Na die twee verhalen vol mijmeringen over mijn nieuwe ’telefoonvrije’ leven denk je natuurlijk: DAT WIL IK OOK, en vraag je je misschien af hoe ik dat aanpak.
Natuurlijk, in de ideale situatie begin je net als ik met een paar weken cold turkey zonder smartphone, bijvoorbeeld als je op vakantie gaat. Ver weg van je normale leven zijn er een stuk minder verleidingen, en bovendien kún je die telefoon simpelweg niet toch stiekem weer pakken (en dat geeft veel rust).
Maar ook als je voorlopig geen reisje hebt gepland, kun je van alles doen om de rol en invloed van je smartphone in je leven minder groot te maken. Welke dingen heb ik veranderd en belangrijker, welke checks heb ik ingebouwd om te voorkomen dat ik over een paar maanden weer terug bij af ben?
1. Laat je iPhone thuis als je de deur uit gaat.
Inderdaad, dat kan niet altijd, maar veel vaker dan je denkt kan het wél. Naar mijn werk moet-ie mee (mijn telefoon is ook m’n werktelefoon), maar als ik boodschappen ga doen of afspreek met een vriendin heb ik dat hele ding niet nodig. En als ik naar het theater ga moet-ie sowieso op stil, dus dan kan ik hem net zo goed thuis laten.
Als je hem niet bij je hebt, kun je er ook niet op kijken.
Trouwens, vaak verleidt mijn brein me nog met de gedachte dat het “nu écht belangrijk is dat mijn iPhone meegaat”. Vanavond bijvoorbeeld ga ik naar wijnclub. Dan scan ik graag de etiketten van de flessen op Vivino, en regelmatig maak ik ook een paar foto’s. Maar nu ik erover nadenk: die wijnhuizen kan ik ook morgen thuis toevoegen aan m’n account, en er zijn genoeg anderen die foto’s maken (en zo niet, dan kan altijd m’n camera nog mee).
Dat avondje ‘rust’ is me die extra moeite wel waard – en netto levert dit me waarschijnlijk nog tijd op ook, want anders zit ik tussen wijnclub door steeds op m’n telefoon.
2. Zet je telefoon vaker een tijdje uit.
Zeker in het weekend kan dat vaak gewoon de hele dag, tenzij ik bijvoorbeeld even Runkeeper nodig heb omdat ik ga hardlopen. En ja, ik vond dit ook een onmogelijke gedachte voordat ik naar Italië ging en de iPhone thuis liet. Maar echt, het kan, en als je eraan went is het súperchill.
En als je telefoon toch aan moet (omdat je op je werk bereikbaar moet zijn), zet dan in elk geval internet uit. Zo komen er geen appjes of andere berichten binnen en kun je toch bellen als dat nodig is. Grappig is dat ik dit deze week voor het eerst deed op werkdagen, en vaak gewoon vergat dat ik mobiele data had uitgeschakeld. Pas ’s avonds bedacht ik me dat ik daarom de hele dag ‘geen appjes’ had gekregen ;-)
3. Koop een ouderwetse wekker en zet die naast je bed.
Zelf haalde ik dit digitale dingetje van IKEA (5 euro). Heeft ook nog een timer waarmee je kunt mediteren, top. Zo hoef ik mijn telefoon niet meer in de slaapkamer te hebben én is “mijn telefoon pakken” niet meer het eerste dat ik doe op een dag. Sterker nog, ik probeer er een gewoonte van te maken om het ding pas aan te zetten als ik na het ontbijt de deur uit ga.
4. Schaf een camera aan.
“Ik wil foto’s maken” is dan geen reden meer om je smartphone mee te nemen op reis.
5. Stop met sociale media.
Want ja, dan valt er meteen een stuk minder te ‘halen’ op die telefoon… je kunt je accounts op Facebook en Instagram deactiveren (da’s een stap minder rigoureus dan verwijderen). Wil je het grondig(er) aanpakken, laat dan je wachtwoorden veranderen door iemand anders. Dan kún je er simpelweg niet meer bij. :)
6. Denk na over wat je smartphone je brengt, en zoek naar alternatieven.
Ik word bijvoorbeeld blij van foto’s maken (daarom kocht ik een camera), track graag mijn hardlooprondjes (daarom denk ik erover een sporthorloge aan te schaffen) en luister graag muziek (daarom downloadde ik mijn favoriete playlists, zodat ik geen internet nodig heb om ze te beluisteren). En o ja, sociaal contact op WhatsApp vervang ik door vaker met mensen af te spreken (grappig genoeg krijg ik daar veel vaker zin in, nu ik niet al uren online met iedereen loop te kletsen!) en door te bellen of Skypen (zoals met mijn moeder in Zweden).
Denk ik er verder over, dan geloof ik ook dat mijn smartphone een ‘vlucht’ voor me is in situaties waarin ik me oncomfortabel voel, zoals wanneer ik bij veel onbekenden ben of als ik erg moe ben. Daar kan ik wat aan doen door a) beter voor mezelf te zorgen en b) kritisch te kijken naar de sociale activiteiten in mijn leven.
7. Begin met mediteren.
Eén tot twee keer per dag eventjes tot jezelf komen, zelfs al is het maar 2-3 minuten per keer, helpt je om te aarden – en trekt je uit de onrust die je naar je smartphone doet grijpen. Ik begon weer met mediteren nadat ik het nieuwe boek van Jelle Hermus las (Leven met wind mee). Ik ben medium enthousiast over dat boek, maar het is in elk geval erg praktisch, nuchter en toegankelijk geschreven, én het bereikte z’n doel: ik mediteer nu al ruim 3 weken dagelijks.
8. Zorg voor een ‘supportive’ omgeving.
Zelf heb ik het geluk dat mijn B niet of nauwelijks telefoonverslaafd is, niet op sociale media zit (behalve WhatsApp) en sowieso een hekel had aan dat ge-scroll van mij over Instagram. Vertel je naasten over je nieuwe voornemens, wees eerlijk over je telefoonverslaving en zeg hen ook dat ze je eraan mogen herinneren als ze het idee hebben dat je ’terugvalt’ in verslaafd schermgedrag.
9. Realisme: besef dat je niet 100% zonder smartphone hoeft te leven.
Dat is voor veel mensen niet haalbaar anno 2019, en bovendien geloof ik ook niet dat het zo zwart-wit is: smartphones zijn wel degelijk superhandig. Bijvoorbeeld:
- Om de weg te vinden met Google Maps.
- Om dingen op te zoeken, zoals hoe laat de trein vertrekt of wat de hoofdstad van Tadzjikistan is.
- Voor mobiel bankieren en bijvoorbeeld Tikkie, om makkelijk geld terug te vragen van mensen.
- Ter ondersteuning van mijn hobby’s, zoals Runkeeper of Vivino (een app waarmee je kunt bijhouden welke wijnen je hebt gedronken).
- Om podcasts en muziek te luisteren.
Superfijn dus, dat er smartphones zijn. Ik streef dan ook niet naar een leven zonder smartphone. Wél wil ik m’n iPhone een functionele rol geven in mijn leven (zoals uit het lijstje hierboven blijkt), en niet de leidende rol die het dingetje de afgelopen jaren had.
10. Zorg dat je helder en concreet voor ogen hebt waarom je het anders wilt.
Deze laatste is misschien wel de meest essentiële tip. Voor mij zijn dit de belangrijkste reden om m’n iPhone een (véél) kleinere rol te geven in m’n leven:
- Ik wil meer creativiteit in mijn leven. Daarmee bedoel ik: de vrijheid en ruimte in mijn hoofd om nieuwe ideeën te laten ontstaan.
- Ik wil af van de stress die het met zich meebrengt om ‘altijd bereikbaar te zijn’.
- Ik ben al tijden op zoek naar manieren om dichter bij mezelf te raken, en steviger in mijn basis te leren staan. Mijn smartphone ondermijnt dit, omdat ik steeds vlucht in contact met anderen, in levens van anderen en in verwachtingen die ik dénk dat anderen van mij hebben.
- Tijdens twee telefoonvrije weken miste ik al die uren op sociale media totaal niet. Waarom zou ik elke dag drie uur besteden aan iets dat ik niet mis, wanneer het weg is?
- Ik wil wél meer tijd vrij maken door dingen die ik graag vaker doe, zoals pianospelen, boeken lezen, koken en aanrommelen in huis.
- Gesprekken op WhatsApp voelen niet als ‘gebeurtenissen in mijn leven’, kopjes thee en wijntjes met mijn liefsten wél. Ik besteed dus liever geen tijd meer aan appgesprekken, zodat ik tijd én energie overhoud voor offline sociaal contact.
- Het leven is al zo kort. Elke dag 4 uur op mijn smartphone (en ja, dat deed ik gemiddeld) betekent per week 28 uur, per jaar 1.456 uur (!!!). Holy shit, ik zou die tijd veel liever anders besteden
Geef een reactie