewerkt. Documenten netjes in mappen, een slim en geordend geheel. Wauw, wat voelt dat lekker. En dit keer ga ik het écht goed bijhouden.

Uh, niet dus.

Precies op dezelfde manier ruimde ik vroeger als kind mijn kamer op. Alles of niets was het. Complete chaos (meestal), of supernetjes (heel soms, twee dagen). Hoeveel sokken, oorbellen en ov-chipkaarten ik door de jaren heen niet ben kwijtgeraakt…

Maar terug naar die therapie: ik moest dus een takenlijst gaan bijhouden. Twee heb ik er nu, voor werk en privé apart. Het idee is dat je niet alleen opschrijft wát je gaat doen, maar ook hoe urgent dat is. Elke taak krijgt een letter: A, B of C.

A-taken
Dit zijn de taken die je vandaag of morgen af wil of moet hebben. Voorbeelden zijn: inschrijven voor een cursus waarvan de deadline vandaag is, een rekening betalen waarvan de uiterste betaaldatum morgen is.

B-taken
Dit zijn de taken die je op middellange termijn gedaan wil hebben, bijvoorbeeld een week. Voorbeelden zijn: een rapport schrijven waarvan de deadline over 2 weken is, een pakketje ophalen.

C-taken
Dit zijn de taken die geen prioriteit hebben. Je moet dit over langer dan een maand doen of het heeft zelfs helemaal geen deadline. Vaak zijn deze taken aantrekkelijker om te doen.  Voorbeelden zijn: een afspraak maken om koffie te drinken met een vriend, een kastje schilderen.

Prima, dacht ik, koekie-eitje. Doe ik wel even. Kan ik allang. Ik maak toch dagelijks to do-lijstjes?

Dat bleek dus een beetje anders te liggen. Want nu ik ongeveer een maand – en steeds consequenter – met die takenlijst werk, vallen me een paar dingen op.

  1. Ik maak van alles een A-taak. Of in elk geval van véél te veel dingen. Alles moet NU, in mijn hoofd. Alles, of nou ja bijna alles, lijkt even urgent. Misschien wel omdat ik onbewust mezelf heb aangeleerd dat als ik iets níet meteen oppak, ik het al snel weer vergeet…en dan gebeurt het vervolgens inderdaad te laat.
  2. Dat komt (in elk geval deels) doordat ik de taak niet goed overzie. Als een klant me vraagt of ik iets kan doen, heb ik niet direct helder wat we nou ook alweer hadden afgesproken. Als ik nog een berg aantekeningen moet uittikken, weet ik niet meer precies waar ik ze heb gelaten. Daarom blijven ze als een knagend gevoel op de achtergrond aanwezig. Het lukt me niet ze af te bakenen en op hun (betrekkelijk kleine) plek te zetten.
  3. Door mijn hoofd spoken véél meer kleine taakjes dan ik ooit voor mogelijk had gehouden. En die veroorzaken bakken onrust. Kijk, in het begin schreef ik alleen de obvious taken op de lijst. Boodschappen doen, brief posten, artikel inleveren – dat soort dingen. Maar stiekem zijn er veel meer dingen waar ik aan moet denken. Kleine dingen die onbeduidend lijken, maar waar ik wel telkens een ‘ah shit, weer vergeten!’-stressreactie van krijg. Een kerstpakket regelen voor onze huishoudelijke hulp. Het evaluatieformulier van mijn pianoles invullen. De fysio terugmailen. Geld overmaken naar een vriendin.

Door zoiets simpels als zo’n takenlijst word ik me er dus in één klap bewust van hoe ik altijd om mijn ADHD-brein heen heb gewerkt. Of eigenlijk, hoe ik mijn leven er juist naar heb ingericht.

Het punt is, ADHD heeft te maken met de hoeveelheid dopamine in je hersenen. En dopamine regelt bijvoorbeeld je motivatie en veroorzaakt over- of juist onderprikkeling. Natuurlijk, iedereen heeft wel eens moeite om ergens motivatie voor op te brengen. Maar heb je ADHD, dan is dat GIGA-moeilijk.

Altijd? Nee. Dingen doen lukt namelijk wél supergoed:

  • Als je super-geinteresseerd bent in het onderwerp. En dus kan ik moeiteloos uren lezen over YouTube-algoritmes, maar krijg ik mezelf met geen mogelijkheid aan een artikel over SEO, als dat me op dat moment weinig boeit. (En dus werkt ‘bloggen volgens een schema’ voor mij ook niet. Dan wordt het een moeten-dingetje in plaats van dat ik m’n natuurlijke nieuwsgierigheid volg, en wordt Suushi de zoveelste werktaak in plaats van iets waar ik energie van krijg.)
  • Als het gaat om iets dat NIEUW is. Geen wonder dat ik zo houd van mijn werk vol diverse projecten. Ik moet er niet aan denken om de hele week aan één en hetzelfde ding te werken.
  • Als de taken urgent zijn. Als de deadline nadert en er NUL ruimte meer is om te slacken, ga ik ineens wél als een speer.

Geen wonder dat ik creatief werk ben gaan doen, waarbij ik veel verschillende projecten draai. Niet gek dat ik een studie koos waarbij ik niet eindeloos veel contacturen had – het was me nooit gelukt om vijf jaar lang elke ochtend ergens om half negen te verschijnen. Logisch dat ik zo lekker ging op de nieuwsredactie van de Volkskrant, waar elke dag deadlinedag is. En ik snap ineens ook waarom de zuigende feed van Instagram zo’n trigger voor me is (PRIKKELS! AFLEIDING!).

Nou ja, voordat ik hier een heel verhaal over ga ophangen – dat kunnen andere mensen beter. Mijn therapeute tipte me het kanaal How To ADHD, en zoals ze zei: ja, het is een beetje Amerikaans, maar kijk daar even doorheen want de inhoud is écht goed gedaan. Over motivation bridge, the ‘wall of afwul’ (en hoe je die beklimt) en ook een aantal inzichtelijke filmpjes over wat ADHD nou precies is.

Toen ik het filmpje over ADHD en motivatie zat te kijken (die met motivation bridge), besefte ik dat ik nog altijd een klein beetje in de ontkenningsfase zit. Dat ik af en toe nog steeds denk: ach joh, die diagnose was vast een foutje. Ik heb toch geen ADHD, kom op zeg. Want die dingen uit dat filmpje, die zijn toch normaal? Die heeft toch iedereen?

Maar pas toen ik later dat motivatie-filmpje aan B liet zien, en hij zei: nah, ik heb dat eigenlijk allemaal niet zo, drong tot me door dat hoe ik al ruim 29 jaar de wereld beleef misschien níet is hoe de meeste anderen dat doen.

Oh. Ok.

En de video over how to deal with clutter was zo spot-on raak en herkenbaar, dat ik er bijna van moest huilen. Net als trouwens de uitleg over rejection sensitivity. Trouwens, het item hoe je je (ADHD-)brein de stimulatie kunt geven die het nodig heeft, was ook wel erg inzichtelijk…

Nou ja, er gebeurt weer veel dus. En uiteraard ben ik me ineens hyperbewust van hoe alles op elkaar doorwerkt. Zie ik ineens overal patronen en signalen in.

En ben ik vooral blij dat ik, ondanks m’n lage verwachtingen, die twaalf sessies ben gaan doen.


Geplaatst

in

door

Tags:

Reacties

4 reacties op “Bruggen bouwen”

  1. Wat goed van je! Het klinkt fijn, maar ook wel vermoeiend? (Ik bedoel, nog meer scherm voor dit soort dingen, en dit werk naast je werk)

    Afijn, ik heb net een aantal filmpjes van How to ADHD gekeken, dank voor de tip! Ik gok dat ik ook alle taken op A zet, en de taken van mijn vriend erbij ;)

    1. Hee Loes, het kost inderdaad wat meer moeite (/schermen) maar de bedoeling is wel dat zulke systemen inbouwen netto tijd en energie opleveren. Heb wel het idee dat dat ook zo is – al is het nog te vroeg om dat met zekerheid te zeggen, natuurlijk (en moet ook nog maar blijken of ik dit op lange termijn volhoud). Het is in elk geval superinteressant om te doen en geeft veel inzichten :)

      En tof dat jij ook wat hebt aan de filmpjes!

  2. Kleine Atlas

    Hoi Suusie, ik vind je blogs rond ADHD zo ontzettend interessant, en ook deze is weer heel raak. Ik las bij vorige reacties soms nog dat (vrouwelijke) lezers zich erg herkenden, dat had ik dus ook erg bij deze. Wow, wat jij schrijft over ‘alles wordt een A-taak, waardoor er altijd stress is’ en ‘als ik het niet meteen doe, gaat het onherrroepelijk kwijt’ – dat herken ik ook erg. Heel benieuwd wat er uit de volgende sessies komt!

    1. Hoi Kleine Atlas, dank voor je reactie, ik ben blij te lezen dat je herkenning vindt in mijn blogs. Motiveert om hierover te (blijven) schrijven :) Dus dat zal ik zeker proberen te doen. Hoe probeer jij de A-taken minder ‘A’ te laten zijn? Liefs!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.