Of het nu sprong 4 is, of de 4 maanden-slaapregressie, of het feit dat er van alles verandert (zoals wen-uurtjes bij gastouder Wendy en een moeder die weer een beetje begint met werken), of toch het griepje dat B en ik vorige week hadden, of een random reden die we nog niet bedacht hebben, of een combinatie van al het bovenstaande –
feit is, dat m’n kind op het moment niet zo goed slaapt.
Kijk, ik wist heus dat we verwend waren, met een baby die we sinds ze 8-9 weken oud is gewoon in bed legden tussen 19 en 20 uur. Eerst zaten we er dan nog bij tot haar ogen dichtvielen, maar na verloop van tijd ontdekten we dat we ook gewoon de kamer uit konden gaan na het verhaaltje-liedje-trustenkusje. Dan pruttelde ze tevreden nog wat, tot ze na een minuutje of 10 in slaap viel.
En hoewel de dutjes overdag nog nauwelijks een vast ritme kenden, begon de avondroutine iets te worden waar we langzaamaan op begonnen te rekenen. B bracht kleine M naar bed, ik ruimde intussen de keuken en woonkamer op – of andersom – en zo rond 20 uur ploften we lekker samen op de bank met een boek. Of we speelden een spelletje, ik ging in bad, wat dan ook.
Tot vorig weekend.
Ik had het natuurlijk al vaak gehoord van andere ouders: ‘Denk je net een ritme te hebben gevonden, wordt alles weer compleet anders.’ Ik wist ook dat dit je compleet kan overvallen. Bovendien had E me maanden terug al gewaarschuwd dat meerdere baby’tjes in haar omgeving rond de 14 weken oud ineens weer slecht gingen slapen.
En toch, tja, overviel het me dus.
Ineens is het huilen zodra we haar in bed leggen. Wil ze écht niet meer in de co-sleeper. Pure paniek, soms. Zijn we ’s avonds uren met d’r in de weer voordat ze rustig slaapt. Hebben we al twee nachten achter de rug waar ik haar uiteindelijk maar gewoon tegen mij aan heb laten slapen, want dan sliepen we tenminste allemaal nog enigszins (wat dit betreft ben ik blijkbaar meer pragmatisch dan principieel). Heeft ze ook overdag duidelijk meer moeite om in slaap te vallen – wat leidt tot oververmoeidheid in de avond en dus meer drama.
Poe. Ja, ik wist het en toch: zo gaat het dus.
Nu is de kunst opnieuw overgave. Meebewegen. Verwachtingen bijstellen. Mentaal schakelen, accepteren dat dit het nu even is. Dat het ongetwijfeld ook weer overgaat (yep, ‘het is een fase’ zeggen we nu ook hier in huis). Ik probeer herkenning te vinden door online te lezen over de schijnbaar ‘beruchte’ sprong 4 – de beschrijvingen van andere ouders met een kind van 14 weken dat plots niet meer wil slapen zijn toch fijn om te lezen, het hoort er blijkbaar bij, we zijn niet de enigen. Tegelijkertijd probeer ik me niet suf te googlen want da’s natuurlijk ook weer een vorm van controledwang, van grip proberen te krijgen op een situatie waarin er even minder grip is.
Ik probeer ook het schuldgevoel buiten de deur te houden (‘ze is misschien wel zo onrustig omdat ze voelt dat jij ’s avonds liever wat anders doet dan haar knuffelen, je bent er niet genoeg voor haar, je zou meer aandacht voor haar moeten hebben’, fluistert een venijnig stemmetje in m’n achterhoofd). Samen helpen B en ik elkaar waar dat kan; ik ga overdag met baby de deur uit zodat hij me-time heeft, hij gaat na een onrustige nacht om 5.30 uur met kleine M naar beneden zodat ik nog een paar uur kan slapen. Opnieuw ben ik zo dankbaar dat B’s ouders om de hoek wonen en graag oppassen.
En ach, zo’n drama is het nu óók weer niet: ik typ dit immers op dinsdagavond om 19.45 uur en het kind ligt nu al ruim een halfuur boven in d’r bedje te slapen (fingers crossed ;-)). We hebben wat oude én nieuwe trucs uit de kast getrokken: de inbakerdoek is terug van weggeweest, er staat white noise aan in de slaapkamer. Telkens als de babyfoon even aanspringt vanwege die white noise, merk ik een kleine stressreactie in m’n lijf: oh nee, ze is toch niet weer wakker? (En voel me daar dan weer een tikje schuldig om, want hé, als m’n kind me nodig heeft dan is dat toch zo en dat mag ze ook.)
Maar hé, als het de ene kant op kan omslaan, dan ongetwijfeld ook weer de andere kant. En dus probeer ik goed gegrond te blijven, voor mezelf en B te zorgen – want we kunnen ons kind het beste dragen als we zelf en samen stevig staan. Ik ga op tijd naar bed, houd extra ruimte in m’n agenda en vertel mezelf dat ik gewoon mag blijven vertrouwen.
Gelukkig is ze wel nog steeds het allerliefste en allerleukste meisje van de wereld. Want ja, dat cliché is ook waar: één stralend lachje en je bent alle moeilijkheid weer vergeten.
Geef een reactie