Balans vinden in m’n agenda – lees: niet chronisch veel te veel plannen – was altijd al een uitdaging, maar dit geldt echt x1000 nu ik een kind heb.
Ik breek er nog regelmatig m’n hoofd over. Zo weinig tijd, zo veel dingen die ik wil. En ik wil óók voldoende rommeltijd, rust, ademruimte. Sterker nog: buffertijd is dubbel zo nodig met een klein kind, want net als je denkt dat alles soepel loopt heb je ineens weer slechte nachten en dat draagt, zacht gezegd, niet bepaald bij aan je veerkracht.
Laatst vertelde een bevriend stel (met kinderen van 4 en 2,5 jaar) dat zij tegenwoordig de regel hebben om altijd 1 dag in het weekend vrij te houden. En ik las dat Nikki niet meer dan 1 keer per week ’s avonds afspreekt met vrienden, “want dat is heel gezellig, maar vreet ook energie”.
Beide principes probeer ik nu ook toe te passen op mezelf (slash ons gezin):
- Elk weekend 1 dag vrij houden. Op de dag zelf kunnen we dan best wat plannen, als we daar zin in hebben. Zolang we maar ’s morgens kunnen wakker worden met een gevoel van: vandaag hóéft er niets.
- Maximaal 1 avond per week iets sociaals plannen. Nu eten we vrijwel elke week al met Eline, J en kleine S – de vraag is of dat dan al “het sociale ding” is. voor het gemak zeg ik vooralsnog van niet, anders blijft er helemaal geen tijd over voor andere contacten… Then again: ik heb in m’n huidige weekschema niet de puf om wekelijks na werktijd nog het land door te reizen. Dus dat ‘sociale’ kan in de praktijk vooral als het in de buurt is.
Ik voel dat dit goed voor mij – en ons – is. Het laat voldoende lucht in de week én zorgt dat we verbonden blijven met onze liefsten. Het begrenst me en voorkomt dat ik in een vlaag van enthousiasme toch weer alles volplan (#ADHD).
Maar o, wat is het soms moeilijk om me eraan te houden.
Misschien ook niet gek, laat ik eens een rekensommetje maken. 52 weken per jaar, min 6 weken vakantie, nog een paar weekendjes weg en zeg, 2 weken ziek, dan houd je jaarlijks zo’n 40 ‘gewone’ weken over.
Ofwel, 40 weekenden om 1 afspraak te plannen (plus wat doordeweekse avonden, maar zoals gezegd, da’s in de praktijk niet wekelijks haalbaar).
Klinkt nog best veel, toch? Maar wacht.
- Een deel van die 40 weekenden bestaat uit verjaardagen: opa’s en oma’s, neefjes en nichtjes, en wij drie zelf natuurlijk. Plus een jaarlijkse familiedag. Samen zeker 12 dagen per jaar.
- Je wilt ook weleens een weekendje helemaal niets. Liefst 1x per maand, da’s nog 12 weekenden ‘bezet’.
- De (naar schatting) 16 overgebleven weekenddagen zijn nog steeds niet allemaal “van mij”. B wil ook weleens iets doen zonder vrouw & kind. Deel je dit aantal voor het gemak door 2, blijven er jaarlijks 8 “eigen” weekenddagen voor mij over.
8 dagen per jaar.
Tja. Niet gek dat het zo snel vol voelt.
Wat dat doordeweekse betreft: B heeft op dinsdagavond tennis, ik op woensdag yoga en op donderdag eten we meestal met E, J en kleine S. Blijft dus alleen de maandag of vrijdag over. En dan moet de vriend(in) in kwestie natuurlijk ook nog kunnen…
Lang verhaal kort: in de praktijk heb ik 2 à 3 keer per maand een paar uur “1 op 1-tijd”.
Punt is, ik wil iedereen blijven zien én voldoende verdieping houden in m’n contacten. Maar gaat dat wel samen? Hoe meer vriendschappen je onderhoudt, hoe meer het allemaal halfjaarlijkse ‘update-gesprekjes’ worden. Echt onderdeel zijn van elkaars leven, weten wat er speelt, heeft ook meerwaarde. (Dat kan nu eenmaal niet met iedereen. En dat is oké. Maar toch.)
Nog zoiets: 1-op-1-tijd met vrienden is waardevol en nódig. Zeker vrienden zonder kinderen zijn een keer klaar met die afspraakjes-met-kind waar het van echte gesprekken soms nauwelijks komt (en begrijpelijk!). Maar mijn dreumes gaat al 2 keer per week naar de opvang, en het voelt niet oké om haar daarnaast té vaak bij een oppas te stallen. Zeker nu ze nog zo klein is.
Tuurlijk, af en toe een paar uurtjes oppas regelen kan best, dóén we ook, maar vergeet niet dat B en ik ook al oppas nodig hebben voor onze maandelijkse dates. En die zijn superbelangrijk – wij tweeën vormen het fundament van dit gezin, dat vraagt een continue investering.
In het kader van denken in oplossingen: mailen en appen helpt al wat.
En videobellen blijkt helemaal een uitkomst: effe een uurtje FaceTimen met een kop koffie erbij, is makkelijker te regelen – en kan bijvoorbeeld ook in de ochtend- of middagdut. Tuurlijk, niet hetzelfde als gezellig in een cafeetje zitten, maar het komt in de buurt. In elk geval stukken beter dan dan elkaar maar twee keer per jaar zien…
Hoe doen jullie dit?
Geef een reactie