Wat ik niet had verwacht over borstvoeding geven: dat het zo dynamisch zou zijn.
Het is een compleet andere ervaring om een kind van bijna 1 jaar te voeden, dan om een pasgeboren baby aan de borst te hebben. Op allerlei manieren.
Ten eerste: zo’n bijna-dreumes heeft véél minder melk nodig. Gemiddeld nog 300-500 ml, terwijl dat een halfjaar geleden nog 800 ml was. Kleine M drinkt nu alleen ‘aan de randen van de dag’: ’s morgens wanneer ze wakker wordt, voor haar middagdut en voordat ze gaat slapen. Dan ’s nachts nog een keer, meestal ergens tussen 1 en 5 (waarna ze meteen weer verder tukt).
That’s it.
Tot gisteren dronk ze ook nog voor haar ochtenddutje, maar ik had al langer het gevoel dat dat meer ‘lekker’ was dan echt nodig. Op zich prima, maar elke extra voeding betekent een kolfsessie voor mij wanneer iemand anders haar in bed legt. En ik ben onderhand een beetje klaar met dat kolven.
Dus besloot ik haar eens zonder melk in bed te leggen, als testje, en dat ging hartstikke prima.
Ten tweede: de hele drinkervaring is anders. Een klein baby’tje moet je goed positioneren aan de borst, je helpt hem/haar met op de juiste manier aanhappen (neusje richting de tepel, grote hap!) en ondersteunt telkens het hoofdje. Je zit/ligt meestal buik-tegen-buik. Vaak wordt er met ogen dicht gedronken, kind is in elk geval in d’r eigen wereld – ik las meestal een boek tijdens het voeden.
Tegenwoordig zit kleine M op schoot. Liggen we ’s morgens nog in bed, dan kruipt ze soms naar me toe en hapt vanaf de andere kant aan. Ik voel me soms net een snackmuur. ;-)
Bij dat aanhappen heeft ze overigens geen enkele hulp nodig. Een boek lezen is er ook niet meer bij, want ze ziet dat ik ergens naar kijk, wordt nieuwsgierig en probeert zich om te draaien. En haar hoofdje ondersteunen? Haha.
Vaag herinner ik me dat er ooit dagen waren waarin het voeden een gestoei kon zijn. Kleine M had dan te veel honger om nog te willen drinken, maaide schreeuwend met haar armpjes en ik moest haar echt naar de borst ‘duwen’. Zulke taferelen zijn er al maanden niet meer. Wil ze nu niet drinken, dan denk ik: oké, dan niet. Als je toch honger hebt, geef ik je straks wel een banaan.
Oh, die allereerste dagen, waarin het voor ons beiden oefenen was, zoeken naar de juiste techniek. En ja, waarin het ook een beetje ‘doorbijten’ was (een BEETJE zeg ik, echte pijn is niet goed!) omdat m’n tepels die eerste dagen erg gevoelig waren. Stuwing was trouwens ook niet top, maar leve koolbladeren in je bh.
Wat was ik toen blij met de borstvoedingscursus die B en ik hadden gedaan!
Daardoor had ik enigszins een idee van wat de bedoeling was. Ik wist: het mag gevoelig zijn maar geen pijn doen – dat is vaak een teken dat er iets met aanhappen niet goed gaat. Ik wist ook dat het normaal is dat je de eerste dagen nog nauwelijks productie hebt. Dat heel veel huid-op-huidcontact belangrijk is om de productie op gang te brengen (dus lekker veel bloot knuffelen met je baby!). Dat minimaal 10 tot 12 keer per dag aanleggen normaal is, een heel goed idee zelfs! Dagelijks las ik de kraamweek checklist van Teddy Roorda, zo fijn om een beetje te weten wat je kunt verwachten die eerste dagen.
Maar wat kun je daarná verwachten?
Wat ik zei: borstvoeding geven is geen statische activiteit, het is een dynamisch proces. Er zijn fases.
Waar ik kleine M het eerste halfjaar van haar leven bijvoorbeeld overal kon voeden – bij vrienden op de bank, op het terras, in de trein – is dat nu allang geen optie meer. Ze is veel te afgeleid. Dit was een reden om het voeden steeds meer te concentreren rondom de dutjes: in een donkere kamer komt ze tot rust en wil ze wél drinken.
Waar ik haar maandenlang vrijwel altijd in slaap voedde, veranderde dat bij 8-9 maanden ineens. Oké, ze kan nog steeds aan de borst intukken (’s nachts in principe altijd!), maar overdag gebeurt dat minimaal de helft van de keren niet meer.
Overigens: in slaap voeden mag je gewoon doen, als jij en je baby dat beiden fijn vinden. Het is prima. Geen verkeerde slaapassociatie. Wat al die slaapcoaches ook zeggen.
Soms verlang ik terug naar die eerste tijd, waarin er zo’n klein hummeltje vol overgave lag te drinken. Tegelijkertijd voelt het zó chill om nu meer vrijheid te hebben. Minder vaak te voeden, makkelijker weer een wijntje te kunnen drinken zonder daarvoor eerst af te kolven. Want 1 glas alcohol is na 2-3 uur uit je systeem en er is nu niet meer iemand die elke anderhalf a 2 uur wil drinken.
Om dezelfde reden kan ik veel makkelijker urenlang de deur uit zonder onderweg te kolven. Alleen als ik de hele dag op stap ga, moet ik ergens een momentje inbouwen.
Interessant wel, om te merken hoe de gesprekken over borstvoeding met m’n omgeving veranderen. De WHO raadt aan om minimaal 2 jaar borstvoeding te geven (dit advies geldt wereldwijd!) maar in Nederland is voeden na 1 jaar toch een beetje een uitzondering.
De dingen die mensen vragen, zijn allemaal respectvol, nieuwsgierig, neutraal. En toch merk je in de woordkeus wat de norm is:
‘Geef je nog steeds borstvoeding?’
‘Hoe lang wil je daar nog mee doorgaan?’
Ik snap het wel. Voordat ik begon met borstvoeding geven, had ik ook een totaal ander beeld. Veel Nederlandse moeders voeden hooguit een paar maanden. Ik vraag me af of het zou helpen, als we meer voorbeelden om ons heen zouden zien van hoe ‘langer voeden’ eruit kan zien.
Het helpt mij in elk geval dat ik een paar vrouwen in mijn omgeving heb die een jaar of langer hebben gevoed. Moeders aan wie ik af en toe advies of geruststelling kan vragen: hoe deed jij dat toen? Vrouwen die hun ervaringen met me delen, zodat ik een beetje weet wat er in het verschiet ligt.
Nu weet ik: zo intensief als die eerste weken (waarin ik gerust 5 uur per etmaal aan het voeden was) is het alleen die eerste periode. Het proces verandert geleidelijk. En ja, die eerste tijd kan intensief zijn. Maar op de manier waarop ik nu voed, houd ik het gerust nog een jaar vol.
Misschien hoeft het niet zo lang, op een dag is kleine M er waarschijnlijk klaar mee. Of ik ben dat. Maar zolang we beiden tevreden zijn, gaan we hier lekker mee door.
Baby-led weaning, dat doen we, ook op het gebied van borstvoeding. Met natuurlijk oog voor de grenzen van mama.
Geef een reactie